Daniel Norgren speelt in stikheet Vera

Band neemt publiek mee op een muzikale reis naar Zweden

Tekst: Yorick Altena Foto's: Bob de Vries ,

Maandagavond staat Daniel Norgren met zijn band in een broeierig en afgeladen Vera ter promotie van zijn meest recente album Alabursy. De langspeler, die opgenomen is op zijn eigen boerderij ver van de bewoonde wereld, is in vergelijking met zijn voorgangers veel ingetogener en persoonlijker. Bij Vera weten ze dit ook, want via aangeplakte briefjes wordt benadrukt dat er in de grote zaal aandacht voor de muziek dient te zijn; kletsen kan in de kelder. Vanavond moet blijken of het publiek dit kan op brengen en of Norgren's kwetsbare nummers live ook overeind blijven.

Terwijl de eerste mysterieuze klanken van The Summer Chafer door de ruimte galmen, stapt een enorme verschijning het podium op en gaat zitten achter zijn piano, waar hij overigens net achter past. Deze reus is Daniel Norgren: ruim twee meter lang, ongeschoren, een pet op en een spijkerjasje aan. Het is alsof hij rechtstreeks vanaf zijn Zweedse hoeve naar Groningen is gekomen. De band maakt geen haast om met de show te beginnen. In plaats daarvan laten de muzikanten zich rustig leiden door de hypnotiserende geluiden die weerklinken. Het trio lijkt de bezoekers in de zaal vanavond mee te willen nemen diep het Zweedse landschap in, naar de boerderij waar de nummers zijn geschreven en opgenomen en waar ze misschien wel het best tot hun recht komen. Voorzichtig klinken de eerste noten uit de piano en wordt het ontroerende Lonely Girl ingezet.

Ondertussen heeft de temperatuur in de zaal een onaangenaam hoog niveau bereikt. Desondanks zet de band een goede performance neer. Het subtiele gebruik van een zachtjes galmend orgel zorgt voor extra diepgang in het geluid, waardoor er een mystieke, ruimtelijke sfeer ontstaat. Tijdens het eerste deel van de set blijkt nog wel dat een groot deel van de toeschouwers nog even moet wennen aan de nieuwe, bescheiden nummers. Af en toe klinkt nog veel rumoer, wat soms afleidt van de ingetogen kracht van de liedjes. Na een stuk of vier nummers lijkt ook het publiek zijn draai te hebben gevonden. Het is hierbij niet onbelangrijk te vermelden dat de deuren van de zaal zijn opengezet, waardoor het binnen een stuk beter is uit te houden.

Halverwege de set bereikt het optreden zijn hoogtepunt met een tweetal nummers: de ontroerende ode aan Norgrens overleden opa Like There Was A Door en het raadselachtige Why May I Not Go Out And Climb The Trees? De songs worden gebracht met veel gevoel en overtuiging en het publiek kan niet anders dan muisstil zijn. Vervolgens wordt Vera getrakteerd op een meer dan tien minuten durende versie van Moonshine Got Me. Daniel Norgren maakt hiermee duidelijk dat hij het spelen van de blues ook nog lang niet is verleerd. Gedurende de hele set laten de muzikanten overigens zien dat ze alle drie multi-getalenteerd zijn als het op instrumenten bespelen aankomt. De toetsenist bespeelt de contrabas, de drummer pakt af en toe een gitaar op en frontman Norgren zelf wisselt tussen piano, accordeon en gitaar.

Na de climax neemt het trio weer wat gas terug. De nadruk ligt vanavond misschien iets teveel op de kleine, ingetogen nummers, waar een deel van het publiek wellicht wat anders van de heren had verwacht. Achterin de zaal vergeet men het vriendelijke verzoek om niet te praten tijdens het concert, tot grote ergernis van andere bezoekers. Want het grootste deel van de toehoorders kan zich wel vinden in de keuze voor deze set. Tijdens de toegift speelt de band nog het lichtelijk melancholische Once A Queen om vervolgens af te sluiten met dezelfde klanken als waar de avond mee begon. Een voor een wandelen de muzikanten onder luid applaus van het podium af. De lichten gaan aan en na deze bijzondere reis bevindt iedereen zich opeens weer gewoon in Groningen.