Megafaun ook vernieuwend ijzersterk

Zelfs banjoloos blijft Megafaun leuke nummers maken

Tekst: Karst Jaarsma Foto's: Harold Zijp ,

Hun titelloze album bereikte vorig jaar menig eindlijstje. De groep, waar ooit Bon Iver nog in speelde, week op deze plaat nog eens meer af van haar psychedelische verleden. Lekker in het gehoor liggende folksongs waren het resultaat. Een geluid dat vooral doet denken aan voorbije dagen; denk aan Crosby, Stills & Nash. Woensdag deed het gezelschap weer eens Groningen aan in Vera.

Hun titelloze album bereikte vorig jaar menig eindlijstje. De groep, waar ooit Bon Iver nog in speelde, week op deze plaat nog eens meer af van haar psychedelische verleden. Lekker in het gehoor liggende folksongs waren het resultaat. Een geluid dat vooral doet denken aan voorbije dagen; denk aan Crosby, Stills & Nash. Woensdag deed het gezelschap weer eens Groningen aan in Vera.

Megafaun, is dat niet dat van baard voorziene folktrio met banjo waar Bon Iver ooit in speelde? Dat zijn ze inderdaad. Ook dit gezelschap gaat echter met zijn tijd mee en voor de tour rond de nieuwste plaat zijn de nodige aanpassingen gedaan. De banjo is er grotendeels uitgegooid, het drietal is weer aangevuld tot kwartet en enkele bandleden hebben hun baard afgezworen.

 Gelukkig zijn de basis ingrediënten nog steeds hetzelfde. Heerlijke folk melodieën die vaak tegen het experimentele aanleunen. Het gezelschap weet dan ook vanaf de eerste seconde te fascineren. Terwijl de geur van een brandende wierookstok langzaamaan wordt verspreid gooien de heren dreigend de eerste tonen Vera in. De knallende gitaren worden afgewisseld door een nog gevaarlijker klinkende mondharmonica. De experimentele psychedelische opzet blijft de eerste paar nummers glansrijk hangen.
 
Vervolgens schuift de groep in de richting van meer traditionele folk liederen. Ook deze komen goed tot hun recht. De heren wisselen elkaar af in het zingen. Hierbij blijkt vooral de drummer te beschikken over een gouden stem. Daarnaast duurt geen enkel nummer langer dan vier minuten en hierdoor is het makkelijk geboeid te blijven. Alleen tijdens de momenten dat de heren tegen elkaar in zingen toont Megafaun wat zwakte.
 
Wanneer na drie kwartier eindelijk de banjo erbij gepakt wordt is meteen duidelijk dat dit de reden voor de komst van veel mensen is. Hier en daar staken mensen zelfs even hun gesprek om een snelle foto met de mobiel te schieten. Na een moeilijk te bevatten instrumentaal stuk vatten de heren de draad weer op. De makkelijk in het hoofd beklijvende nummers blijken met banjo erbij nog aanstekelijker. Precies volgens planning wordt dan, binnen de tijd van een brandende wierookstok, het optreden afgerond. Om vervolgens het optreden compleet te maken met een twee nummers durende toegift. Naast een cabareteske vertolking van ‘Eagle’, waarbij de drummer dansend vooraan op het podium staat, poogt de groep nog een rock-‘n-roll lied neer te zetten. Hun zoetsappig georiënteerde stemmen blijken helaas minder in staat om laatstgenoemde te dragen.
 
Megafaun begint inmiddels een vaste gast op de Nederlandse podia te worden. Vera, Noorderzon en Take Root werden in Groningen reeds aangedaan. Het vernieuwende zou er normaal gesproken wel vanaf zijn. De heren van Megafaun blijven zichzelf echter ontwikkelen. De vertolking van hun titelloze plaat blijkt wederom sterk en met zulk materiaal mogen ze daarmee zeker nog een keertje terug komen naar het hoge noorden.