Ze zullen elkaar wel gevonden hebben in het underground metalcircuit, de beide bands, want er hangt vriendschap in de lucht. De zanger van Jini heeft een BAAS-shirt aan en in het publiek rocken bandleden van BAAS alvast een outfit van Jini. Ze staan op een rijtje aan de bar met een biertje in de hand richting het podium gedraaid, als een stel trotse ouders, als Jini begint te spelen.
De oplettende lezer kent Jini als een metal-fusieband uit Groningen met bandleden met verschillende achtergronden in de metal-scene. De vocalen zijn helder en melodieus als die van Placebo, de bas is smooth en jazzy, zoals op Dookie van Green Day, en op de lead gitaar wordt geshred alsof het Metallica is. Het is een eclectisch geheel waar het publiek even aan moet wennen: wat moeten we doen, headbangen of dansen? Aan het begin van de set komt men vooral in het midden uit: braaf mee knikken op de beat.
Het publiek blijft ver van het podium vandaan (voor zover dat mogelijk is in het kleine nachtcafé) en de vocalist van Jini maakt daar gretig gebruik van door de vloer te claimen als een verlengstuk van de bühne. Niet om contact te maken met het publiek, dat keert hij zich juist de rug toe. Nee, het gaat juist om contact met de band onderling, dat wordt steeds duidelijker naarmate de vijf mannen steeds meer op hun gemak raken. Er wordt oogcontact met elkaar uitgewisseld, naar elkaar gelachen en op een gegeven moment slaan de bassist en de gitarist even elkaars instrument aan. Het plezier straalt er vanaf, en dat is prachtig om naar te kijken.