Eerste Groninger Popoverleg levert voer voor discussie

Moeten bandjes harder werken, en hoe krijg je eigenlijk subsidie?

Lemke Kraan, ,

Groningen puilde dit weekend uit van allerhande uitwassen van de muziekindustrie. In de Oosterpoort kwam alles samen. Daar werd driftig gebeld en met pasjes gezwaaid, en netwerkte men dat het een lieve lust is. Het ideale moment voor het eerste officiële Groninger Popoverleg. Er was discussie, men stelde brandende vragen en blikte vooruit.

Moeten bandjes harder werken, en hoe krijg je eigenlijk subsidie?

Is het wel goed dat Groningen het brandpunt is van de popcultuur? Zou de activiteit niet meer verdeeld moeten worden over de hele provincie? Wat is het nut van een popkoepel? Wat zijn de mogelijkheden voor bands om op te klimmen? Als je meer wilt zeggen over de stand van zaken in het Groninger poplandschap, is het zinvol hierover na te denken. En waar kon dat beter dan tijdens het eerste Groninger popoverleg, initiatief van Groverpop, Noorderslag, Buma Cultuur en het Groninger Poparchief? Belangrijke spelers in de Groninger popcultuur zaten donderdag klaar om te discussiëren en vragen te beantwoorden. Het overleg was vrij toegankelijk. Opvallend veel initiatiefnemers uit de provincie waren aanwezig, gewapend met prangende vragen. Want hoe krijg je subsidie voor een lokaal bandjesfestival? En hoe zorg je ervoor dat lokale bands onder de aandacht van programmeurs uit de ‘grote stad’ komen? Er zijn veel mogelijkheden voor bands om zaken als een videoclip gesubsidieerd te krijgen, vertelden Douwe Zeldenrust, beleidsmedewerker cultuur van de Gemeente Groningen, en Richard Groot van het Fonds voor Podium Programmering en Marketing (FPPM). Toch doen maar weinig bands aanspraak op deze potjes. Dat zou best wat meer mogen. Maar met alleen subsidie kom je er niet, voegde Geert van de Velde van de band The Architect hier haastig aan toe. Volgens hem heerst er onder bandjes teveel een weekendmentaliteit. Bandjes moeten assertiever worden, harder werken en media als het internet aangrijpen om hun muziek aan de man te krijgen. Wat het aanbod aan lokale popmuziek betreft, daarmee is niks mis. Patrick van Lint vindt dat het, sinds hij vier jaar geleden met Groverpop begon, nog steeds erg goed gaat. En het initiatief GrunnSonic, een speciale programmering van lokale bands die gebundeld optreden tijdens EuroSonic, is daarom ook niet opgezet omdat het moet, maar omdat we best trots mogen zijn op onze Groninger producten. De cd De Slag Van Groverpop 2007, de vierde in de serie, is daar het bewijs van. Met een afwisselende line-up van aanstormend talent en wat meer gevestigde namen, geeft de cd een mooie en veelbelovende dwarsdoorsnede van het Groninger popscene. Maar het stimuleren van bands uit de provincie blijft een aandachtspunt. Meer oefenruimtes in de provinciesteden en meer mogelijkheden tot optreden in de provincie en in de stad zouden bands vooruit kunnen helpen, aldus van Lint. Terecht merkte iemand op dat er genoeg kroegen of buurtcentra met podia zijn, maar dat deze door de strenge geluidsnormen van de gemeenten niet gebruikt kunnen worden. Het zou interessant zijn deze kroegen af te gaan om te kijken of er niet toch mogelijkheden voor live muziek zijn. Zo’n onderzoek zou uitgevoerd kunnen worden door Groningens popkoepel Groverpop. Maar dan zullen de gemeente en de provincie wel meer moeten investeren in Groverpop, want op het moment heeft de popkoepel niet de financiële middelen om alle projecten uit te voeren die het zou willen. Gemeentelijke ambtenaren zijn bovendien lang niet altijd goed op de hoogte van de plaatselijke popcultuur. Daarom is de popkoepel noodzakelijk voor advies, als een structureel onderdeel van het cultuurbeleid. Met deze conclusie eindigde het eerste Groninger Popoverleg. Een goed initiatief, dat vaker herhaald mag worden.