Drift-directie geeft het stokje over aan jonge garde
Mauke Rodermond en Stef Steffens nemen de leiding over
Brent Roozendaal, oprichter en mede-eigenaar van de Nijmeegse dance-organisatie Drift, stond twintig jaar aan het roer van de organisatie met zijn compagnon Diede van Overbeek. Het duo bouwde Drift uit tot één van de meest populaire evenementenorganisaties van oostelijk Nederland met jaarlijks tienduizenden bezoekers. Nu is het echter tijd om het stokje over te dragen.
"Het is bijzonder en ietwat vreemd om na zo’n lange tijd de teugels door te geven, maar tijdens de pandemie bleek dat dit het juiste moment was" geeft Roozendaal aan. "Juist omdat we opeens geen evenementen meer konden organiseren, ontstond er ruimte voor bezinning. We zijn samen met Mauke en Stef terug naar de tekentafel gegaan en hebben zo de basis gelegd voor de komende jaren. Zij weten als geen ander hoe ze dit kunnen invullen."
Mauke Rodermond en Stef Steffens begonnen beiden als stagiaires in de organisatie van Drift. Inmiddels is Steffens operationeel directeur en Rodermond creatief directeur. De eerste veranderingen zijn inmiddels zichtbaar: zo zijn alle clubevenementen uit de agenda geschrapt en kiest Drift ervoor om zich te focussen om haar twee festivals - Drift Festival en Herfstdrift - en de bootfeesten die jaarlijks gehouden worden tijdens de Nijmeegse Vierdaagsefeesten. Daar zal het niet bij blijven. Zo worden kunst en cultuur dieper geïntegreerd in alles wat Drift doet, en komt er extra nadruk op talentontwikkeling te liggen.
Creatief directeur Rodermond: “We hebben de sterke behoefte om in te zoomen op waar wij in geloven, en onze bezoekers hierin mee te nemen. Door de maatschappelijke impact van onze scene zichtbaarder te maken, leren mensen bovendien waarom dit zo belangrijk is.” Steffens vult aan: “Kunst is een mooie manier om bepaalde thema’s aan te stippen en tegelijkertijd mensen op andere manieren te prikkelen, maar ook door in te zetten op een verbredend programma in de week voorafgaand aan het festival creëren we meer ruimte voor context.”