Dag Des Oordeels: Phantom Puercos
Phantom Puercos: niets nieuws, maar wel goed
Phantom Puercos bracht een titelloze demo uit en heeft daarmee in elk geval één prijs binnen. Want met een close-up van een snotterige varkenssnuit kan dit potige kwartet de trofee voor de meest onsmakelijke cover bijna niet meer ontgaan.
Naast de op zijn minst opmerkelijke hoes bewijst ook de bijgeleverde bio dat de heren van Phantom Puercos zich er niet graag makkelijk vanaf maken. ,,Groots opgezette muzikale impressies met weidse donkere gitaarklanken en soms kleine bezwerende miniatuurtjes recht op het hart gericht”, ronkt het begeleidend schrijven. Nu is al vaker gebleken dat het verband tussen het bloemrijk omschrijven van de eigen stijl en het maken van goede muziek helaas vaak omgekeerd evenredig is, maar Phantom Puercos krijgt een voorsprong bij de start.
Want de productie van de zeven nummers tellende demo is om door een ringetje te halen. Dat mag ook wel, want wie achteloos strooit met referenties als Pink Floyd en 22 Pistepirkko legt de productionele lat hoog. Compositorisch legt Phantom Puercos het af tegen hun voorbeelden. ‘Braking Trains’ en ‘Death to the Bullies’ zijn aardige Americana-stampers, maar niet meer dan dat. Aan de uitvoering ligt het niet: zanger Tonnis weet precies hoe hij zijn teksten zo getergd mogelijk moet laten klinken en ook het instrumentarium is dik in orde. Banjo, pedalsteel, mandoline: je hoeft de doorgezakte veranda en de overwoekerde Cadillac uit 1963 er alleen maar bij te denken. Maar spannend is het allemaal niet.
Gelukkig trekken de vier heren de boel snel recht met ‘They caught him driving around’, dat in elk opzicht spot on is. Tonnis klinkt, à la Eugene Edwards, alsof hij in een naastgelegen kamer uit een transistorradio komt. De gitaarpartij bezwijkt bijna onder de galm die erop losgelaten is. Een murderballad zal zelden onheilspellender geklonken hebben. Even bekruipt je het gevoel dat die verroeste Cadillac wel eens een stille getuige kan zijn geweest van een gruwelijk drama. In de overige vier nummers blijft Phantom Puercos moeiteloos in het juiste spoor, en slaagt er zelfs in wat afwisseling te brengen.
Voorwaar geen simpele opgave in een genre, dat doorgaans een juk van purisme met zich meezeult. Niet dat de band uitblinkt in originaliteit, maar dat zal ook nooit de bedoeling zijn geweest. Het is allemaal tenslotte al eens eerder gedaan, maar deze keer is het in elk geval goéd gedaan en dat is ook een eervolle vermelding waard. Deze demo maakt vooral nieuwsgierig naar hoe Phantom Puercos live klinkt. Getuige het alom doorklinkende vakmanschap zou dat best wel eens goed kunnen zitten.