Mummy's a Tree - Cadmium (cd) – Gerrit Weeren
Spinvis en De Staat zijn de bekendste voorbeelden van de muzikale huisvlijtrevolutie. Waarom zou je nog proberen in zo kort mogelijke tijd in een veel te dure studio tot een artistiek hoogtepunt te komen? De betere platen maak je in afzondering, zonder complete band maar met maximale devotie, moet ook het Nijmeegse Mummy’s a Tree – het wisselende collectief rondom zanger/gitarist Stefan van den Berg - gedacht hebben. Voor zijn nieuwste cd-project Cadmium werkte hij samen met producer/arrangeur Frans Haarmeijer. Een gouden duo dat nimmer doet verlangen naar een complete band. Haarmeijer kadert de prachtige, kleine en iets grotere liedjes van Van den Berg aan de linkerkant met dEUS en Radiohead-tonen, om vervolgens even makkelijk aan de rechterkant te refereren aan The Beatles of ELO.
The Vlegels – What About (ep) – Maarten Wagemakers
dB – Een (The Early Works 2006/2007) (cd) – Katja Linders
De muziek van dB ken ik ondertussen al een tijdje. Voornamelijk van zijn live-sets, gehoord in diverse zalen en op festivals. Deze keer is het in een thuissetting, met de Lomechanik09-release van dB: Een – (The Early Works 2006/2007) in mijn cd-speler. Hoe zijn muziek te omschrijven? Elektronisch. Experimenteel. Meeslepend. Melancholisch. Ik laat me meeslepen en noteer bij Aurora ‘computerspelgeluid versus lome zondagmiddagklanken’. Yggdrasil heeft een mooie sfeer, een gedreven beat en ik ontwaar Aphex Twin-geluidjes. Xy is een fragiel nummer. Subtiele breakbeat met een drijvende beat. Wark begint fragiel en dan lijkt het ineens alsof er twee nummers tegelijk aan staan. Maar het klopt wel. Al heeft het ook wat warrigs en neurotisch. Mana heeft zo’n fijne filmische meeslepende drive dat er als vanzelf allemaal beelden in mijn hoofd voorbij komen.
Het is muziek met klankpatronen die je raken en je even in een andere wereld brengen. Het typische is dat de klanken zich lijken te vormen naar mijn stemming. In een rustige bui, kabbelt de muziek fijn mijn oren in. In een onrustige bui, wringen de klanken met man en macht ongecontroleerd naar binnen en word ik er nog onrustiger van. De nummers van dB dwingen me om te luisteren. En dat doe ik al te graag. Wat een aangename muzikale verademing.
Fear Remains – Sinister Dreams (demo) – Thomas Terlouw
De Arnhemse metalband Fear Remains brengt met Sinister Dreams haar tweede demo uit. De band omschrijft haar muziek als een labyrint met veel verschillende lagen en invalshoeken. Benieuwd of Fear Remains de progressieve pretenties waar kan maken. Het eerste nummer zet de toon, zoals dat hoort. Helaas zeer onverdienstelijk. De drummer begint met een paar losse slagen die flink uit de maat zijn en vervolgens speelt de bassist zijn intro langs de gitaar heen. Na een aantal seconden wordt dit gecorrigeerd en zit de band op de rails. Een wat standaard trash metalriff wordt uitgewerkt en afgewisseld door wat loggere stukken en zo nu en dan wat cleane zang. Ondanks het slechte begin en de wat conventionele trash stukken zet de band een redelijk stukje muziek neer. De muziek heeft een redelijk hoog tempo en knalt lekker door de speakers. Het labyrint met verschillende lagen, waar de band over spreekt, blijft echter achterwege.
Een en ander wordt goed gemaakt door het begin van het tweede nummer dat gepassioneerd en wat meer beheerst overkomt. Dit is echter snel voorbij als na een halve minuut een schelle en valse gitaarriff wordt ingezet, waarbij de bas wederom langs de gitaarlijn heenfietst. Zoals gezegd zorgt de band soms voor een kleine beukende opleving of een gepassioneerd intermezzo, maar al met al blijft alles zeer conventioneel en vaak is het spel vals en uit de maat. Duidelijk mag zijn dat er nog veel werk aan de winkel is, waarbij flink repeteren en wat innovatiever schrijven aan te raden is.
Yesterday’s Men – Our Dreary Crafts (cd) – Maarten Wagemakers
Met drie leden van The Feromones in de gelederen zou je aanvankelijk kunnen denken dat het hier slechts een tussendoortje betreft van eerdergenoemde synthpopband. Maar wie Yesterday’s Men al eens aan het werk heeft gezien, weet dat dit nieuwe project toch uit een compleet ander vaatje tapt. Veel meer nog dan bij The Feromones is de thematiek een belangrijk wapen. De bandnaam is ook niet toevallig gekozen: op tekstueel gebied wordt Yesterday’s Men vooral geïnspireerd door melancholie en romantiek uit vervlogen tijden, waarbij met name de zee als een herkenbaar ijkpunt dient. Verhalende composities over stoere zeevaarders die zich verdapperen voor de zoveelste veldslag, terwijl ze weemoedig terug denken aan moeder de vrouw, of juist (tevergeefs) een gebroken hart proberen te vergeten.
Muzikaal zijn ze ook niet zomaar in een hokje te plaatsen. Het nostalgische van bands als Doves en Elbow wordt gekoppeld aan de epiek van Vangelis, terwijl ook elementen uit de barok, new wave en (toch een beetje) synthpop in de mix worden gegooid. Het zorgt voor een eigenzinnig geheel, met veel tempowisselingen, bombastische intermezzo’s en vooral veel, heel veel kloten. Er zijn niet veel bands die zich anno 2009 nog durven te wagen aan het soort melodramatische pianogeluid dat zelfs Keane doet verbleken, maar door de eigenzinnige aanpak van Yesterday’s Men verzandt het nooit in lege emoties. Eén van de sterkste lokale releases van het jaar.
Proef (compilatie) - Nathaniël Bagijn
Het Nijmeegse label LosVan, opgezet door Bigs, SmeerGeld en Ejis, brengt in samenwerking met Stichting PAN het hiphop verzamelalbum Proef uit. Naar eigen zeggen zou dit album de crème de la crème van de Nijmeegse hiphop moeten bevatten. Wordt die belofte ingelost? NoSense en What the Fab nemen het grootste gedeelte van de producties voor hun rekening, het tekstuele gedeelte van het album wordt grotendeels ingevuld door rapper Bigs. Opvallend is dat Bigs – als één van de labeleigenaren - zeker niet de meest getalenteerde rapper blijkt.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik moeite heb om het album track-voor-track af te luisteren. Dit heeft te maken met het ontbreken van een duidelijk geheel of thema, maar meer nog met het kwaliteitsverschil van de nummers onderling. Qua producties zit het wel goed op dit album; een goede afwisseling van elektronische en soulvolle oldskool tracks. Maar met alleen een strakke beat heb je nog geen goed hiphopalbum. De plaat rammelt hier en daar, zeker wanneer er verkeerde keuzes worden gemaakt. Zo zijn er regelmatig rappers te horen met een totaal gebrek aan inhoud en met makkelijke rijmpjes denken weg te komen. Deze artiesten vallen door de mand door het scherpe contrast met de rappers op het album met eerlijke en persoonlijke teksten en slim(mer) gevonden rijm. Ondanks dat de artiesten ongetwijfeld goede vrienden van elkaar zijn, hadden ze elkaar meer kritiek mogen geven om de kwaliteit van het geheel te waarborgen. Als Proef het beste van de Nijmeegse hiphop wil zijn, zal er het één en ander geschrapt moeten worden!