Een doordeweekse dag, aan het einde van een vermoeiende werkdag, op het plein voor Museum het Valkhof. Een vijftigtal mensen heeft zich verzameld, vrienden worden via mobiele telefoons gewaarschuwd. Een buggy wordt nog snel even geparkeerd en moeder en kind voegen zich verwachtingsvol bij de wachtende schare. Charles Michael Kittridge Thompson IV alias Frank Black alias Black Francis, de voormalige frontman van The Pixies zal arriveren voor een akoestische openluchtsessie!

Weliswaar is het verrassingsoptreden aangekondigd, het blijft wonderlijk zo’n grootheid gitaarspelend op straat aan te treffen in Nijmegen. Vorig jaar verraste Frank Black zijn fans door in Doornroosje op te treden, alwaar hij onvergetelijke capriolen met een drumstel uithaalde. Dit jaar verblijdt hij fans en toevallige passanten met een drietal akoestische sets op straat: in Amsterdam bij het graf van Herman Brood, in Zwolle bij het standbeeld van Herman Brood en hier in Nijmegen zomaar plompverloren voor het Valkhofmuseum. Even na vijf uur, komt de ster van formaat rustig aangekuierd uit het Valkhofpark. Relaxed wijst hij naar de ‘Godenpijler’, wat hem een fijn plekje lijkt om zijn gitaar te pakken en de aanwezigen te verblijden met een akoestische set. Na zich netjes te hebben voorgesteld, daarbij toevoegend dat hij uit Nijmegen komt en morgen weer verhuist, begint hij met de vraag of hij Engels mag spreken, zodat hij het mooie ‘Angels come to comfort you’ ten gehore kan brengen. Dit nummer is afkomstig van zijn laatste cd ‘Bluefinger’, waarop hij een ode brengt aan onze eigen Herman Brood, een artiest waarvan hij de schilderkunst zeer bewonderd.

Black Francis is bijzonder goedgeluimd en kletst de nummers humoristisch en gevuld met anekdotes aan elkaar. Vertrouwelijk deelt hij mee dat hij twintig jaar geleden ook in Nijmegen speelde en al het succes daarmee is begonnen. ‘Where’s My Mind’ wordt geïntroduceerd als het liedje waar hij nog steeds veel geld aan verdient, omdat het in veel films voorbijkomt. Vervolgens wordt ‘Los Angeles’ ingeleid met het feit dat hij dit nummer geschreven heeft tijdens het nuttigen van een kom soep met ballen. Ach, zo kom je als verstokte fan weer eens nieuwe dingen te weten. Ook een tweede Pixies nummer ‘Monkey’s Gone To Heaven’ wordt ingezet en met veel plezier en intensiteit gespeeld. Na zes nummers is het haast surrealistische optreden helaas alweer teneinde. Na nog wat handtekeningen uitgedeeld te hebben, verdwijnt Black Francis weer geruisloos in het Valkhofpark. Gelukkig is hij een paar uur later alweer te zien in Doornroosje, waar het hoofdgerecht geserveerd zal worden. In de zaal is het uiteraard vele malen drukker en veel van de bezoekers blijken dan ook niet te weten wat ze eerder deze dag gemist hebben.

De versterkte set is de eerste helft zeer goed. Black Francis is goed bij stem en zit nog steeds even lekker in het ruime vel. Helaas zakt het tweede gedeelte in en begint het stemgeluid ook slijtage te vertonen met enkele valse uithalen. Er blijken wel meer verschillen met later die avond. Waar op het plein de nummers bijna lieflijk ten gehore werden gebracht, gaan op het podium alle registers open. Ook worden ’s avonds alleen nummers uit zijn solocarrière gespeeld, ondanks de steeds terugkerende roep om Pixies-nummers uit het publiek. Helaas, dat kruit had hij ’s middags al verschoten en beter dan die middag had hij het ook niet kunnen brengen.

’s Middags had Black Francis al aangekondigd later deze avond in Doornroosje geen toegift te spelen, aangezien hij dit toetje immers als voorafje in intieme sfeer voorgeschotelde. Toch keer ik met een meer dan tevreden gevoel huiswaarts. Na je werk tweemaal getrakteerd worden op een optreden van een jeugdheld, de zanger van één van de meest de invloedrijke alternatieve bands, is geweldig. Het optreden op het plein, in zo’n intieme sfeer, is gewoonweg méér dan geweldig. Op dit soort dagen moet iemand je even knijpen om te testen of het geen droom is; ‘Where is my mind?‘.