In deze tijden waarin een festival als London Calling al uitverkoopt voordat er ook maar één naam bekend is en waar aan de lange rij hippe (Britse) bands geen eind lijkt te komen, is het fijn dat er nog bands als Okkervil River bestaan. Bands met artiesten die weten hoe je een instrument bespeelt en hoe je goede liedjes schrijft. De zes Amerikanen van Okkervil River maken muziek met een idee en liefde voor het lied, zonder zich te verliezen in overdreven dramatiek en gekte.

Ja, het was een fijne zondagavond in Nijmegen. Niet alleen behaalde de plaatselijke voetbal ’trots’ weer eens een aansprekende overwinning, maar ook het Nijmeegse concertpubliek liet zich eens van haar beste kant zien. Tijdens de nummers een oorverdovende stilte die je nog maar zelden mee maakt in Nederlandse concertzalen; na de nummers hartstochtelijke toejuichingen. Je kent wel, van die beschaafde applausjes. Nummer klaar, klap-klap-klap. En er zijn applauzen waarvan je hoort dat ze gemeend zijn en voortkomen uit een soort van bewondering voor datgene waarvoor je applaudisseert: KLAPKLAPKLAPKLAP. Nou, die waren er gister volop.

Het prima te pruimen voorprogramma Neonbelle moest het vaker doen met de beleefde vorm, maar dat is een nadeel dat kleeft aan het voorprogrammaschap. Zangeres Pien Feith is natuurlijk geen onbekende en ook in Neonbelle komt haar geweldige stem prima tot z’n recht. De zang van Okkervil River-frontman Will Sheff is live misschien nog wel mooier dan op plaat. Sheff gebruikt een groot gedeelte van het podium om zijn woorden kracht bij te zetten. De rest van de band is een stuk statischer, maar geniett ook zichtbaar van de fijne avond. Ieder bandlid zingt met de nummers mee. Soms hardop, dan weer voor zichzelf met de ogen licht gesloten. De liedjes zijn dan ook stuk voor stuk verhalen die met passie verteld worden, iets wat bijvoorbeeld Amerikaanse collega’s als The Decemberists ook als geen ander kunnen.

Zonder al te veel poespas worden de liedjes tot grote hoogten gestuwd, maar geen enkele keer vliegen ze daarbij uit de bocht. Passie met beleid zeg maar. KLAPKLAPKLAPKLAP. De Texanen spelen het eerste uur voornamelijk materiaal van de twee laatste albums, Black Sheep Boy en The Stage Names. Pas in de dubbele toegift komt er meer ouder werk naar voren en blijkt dat de band zeker nog niet uitgegroeid is. Niet dat deze nummers zo veel minder zijn, maar ze happen net even wat makkelijker weg dan het recentere werk. Klap-klap-klap.

Nijmegen is Okkervils laatste stop op het Europese land, alvorens ze huiswaarts keren. Maar een blik op de tourlijst wijst erop dat deze klasse-band niet stil zit en zelfs deze zomer alweer terug zal keren. Laat alle London Calling-edities maar lekker snel uitverkopen met bands die het hoge hipheidsgehalte in stand houden. Dan kijk ik ondertussen alweer uit naar een festival als Haldern, waar Okkervil River in augustus prima tot zijn recht zal komen en ongetwijfeld hoge ogen zal gooien.