De onbetwiste huidige held van het illustere garagepunklabel In the Red Records is op dit moment Jay Reatard. Hij schudde Nederland de afgelopen maand al wakker met zijn teringherrie, een woord dat in dit geval in complimenteuze zin gebruikt kan worden. Ook de meer soulvolle labelgenoot King Khan liet onder meer in Kultuurhuis Bosch zien hoe de rock 'n roll geserveerd dient te worden, swingend doch compromisloos en met volle overtuiging. Als we weten dat ook The Ponys uit de In the Red stal komen, weet eenieder op voorhand welke richting de avond op gaat. Of toch niet?
The Ponys zijn namelijk een ietwat merkwaardige eend in de bijt. Het is dan ook niet raar dat juist deze band de overstap maakte naar het meer op indierock geënte Matador; met artiesten als Mogwai, The New Pornographers en Belle and Sebastian toch op het eerste gezicht héél erg andere koek dan die gruizige garagepunk. Inderdaad zijn The Ponys misschien minder punk dan hun vroegere labelgenoten, het is een duisterder soort van muziek. Dat valt op deze avond in Doornroosje ook te horen en vooral te zien. Waar Jay Reatard of andere garagerockbandjes als Black Lips al rollend en krijsend over het podium springen, houdt zanger Jered Gummere het hier op veel geklooi met zijn pedaaltjes en een beetje op de plaats op en neer pogoën.
Ook de andere bandleden blijven netjes op hun plaats staan, met hooguit een stapje naar voren en een stapje opzij. De show is daardoor niet minder energiek, er zit gewoonweg meer postpunk in dan punk, meer lading en meer zwaarte. Waar andere bands vaak heftig krijsen, neigt de zanger van The Ponys naar het andere uiterste: bij tijd en wijle lijkt hij te praten in plaats van te zingen. Ook dat geeft hun gelaagdheid aan, die niet zomaar in een muzikale stroming is te vatten. Indiepunk of postgaragewave, hoe je het ook noemt, The Ponys bezorgen het op deze avond strak en vol overgave.
Vol overgave, een goed moment om in de bespreking over te stappen naar het voorprogramma: The Bloody Honkies. Want wat hebben deze mannen uit Lichtenvoorde een energie en wat weten ze deze goed in hun gitaren, drums en hun uitstraling naar voren te laten komen. In deze band komt de jaren zeventig rock, tachtig metal en een flinke dosis rock 'n roll samen om een geluid en act te creëren die van het podium af spat. In sommige nummers, met name de afsluiter, leunt de zanger Lawrence Mul wel érg op naar wat lijkt zijn grote held Iggy Pop, maar de onbetwiste koning van het podium imiteren in je act lijkt me geen schande. Zeker niet als het ook nog overtuigend overkomt.
Als we bedenken dat deze heren ooit begonnen als The Facials, met punkfunk die richting de Red Hot Chili Peppers ging, dan zijn ze in hun niet eens zo heel lange bestaan van ver gekomen. En als je ziet hoe ze met hun heftige rock 'n roll werkelijk van het podium af knallen, dan is ook direct duidelijk dat deze mannen de weg naar de top zijn ingeslagen. The Bloodie Honkies is een ijzersterke belevenis, en misschien wel een regelrechte sensatie. De komende maanden onder meer op het hoofdpodium van de Zwarte Cross en op het Metropolis Festival, ja, u raadt het al...gaat dat zien!