Vorig jaar uitte ik nog kritiek op organisator Mischa van den Ouweland, omdat er alleen maar mannen op PlayLab stonden. Dit jaar kwam daar direct verandering in. Voor de eerste PlayLab waren Roos "beef" Rebergen en celliste Saartje van Camp uitgenodigd. Saartje Van Camp was gedreven en behandelde haar cello soms alsof het haar grootste vijand, en soms alsof het haar grootste vriend was.
Voor Roos Rebergen leek de setting minder comfortabel. Het leek wel of de eigenzinnige zangeres zich niet lekker voelde bij een situatie waarin ze niet per sé de leiding had. Ook de echte chemie tussen Roos en mede-Grote-Prijs-winnaar Lucky Fonz III ontbrak, waardoor je het idee kreeg dat er twee aparte sessieleiders waren die beiden hun ding deden. Veel individuele kwaliteiten, dat zeker, maar het gezamenlijke kwartje viel niet.
Op de tweede PlayLab was er weer een uitstekende muzikante uitgenodigd, namelijk de klassiek geschoolde ex-Ex-bassiste Rozemarie Heggen. Zij mocht aantreden met drie jazzmannen, toetsenist Jeroen van Vliet, saxofonist Erwin Vann en drummer Wim de Vries. Het vijftal werd gecomplementeerd door Dj KID Sundance. Sessieleider Jeroen van Vliet kondigde aan dat ze een uur onafgebroken zouden spelen, en het duurde inderdaad 65 minuten voor hij weer de microfoon pakte.
In die tijd werd volop geïmproviseerd, maar wel met uit de repetitie meegenomen grooves en melodieën als uitgangspunt. Deze werden aan elkaar geweven met meer sferische passages. Ook deze keer ontbrak de echte chemie een beetje, maar met vier uitstekende en geschoolde muzikanten bij elkaar kon het ook niet écht misgaan. Alleen autodidact KID Sundance miste af en toe de juiste timing bij een groove in 10/4. Verder wist hij wel komische en goed passende geluidsfragmenten uit zijn platenkoffers te vissen. Ook legde hij tweemaal een flinke beat op, maar dat leverde niet veel op aangezien Rozemarie en Erwin hier niet veel mee konden.
Jeroen van Vliet had een flinke effectenbak aan zijn Fender Rhodes gekoppeld, en liet hem op momenten flink zoemen en grommen. Hij bepaalde het meeste het groepsgeluid, wat soms klonk als de vrije funk van MMW en dan weer als fusion à la Azymuth. Rozemarie wist ook zonder effecten een groot scala aan klanken uit haar contrabas te halen. Vooral in de rustige passages was het soms moeilijk om te zien wie nu welk geluid produceerde. Erwin Vann freakte af en toe lekker door, zonder dat het vervelend werd. Hij was continu erg geconcentreerd aan het luisteren naar de anderen, en leverde ook een leuke dialoog tussen hem en KID Sundance.
Drummer Wim de Vries, de enige muzikant uit de regio (Dieren), was de meest balorige van het stel. Hij blonk uit op een door hem zelf ingebracht stuk, en gooide af en toe de beuk erin als de rest een beetje inkakte. Met wat loze en flink vervormde uitroepen door zijn microfoontje zorgde hij ook voor wat humor, als het allemaal wat te serieus werd. Alles bij elkaar was het weer een leuke PlayLab, maar niet eentje die je niet gemist mocht hebben. We zijn weer benieuwd wie we de volgende keer kunnen verwachten.