De zaal is vanavond voor de gelegenheid gehalveerd. Het zal de opwachtende porties donkere klanken mogelijk nog intenser bij het publiek doen binnenkomen, met de toehoorders wat dichter op het podium. Vanum hult zich, conform de passende sfeer, in goede podiumduisternis; lichtspots op de achtergrond zorgen voor schaduwrijke taferelen. Het geeft een prima ´tekening´ af van dit kwartet, dat zijn redelijk compromisloze black metal furieus de zaal inklapt. De furie is eveneens af te lezen van de kaalhoofdige en met ontbloot bovenlichaam op het podium staande zanger en bassist. Met een continu verbeten blik, strak houdende onderkaak en gebalde vuist in de lucht. Het oogt wat als een gimmick, maar storen doet het allerminst, het is dan toch eerder vermakelijk.
Vanum doet weinig aan snelheidsbeperking, maar laat op bepaalde momenten dan toch even het gas los. En ook meer trage, slepende gitaarfranje, bovenop de black-snelheden geplaatst, zorgt nog weleens voor een fraaie melancholische touch aan de Vanum-duisternis. Het is tevens een prettig werkende tegenhanger binnen de songs, wat ook geldt voor de iets naar death metal neigende zang.
Vanums groezelig klinkende black metalprevels zijn zeker effectief, maar voorkomen niet dat na enige tijd een mate van voorspelbaarheid om de hoek komt kijken aangaande de razende black metalstukken en melodievoering. Maar een erg mooie kentering in de staart van de set brengt dan een verrassing: met een plotseling meer open, bredere geluidsweergave van songs die in muzikaal opzicht afwijken van het bekende black metal-stramien en een innemende melodramatische sfeer dragen. Het blijkt een goede opstap te zijn naar de volgende act.