Inmiddels hebben jullie er al een aantal optredens op zitten met de Popronde. Hoe bevalt het tot zover?
"Tot zover bevalt het allemaal goed, er is veel saamhorigheid onder de bands. Je wordt echt zo'n gezellig rondreizend clubje. Het is sowieso heel leuk omdat je op allemaal totaal verschillende plekken door Nederland kunt spelen. Het kan verder wel heel wisselend per stad zijn. Zo speelden we in een café in Utrecht waar we de hele tent hebben afgebroken en het een grote chaos was, maar voor hetzelfde geld speel je voor tien man die met de armen over elkaar staan."
Het afgelopen jaar hebben jullie al veel opgetreden. Wat waren de hoogtepunten?
"Tja, dat is wel lastig kiezen, hoor. Als ik er één moet kiezen is het toch wel de releaseparty van onze single in een skatepark in Breda. Dat werd echt een groot feest. Het speelde ook heel lekker, omdat het een soort thuisfront voor ons is. Daarnaast hebben we ook nog een hele vette show gespeeld in Doornik met Useless Eaters. Dat is ook een band met dat echte Westcoast garagerock geluid."
Muzikaal gezien zitten jullie ergens tussen garagerock, surfrock en psychedelische rock. Uit welke hoek halen jullie zelf de meeste inspiratie?
"Muzikaal gezien zitten we wel het meest in de buurt van die Westcoast bands als Ty Segall en Thee Oh Sees. Maar hier halen we verder niet direct veel inspiratie uit. Zelf luisteren we veel naar Turkse muziek en oude soulplaten. Het is niet echt zo dat we heel bewust bezig zijn met welke invloeden we in onze muziek gebruiken. We maken gewoon de nummers en ik denk dat je sommige invloeden dan vanzelf weer terughoort. Zo creëer je toch een meer eigen geluid.”