#MadNes14: The Deaf speelt een gewonnen wedstrijd

Uitzinnig publiek al vermoeid voor het eerste fluitsignaal

Tekst: Jan Paulus van der Meulen | Foto's: Anna Span | Zes&20 Fotografie ,

Het is een uur voor de wedstrijd Nederland tegen Costa Rica, blikvanger en frontman Spike weet het zeker: “We winnen vanavond met 15-0!”. Als het Nederlands Elftal met dezelfde energie als The Deaf speelt moet dat zeker geen probleem worden. Spike stuitert van links naar rechts over het podium, de drummer slaat zich wezenloos op zijn drumstel en Mau, pas op dat je orgeltje niet van het podium dondert, jongen!

DE ACT:

De band heeft nauwelijks een introductie nodig. The Deaf, met frontman Spike – ja die van Di-rect – is al jaren een graag geziene gast op festivals. In 2011 brachten ze hun debuutalbum getiteld Toot Whistle Punk uit, een vuige punkplaat die teruggrijpt naar de beatmuziek waar thuishaven Den Haag groot mee geworden is. Snoeiende gitaren, een deinend orgeltje en nummers die nauwelijks de drie minuten halen. Dat zijn zo ongeveer de ingrediënten van The Deaf.

HET NUMMER:

Om één nummer te kiezen uit een set waarvan de energie mateloos is, zou je de act bijna te kort doen. Het is een rollercoaster van snelle en vuige punk, maar toch is de ene looping net wat vetter dan de ander. Het hitje Coming Down That Road werkt als een katalysator, het jasje van Spike gaat uit en ook het publiek schakelt een tandje bij. De set beleeft zijn kookpunt bij I Am Alive, wat door de band wordt omgedoopt tot nieuw volkslied. Rondvliegende opblaaskrokodillen, een kolkende menigte en een band in topvorm.

HET MOMENT:

“We willen even naar de geluidsman kijken, dus kan de ene helft even naar links en wil de andere helft even naar rechts?”. Het is een terugkerend beeld tijdens MadNes – Wall of Death – en iedere keer weer lukt het met speels gemak. Het is een leuk fenomeen, maar het speciale is er een beetje vanaf. Echt fraai zijn de spontane momentjes. Niks vragen, maar gewoon kijken en ondervinden. Terwijl Spike rondtolt, gaat bassiste Miss Fuzz even door haar knieën, waarna het voltallige publiek haar volgt. Spike merkt het ook op, hij leunt als een dronken zot tegen zijn microfoonstandaard en kijkt door zijn bezwete haren de tent in. “Dit is gaaf, we hebben het niet eens gevraagd maar jullie doen het gewoon”. Vanaf de eerste rij tot aan de mensen ver buiten de tent, iedereen zit gehurkt op de grond, om na de eerstvolgende vuige klanken weer ongenaakbaar hard te gaan dansen.

OOK OPMERKELIJK:

Tegen het einde van de set krijgt het publiek nog een nieuw nummertje voorgeschoteld, Lose Yourself, een hoekig punknummer wat na één keer luisteren moeiteloos wordt meegezongen. Niks nieuws onder de zon, maar wel weer een oerdegelijk punknummer. Het nummer komt op het  nieuwe album, wat rond november verschijnt.

HET PUBLIEK:

Er is geen sprake van haast bij de bezoekers van MadNes. De act die op dat moment in de BaroNes speelt, wordt ‘rustig’ uitgekeken en pas dan zet men – na het halen van de nodige biertjes – de koers in op de mainstage. Het ligt dan ook niet aan The Deaf dat het redelijk rustig is aan het begin van de set. Het is zeker wel een verdienste van de band dat, wanneer het publiek eenmaal binnen is, de menigte heel snel loopt.

HET OORDEEL:

Rock ’n Roll zoals het hoort! Snelle nummers, veel vreugde en een uitzinnig publiek. The Deaf is een van de betere festivalbands van Nederland en bewijst dat wederom op MadNes. Punt.