Want hoewel de finale met Supervixen veelbelovend begint, oogt de avond over de gehele breedte genomen wat tam en vlak. Dat uiteindelijk Leeuwarder pop-folk band Yellow House 21 de Kleine Prijs wint, mag gerust een kleine verrassing worden genoemd. De verhalende popliedjes met Ierse invloeden getuigen van een originele inslag, maar echt pakkend is het niet. Voor indierockers Brückenbauer, rockband Croonparade en singer-/songwriter Blue June geldt eigenlijk hetzelfde. Allen muzikaal gezien zeer sterk, maar beklijven doet het allerminst. Daar valt dus nog het een en ander te winnen.

Waar waarschijnlijk nog wel lang over wordt nagepraat is Supervixen. De stonerband opent de finale zoals je van een finalist mag verwachten: net even wat extra’s uit de kast halen om te laten zien dat je mee doet om te winnen. Zo levert Stanton zanger Jan Grau een vocale gastbijdrage, schieten er visuals vol vrouwelijk schoon achter de band langs en blaast Arjen Jaspers, gehuld in flink wat rook, het verhaaltje uit. Hoewel muzikaal niet vlekkeloos, geeft Supervixen een meer dan prima visitekaartje af.

Wie dat ook doen, zijn de jonge honden van funkband Black Cherry Juice. Met een royale meerderheid aan stemmen winnen zij de Publieksprijs, waar een multimediacheque ter waarde van €1000,- aan verbonden is. Het jeugdig enthousiasme spat er vanaf en is tegelijk hetgeen dat de band de das omdoet. 'Wij zijn Black Cherry Juice, zijn hier nog mensen met dance-moves’, roept zanger Nanko Meiborg enthousiast. Het is echter bassist Yannick Hoff die de moves op zijn conto mag schrijven, want op de eigen fanbase na slaat de vonk niet over. En toch, als Black Cherry Juice in de toekomst een beetje minder Stevie Wonder en een beetje meer James Brown gaat doen, kunnen deze gasten het nog ver schoppen.