Stukastrijd biedt de eerste echte gelegenheid voor de organisatie van Stukafest Eindhoven om een goed visitekaartje af te geven. Die kans is gegrepen, want het industriële Gaslab zag er nog nooit zo knus uit; als een huiskamer, om alvast een beetje in de stemming te komen voor 20 februari. Er zijn lijnen gespannen waar heel veel sokken aan zijn ophangen, er liggen zitzakken en kussens op de grond en het meubilair is geheel in de stijl van de jaren 50 en 60. En voor een groot deel te koop. In samenwerking met de kringloopwinkel zijn veel meubeltjes functioneel te koop gezet. Het tafeltje waar het publiek heel de avond zijn drankje op heeft gezet, kan na afloop voor een paar euro mee naar huis genomen worden.
Het is gezellig druk in het Gaslab: de bands hebben aardig wat gasten uitgenodigd om te zorgen voor de steun die zich voornamelijk na de optredens moet uitdrukken in aantal decibels om de bands met de hoogste aantallen automatisch als de twee winnaars aan te wijzen. De jury zal daarna de definitieve winnaar kiezen. Met twee coverbands en een slick pop-noir act houdt het niveau niet echt over, enkele kleine verrassingen daargelaten.
Plugged Out winnaar Stukastrijd in huiskamer Gaslab
Publiek en jury kronen akoestische coverband tot winnaar
Het programma van Stukafest Eindhoven, dat op 20 februari zal plaatsvinden, staat al even vast, op twee namen na: de winnaar van Stukastrijd, een bandwedstrijd waarmee alsnog een plek op het programma bemachtigd kan worden, en de mystery-boeking. Stukafest Eindhoven riep kunstenaars van alle disciplines op om zich in te schrijven voor Stukastrijd. De finale in het Gaslab bood plek aan enkel muzikanten waardoor de artiest die kan goochelen met groenten of de schilderende kok uitbleef, maar het programma nog meer muziek verwelkomt. 3voor12/Eindhoven is gaan kijken welke naam aan het affiche toegevoegd wordt en schat hem ook maar meteen op waarde.
Plugged Out, bestaande uit een gitarist en een zanger, zingt akoestische liedjes van Jack Johnson en The Beatles die zich er goed voor lenen, maar covert ook Foster The People op verdienstelijke wijze. ‘Pumped Up Kicks’ blijkt uitgekleed nog aardig overeind te blijven en dat is daadwerkelijk een nieuw verkregen inzicht. De zanger toont zich joviaal met grootse gebaren en een brede glimlach. De gitarist ondersteunt hem met minimalistisch gitaarspel. Sympathieke jongens met sympathieke liedjes, die hebben alvast een streepje voor. De jury vraagt in het commentaar wel aan de gitarist of hij wil beloven zijn gitaarspel te blijven oefenen.
Jazzal, ook een coverband, maar allesbehalve akoestisch, pakt flink uit. Jazzy nummers worden met een grote orkestratie gebracht. Dat zorgt voor een vol geluid en een stevige dynamiek, maar ook voor chaos op het podium. De jury vindt de enige gitarist overbodig, maar zou het niet beter zijn om wat minder blazers binnen de gelederen te hebben? Jazzal wordt geacht te kunnen swingen, maar dat gaat vanavond niet lukken. Het publiek is druk met elkaar, maar de band kan zelf met deze gelaten houding ook niet het verschil maken. Het laatste nummer is instrumentaal en daarmee is de rol van de zangeres uitgespeeld. Ze besluit in de zaal praatjes te gaan maken zonder nog oog voor de band te hebben. Heel vreemd.
WonderFool mag afsluiten en doet dat met eigen materiaal. In deze band is in alles de meeste originaliteit te vinden vanavond. De zelfgeschreven liedjes worden omschreven als pop-noir en zijn doordacht in elkaar gezet. Maar theatraal is een bijvoeglijk naamwoord dat niet gemist mag worden in de omschrijving. Als de ernst benadrukt moet worden, verdwijnt de glimlach van de zanger, neemt hij zijn lo-fi microfoon en kijkt hij verontrust. De houding en presentatie van de band maken WonderFool moeilijk te geloven. Het is een band met maniertjes. Maar voor instrumentbeheersing, vast onderdeel van ieder juryrapport, scoren de oudste mannen op het podium vanavond ruimvoldoende.
Het is niet genoeg voor WonderFool om de applausmeter te verslaan. Ze liggen er als eerste uit. De jury gaat in beraad en benoemt Plugged Out tot winnaar van Stukastrijd. De akoestische coverband zal op 20 februari dus nogmaals optreden voor het Stukafestpubliek, maar dan in een studentenkamer. Muzikaal gezien terecht, maar jammer dat we nooit zullen weten hoe ze ooit dat hele collectief van Jazzal in een studentenkamer hadden willen proppen.
Ter afsluiting van de avond treedt Digital Orchestra op. De band is ontzettend gegroeid in de live-performance, maar mist nog steeds de nodige sterke nummers om de set boeiend te houden. Maar van de sterke ritmesectie tot aan het hoge bereik van de zangeres is het goed. Het is te hopen dat deze band niet altijd de moeilijkste weg wil blijven kiezen en zich concentreert op songwriting; dan heeft RockCity Institute er een goede ambassadeur bij.
Gezien: Stukastrijd, op 10 januari 2013, in het Gaslab.