Column: Melle’s Maaiveld (14)

De skinny jeans van John Cooper Clarke is zijn beenhuid

Melle de Boer ,

Ooit punkers, nooit punkers, soms punkers, jonge punkers, boze punkers, lelijke punkers, mooie punkers, wannabe punkers, veel oude punkers, mode punkers, echte punkers, Engelse punkers, dronken punkers, schreeuwende punkers en stinkende punkers waren verzameld in café De Vinger, u weet wel dat café dat zo veel Facebook uitnodigingen verstuurd.

De skinny jeans van John Cooper Clarke is zijn beenhuid

Ooit punkers, nooit punkers, soms punkers, jonge punkers, boze punkers, lelijke punkers, mooie punkers, wannabe punkers, veel oude punkers, mode punkers, echte punkers, Engelse punkers, dronken punkers, schreeuwende punkers en stinkende punkers waren verzameld in café De Vinger, u weet wel dat café dat zo veel Facebook uitnodigingen verstuurd.

Terwijl een Amsterdamse punkdichtster kundig haar gedichten doet, sluipt John Cooper Clarke met in zijn kielzog Jules Deelder door het publiek en gaat meteen een trap op. Als mijn vader skinny jeans zou dragen, zijn haar zwart zou verven, rode puntschoenen en een zonnebril zou dragen zou dat gek zijn. Wil je met verve zo'n outfit kunnen dragen dan moet je een leven leiden dat daar bij hoort. Drugs en zo. Anders is het op zijn best koddig en op zijn slechts aanstellerij. Zoiets als op straat een judopak dragen. Gelukkig draagt mijn vader geen skinny jeans of judopak.

John Cooper Clarke komt het podium op. Eerst even wennen aan de verschijning. Vaak verbloemd zo'n uitgesproken outfit een gebrek aan kwaliteit, maar bij John Cooper Clarke klopt het. Zijn skinny jeans is zijn beenhuid. Zijn zwart geverfde haar groeit geverfd en wel uit zijn hoofd en zijn voeten zijn vergroeid tot rode puntschoenen. Rouwe stand up comedy tussen de gedichten door. Soms grappig: Man komt bij dokter. Dokter zegt tegen de man dat hij moet stoppen met masturberen. Man vraagt: waarom? Dokter zegt: omdat ik je probeer te onderzoeken. Soms verontrustend. Een oud gedicht dat hij ooit schreef over een straat in Manchester waar het punkgevoel welig tierde, daarna een nieuw gedicht over dezelfde staat, nu verziekt door commercie en lelijkheid.

Ik denk dat ik de helft niet verstaan heb, maar wat ik verstond was prachtig. Het publiek schreeuwde en bierglazen braken. Met een jaloers makend gemak ging John in op opmerkingen van een paar dronken Engelsen, die zijn gedichten soms woord voor woord mee schreeuwden. Geen idee of die man elk optreden precies dezelfde grappen maakt, maar zou het zo zijn dan is het prima. En dat allemaal in De Vinger. Het klopte perfect. Ik zou in Den Haag niet zo snel een vergelijkbare plek weten. Een plek waar John Cooper Clarksen tot hun recht komen. Veel holen met zwartgeverfde muren zijn gesloten, gesloopt, wegbezuinigd of gevoelloos herbouwd, maar zolang De Vinger staat zullen er John Cooper Clarksen zijn!