Voor mij als HPC-chef is het wel eens moeilijk mijn eigen muzikale smaak en voorkeur gescheiden te houden van mijn functie. Als het aan mijn persoonlijke smaak zou liggen zou Den Haag veranderen in één groot Lowlands, State-X New Forms, Metropolis festivalterrein. Ik houd nu eenmaal van alternatieve muziek,dat wil zeggen, muziek die anders is dan de doorsnee muziek. Maar er zijn ook mensen die van gewone ‘niets aan de hand’ muziek houden. Niks mis mee, maar kom op, denk aan de Stones, Elvis, The Clash, Nirvana, dat is toch de leidraad voor goede popmuziek en niet Frans Bauer en Marco Borsato?
Als ik dat met mijn HPC-pet op zou zeggen, zou dat niet eerlijk zijn. Want het HPC is er voor ALLE bands, en dat meen ik echt uit de grond van mijn HPC-hart. En ik houd eigenlijk van alle muziek, als het maar goed is. Er is goede muziek en er is slechte muziek. En daar ligt nu mijn dilemma. Er wordt eerlijk gezegd niet altijd zo goed muziek gemaakt in de regio. Bands overspoelen de programmeurs en redacties met mails, demo’s en verzoeken. En als we deze mensen moeten geloven, is het aanbod niet al te best. We noemen geen namen! Maar het zegt al genoeg als het Paard mensen in dienst heeft om al die demo’s te checken! En wat daar uiteindelijk van op de planken van de heilige Grote Zaal staat, is te tellen op de vingers van twee handen per jaar.
Maar we moeten wel open staan voor alle muzikanten. Blijven werken aan de verbetering. Ik sta open voor een spreekuur! “Ga dan wat anders doen”, hoor ik je al denken, maar zo zit ik niet in elkaar. Je moet het strijdtoneel nooit verlaten als de strijd nog in volle gang is, want ik heb wel een missie. De popinfrastructuur is in Den Haag dik in orde. Oefencentra genoeg, prima podia, bakken met festivals, eigen popmedia op radio, internet en op tv. En er zijn bands genoeg, er zijn veeeeel bands! Maar de kwaliteit moet beter! Er zouden ieder jaar toch tien Haagse bands op Lowlands en Noorderslag moeten staan in plaats van die schamele een of twee.
Er zouden toch wel tien bands per jaar moeten doorbreken. En dan heb ik het niet alleen over die eeuwige saaie graadmeter, de Top 40, want wat daar in staat, daar wil je toch eigenlijk niet naar luisteren. Op enkele uitzonderingen na. En echt, ik bedoel het goed. Ik wil zo graag dat iedereen succesvol is, vet scoort, zalen plat speelt, vette muziek maakt en dat iedereen zegt: ‘in Den Haag, daar gebeurt het’. Dat daar de beste, coolste, vetste, heftigste, mooiste, ontroerendste muziek vandaan komt. Maar als ik mijn lokale platenkast weer eens doorneem, dan word ik gewoon niet echt vrolijk. ‘Ho ho, dat mag je niet zeggen’, hoor ik mijzelf denken. Neehee! Dit is mijn persoonlijke mening, niet die van de HPC-chef. En dan mag het wel. Je zou er bijna schizofreen van worden!
Column: ‘ Rob & Roll’ (5)
Pappen en nathouden
Voor mij als HPC-chef is het wel eens moeilijk mijn eigen muzikale smaak en voorkeur gescheiden te houden van mijn functie. Als het aan mijn persoonlijke smaak zou liggen zou Den Haag veranderen in één groot Lowlands, State-X New Forms, Metropolis festivalterrein. Ik houd nu eenmaal van alternatieve muziek,dat wil zeggen, muziek die anders is dan de doorsnee muziek.