Dog Called Phenix: een beetje stout, maar wel lekker

Cd-presentatie met een extra krentje in Panama

Tekst: Astrid Engelen, Foto's: Marleen Sijpestijn ,

“Korte, maar krachtige nummers met pakkende refreinen.” Zo omschrijft de band Dog Called Phenix hun muziek. In Panama presenteren de drie Amsterdammers hun cd Someone’s Gonna Love Me.

Cd-presentatie met een extra krentje in Panama

Op jonge leeftijd heeft Dog Called Phenix al aardig zijn territorium afgebakend. De band is in mei 2006 opgericht en in 2007 stond de mannen in de finales van de Amsterdamse Popprijs en de internationale bandcompetitie Emergenza. Met hun medefinalisten van de Amsterdamse Popprijs (Alura en T.IF.T) gingen ze op tour, waardoor ze veel Nederlandse podia mochten betreden. Dit jaar was de band te zien op het Bevrijdingsfestival en de Uitmarkt in thuisstad Mokum. Vorig jaar kwamen ze al met een promo-EP en nu wordt hun eerste volwaardige cd Someone’s Gonna Love Me gepresenteerd.

In de goedgevulde studio van Panama knalt titelsong Someone’s Gonna Love Me er meteen in. Na het tweede nummer Give Her A Go is het publiek helemaal in de stemming. De grotendeels vrouwelijke bezoekers swingen en zingen lekker met de band mee. Zanger Robin bedankt tussen de liedjes door niet alleen het publiek, maar ook zijn gitaar, door deze een zoen te geven.

Halverwege de set wordt gastzangeres Renée uitgenodigd op het podium om mee te zingen met Blame (The Dark). Robin noemt haar hun “krent in de pap.” De stem van Renée geeft Dog Called Phenix een heel andere geluid. Het is nog steeds strak en energiek, maar met een zachtere touch. Nog steeds is het publiek enthousiast, hoewel sommige fans een beetje meewarig kijken, alsof ze uit hun comfort zone zijn gehaald.

Gedurfd, maar geslaagd, is de langzame, donkere versie van Small Town Boy van Bronski Beat. Minder geslaagd, zijn soms de bewegingen van Robin. Af en toe vertoont zijn motoriek gelijkenissen met die van een pinguïn. Als de stoute jongetjes uit de klas overtreden de bandleden op het eind van het optreden een ongeschreven regel: ze spelen hun titelsong nog een keer. “Het mag niet, maar we doen het toch,” aldus Robin. De zaal is vergevingsgezind: zonder gêne feest het publiek door.

Dat Dog Called Phenix zich in een korte tijd al snel positief heeft weten te profileren ligt niet alleen aan hun muziek. Bij hun concerten bieden ze net dat extraatje dat je op de cd niet hoort en waardoor het publiek blij naar huis gaat. Niet alleen het enthousiasme van de band, de geel-zwarte ballonnen en de goodie bag met cd, button, sticker en kaart dragen daartoe bij. Ook de stijlvolle kleding met een stropdas in de Dog Called Phenix-kleuren geel en zwart hoort er bij. De styling is zelfs zo ver doorgevoerd dat ook gastzangeres Renée een stropdas om heeft en dat er geel-zwarte snippers neerdalen tegen het eind van het optreden. Rest de vraag of er een relatie is tussen het schaartje op de stropdas en de snippers.