Wat weet Baxter Dury over ontbijten in de Berghain? Is hij een midlife raver geworden sinds zijn samenwerking met Fred Again..? Wil hij ons meenemen achter de muren van de onneembare techno-vesting in Berlijn? Het mysterieuze Sodom en Gomorra waar mensenlichamen over de dansvloer krioelen en waar de nacht drie dagen aanhoudt? Wat blijkt? Hij is er nooit geweest. Maar dat weerhoudt hem er niet van de club als beeld te gebruiken in het liedje Hapsburg, waarin hij de maatschappij waarin hij rondloopt vergelijkt met het decadente Weense hof van de 19e eeuw.
‘Het kwam uit de donkerste hoekjes van mijn verbeelding,’ zegt hij. ‘Ik stelde me een halfnaakte Poetin-achtige figuur voor, druipend van bloed en urine, die restjes vlees zat te eten. Mijn verbeelding is erger dan de werkelijkheid. Berghain is waarschijnlijk juist heel leuk.’
Waar hij wél zelf geweest is: All Bar One, een franchise pubketen in Engeland. Dat is de plek die hem inspireerde tot de titel van zijn nieuwe plaat Allbarone. Een knipoog naar een banale keten die overal in het land exact hetzelfde interieur heeft. ‘Ik ben er maar één keer geweest,’ vertelt hij droog. ‘Het was miserabel en het begon te regenen. Ik ben nooit teruggegaan. Maar ik moest een plaat snel maken, dus ik greep alles wat ik kon vinden. Soms zijn dat dingen die totaal onopvallend lijken. Je dramatiseert wat er vlak voor je neus ligt.’
Dury spreekt de naam uit als Alberoni, alsof het een Italiaanse grand café betreft. ‘Het klinkt mooier. Daar zit de grap: het contrast tussen een sjieke naam en de banale realiteit. Het is geen grote grap, niet eens een heel goede, maar dat is het idee.’ Het typeert zijn manier van schrijven: een klein, bijna sneu rendez-vous in een ketenbar wordt in zijn handen een dramatisch en absurdistisch lied. Hij zoekt het niet in de glamour, maar in het omkeren van het gewone.