Zelf voelt ze zich meer punk, maar de eigenwijze Princess Nokia liet zich inspireren door de glorieuze girl-pop-zomer van 2024. Ze omarmt het vrouw-zijn in al zijn facetten, inclusief de kanten waarvan je als meisje geleerd hebt dat je ze maar beter kunt verbergen.

Kwam dat even goed uit. Precies op de dag dat Princess Nokia een photoshoot zou hebben voor haar nieuwe albumcover en het artwork bij die plaat werd ze ongesteld. Normaal gesproken goed kut natuurlijk, want je voelt je moe, geprikkeld, op je lelijkst. Om nog maar te zwijgen over het bloed waar je vanaf moet. Maar in dit geval kwam het precies goed uit, want de foto’s moesten precies daarover gaan. Er stond zelfs al een dosis nepbloed klaar. 

‘Ik had de crew, wat nep­bloed en witte katoenen slipjes, maar ik wist nog niet hoe we het shot zouden krijgen,’ vertelt Princess Nokia. ‘En toen kwam mijn menstruatie ineens eerder. Ik dacht: oh wow, dit is geweldig. Precies wat ik nodig had. Ik zei tegen mijn team: luister, ik ben ongesteld en ik heb een Diva Cup vol vers bloed, dieprood, klaarstaan. Dus ik heb hem eruit gehaald en het bloed voorzichtig op het slipje aangebracht. Wat ik er zo mooi aan vond: mijn pH en mijn bloed zijn zo gezond dat het licht en helder rood was - heel symbolisch voor de heilige plek van de vrouwelijke baarmoeder.’

‘Natuurlijk is het provocatief’, beaamt Princess Nokia, echte naam Destiny Nicole Frasqueri. ‘Als ik kunst maak, vraag ik mezelf altijd: is dit interessant of niet? Daagt het uit of niet? Is het basic of is het fab? En toen ik deze foto zag, dacht ik: het is fab. Klaar, we hebben ’m. Dit album gaat erover dat ik helemaal eerlijk ben naar mezelf, naar mijn ideeën en naar wat ik mooi vind - en dat is meestal iets wat tegen de stroom ingaat. Tegenwoordig kan dat allemaal, omdat mode, kunst en countercultuur in elkaar overlopen. Vijf, tien, vijftien jaar geleden had iedereen me nog voor gek verklaard.’

Matcha cherry

Princess Nokia werd 33 jaar geleden geboren in New York en debuteerde in 2014 met het album Metallic Butterfly, waarop pop, rap en elektronische muziek samen kwamen. Al vanaf het prille begin vind je in haar muziek de sporen van haar ruwe levensloop. Op haar tweede verloor Frasqueri - een naam met Puertoricaanse oorsprong - haar moeder aan AIDS. In haar tienerjaren belandde ze enige tijd in een pleeggezin, met een gewelddadige pleegmoeder. Haar songs gaan over survival, over straatcultuur en identiteit. Over de zoektocht naar wat het leven de moeite waard maakt. In 2020 bracht ze twee albums uit die samen een geheel vormen, een dubbelalbum in twee delen: Everything Sucks en Everything Is Beautiful

Nu is daar dus Girls, dat officieel telt als haar vijfde studio-album. Ze beschrijft het zelf als een album dat de fasen van vrouw-zijn weerspiegelt: boosheid, verdriet, rouw, acceptatie en uiteindelijk plezier. Het is, je voelt het al, een cyclus. Het album begint duister, stormachtig, maar de lente is in aantocht. Om dat beeld neer te zetten gebruikt ze allerlei mythologische archetypen. ‘Verhalen over Persephone en Hades, of verwijzingen naar Lilith en Adam. Ik verwijs eigenlijk naar elk beroemde verhaal over de woede van de vrouw. Maar wat ik ook zeg: de lente moet komen. En wat doet Persephone dan? Ze keert terug naar de aarde en neemt haar plaats in als koningin van de bloemen. Ze geniet van haar tijd met haar moeder, Demeter, en ze is bijna etherisch.’

Zo is Girls deel van een eeuwenoude traditie, maar ook van een huidige golf vrouwelijke popcultuur. Ze voelt zich direct geïnspireerd door BRAT Summer (‘2024 was mijn wedergeboorte’). Ze zingt er letterlijk over in ‘Matcha Cherry’: ‘De eerste songtekst die ik voor dit album schreef, was: It was the summer of pop - matcha cherry, strawberry cream, lip gloss and berries, pink colored cheeks, songs make me blush, listen to Chappell and I feel so in love. En zo voelde het echt.’

Ze vertelt dat ze die zomer eindeloos luisterde naar Chappell Roan, Charli XCX, Sabrina Carpenter en Olivia Rodrigo. ‘Dat was de soundtrack van de beste zomer van mijn leven. Hun muziek beïnvloedde mijn sound niet per se. Ik maak al vanaf het begin experimentele dansmuziek. Maar het hielp me in actie te komen, me mooi te voelen, onderdeel te zijn van iets bijzonders. Barbie en popmuziek hebben mijn leven gered. Ik voel me geen popartiest, maar voor mij sluiten goth of punk zijn en van pop houden elkaar niet uit. Alles is met elkaar verbonden, allemaal tegelijk. Ik ben niet zo’n suffe goth die zegt: “Ieuw, popmuziek.”’

Muziek als anker

Er zit nog een belangrijk aspect aan de ontwikkeling van Princess Nokia, en dat is een zelfbewust zijn van haar eigen brein. Ze spreekt openlijk over haar neurodiversiteit. ‘Er zijn heel veel geweldige dingen aan mijn autisme die mij uniek maken,’ zegt ze. ‘Ik heb een hyperfocus, een sterk geheugen, en heel specifieke manieren waarop mijn brein werkt. Muziek is daarin mijn anker. Het verbindt me met mijn zintuigen. Waar anderen overprikkeld raken, brengt muziek mij juist tot rust. Geef me een koptelefoon en de juiste song, en ik kan mezelf opnieuw kalibreren: terug naar de wereld, terug naar emotie.’

Op Girls klinkt Princess Nokia zelfverzekerder dan ooit, maar dat is niet vanzelfsprekend. Ze vertelt hoe mannen haar uiterlijk of seksualiteit probeerden te ondermijnen. ‘Er zijn mannen geweest die mijn schoonheid tegen me gebruikten,’ zegt ze. ‘Die mijn talent in twijfel trokken, of me probeerden te manipuleren. Een van hen zei zelfs dat ik beter bij hem kon blijven omdat ik bijna dertig was en mijn looks zou verliezen. Toen dacht ik: wat ziek dat je dat gelooft. Wat pervers eigenlijk.’

Op het album fileert ze die houding met venijn en humor, bijvoorbeeld in ‘Medusa’: ‘How dare you weaponize my looks? I’m a bad bitch, you’re impotent and bald.’ ‘Ik ben niet dom,’ zegt ze. ‘Ik doorzie dat soort manipulatieve tactieken meteen. En ik hoef het niet eens meer te verwerken in therapie, ik kan het samenvatten in twee zinnen op een album, en er een prijs mee winnen. Dat is het verschil tussen mij en mijn tegenstanders: ik ben slimmer, vrijer, en ik gebruik hun leugens als brandstof.’