Leg de teksten van de 27-jarige Amsterdamse rapper NOAH onder de snijtafel en al gauw ontdek je allerlei details. ‘Neem bijvoorbeeld dit ding’, zegt Noah Defares. Hij staat op uit z’n stoel in de rode studio van Top Notch & Noah’s Ark, en pakt de geluidskaart van het bureau. ‘Deze geluidskaart heet een ‘Apollo’. Ik vind mythologie sowieso wel heel hard. Mijn naam Noah komt ook van een mythisch verhaal.’ In het hoofd van Noah gaan dan al gauw de radertjes werken. Dus rapt hij op ‘Bewijsdrang’ de zin: ‘Ik wou mijn rust pakken maar de Apollo staat alweer aan. Al ben je Oreon of Artemis, ik zeg je Apollo raak je niet aan.’ Nek je die? Apollo de geluidskaart in de studio gaat aan, maar ook de Apollo in Noah zelf, als Griekse god van de muziek en poëzie. Een double entendre van hoge standaard voor zowel de muziektechnici als classici onder ons.
Met de dingen die hij dagelijks ziet, creëert Noah woordkunst van een andere divisie door middel van dit soort originele verwijzingen. Die ziet hij ook bij inspiratiebronnen als 50 Cent, Kendrick Lamar, Tyler, The Creator, Future of Kanye. Het hoeven maar kleine dingen te zijn die hem opvallen om bijvoorbeeld een sterk staaltje rap over Griekse mythologie te leveren. ‘Ik heb bijvoorbeeld ook thuis een filmposter van Jackie Brown hangen. Als ik dan naar links kijk, dan zie ik iets van een film.’ Dat verwerkt ie dan moeiteloos in z’n teksten, ‘ik denk dat dat mij maakt ook’. Zo rapt-ie filosofisch over Moby Dick op ‘Moby’s vraag’ en verwijst hij binnen één verse naar zowel de cartoon The Flintstones als voetballer Jaap Stam om zijn flow op stoom te houden op ‘De Laatste Tijd’. ‘The art of speaking’, noemt hij zelf liefdevol wat-ie met het op vrijdag verschenen project Silk Road Radio Vol. 1 wilde doen. Het is heel anders dan Noah’s vorige project Mr. Blue, een EP met meer melodieën, zang en muzikale uitstapjes. Nu is het dus terug naar de basis, met de woordkunst als krachtigste wapen.