De voedselbank, het WHO en - vooruit - hun tourmanagers: dj's draaien zich een slag in de rondte om geld te verdienen. Maar ehm, misschien een rare vraag: zij zelf zitten toch ook allemaal zonder inkomen? Waarom is geld verdienen voor jezelf zo taboe?

Vorige week vrijdagavond. Het moet een gek beeld geweest zijn, die knipperende lichten, het knallende geluid. We zijn het al bijna niet meer gewend, maar er was een feestje gaande bovenin een watertoren in Utrecht. Zonder publiek natuurlijk, maar wel 100% live. Maar liefst 24 uur duurde het, en het was opgezet met behulp van een schare aan leveranciers en artiesten, van David Vunk tot Dave Clarke. Nuno dos Santos stond er zelfs echt 's nachts voor op om de 4 tot 6 shift te draaien. Het online feestje was een initiatief van Soenda, een behoorlijk groot festival dat door de coronacrisis niet meer fysiek kan plaatsvinden. In de chat barstte het van de jonge mensen met knaldrang, die niet alleen op zaten te scheppen hoe hard ze gingen op de bank, maar toch ook 5.000 euro in de fooienpot duwden.

5.000 euro gedeeld door 20 partijen, dat is misschien niks vergeleken bij de gages die dj's normaal verdienen, maar menig noodlijdende zzp'er zou nu een moord doen voor een opdracht van 250 euro. Toch blijven de dj's allemaal angstvallig van de inkomsten af. En dat zie je eigenlijk overal. De Sluwe Vos die onder een gouden zonnetje geld ophaalt voor het WHO. Een oproep tijdens het digitale DGTL om met een QR-code te doneren aan het Erasmus MC. Boiler Room dat met hun ‘Streaming From Isolation’-serie onder anderen Helena Hauff en Fout Tet geld laat inzamelen voor de internationale voedselbanken.

David Vunk, een van de dj's die op de Soenda stream draaide, zette al een streep door 55 optredens. Vijfenvijftig! En dan rekent hij alleen nog maar tot 1 juni. Een flinke domper. Natuurlijk voelt het apart om nu niet betaald te krijgen voor je werk, geeft de Rotterdammer toe. ‘Tja, nu doe je alles gratis.’ Toch vindt hij dat niet per se erg. Die livestreams doet hij voornamelijk voor partijen met wie hij al eerder heeft gewerkt. ‘Ik denk dat het een manier is om jezelf te laten zien en even wat terug te doen na al die tijd,’ zegt hij. 'Er zijn geen clubs die geld verdienen, geen festivals die geld verdienen, waarom moet jij dat dan wel doen?'

Jasper Coenen is een van de mensen achter Soenda. Zijn bedrijf had de zaken gelukkig goed op orde, de evenementen waren deels verzekerd, ook tegen pandemie. ‘Ik zou het raar vinden om het voor onszelf te doen, want wij vallen – gelukkig – nu nog niet om', zegt hij. Dat promoters dat geld nu ook zou kunnen inzetten om de kosten van gemiste evenementen te dekken, schiet Coenen af. ‘Daar ga je het niet mee redden. De schades in de evenementenbranche liggen op miljoenen, misschien zelfs wel miljarden.’ Bovendien: hadden ze het bedrag over de leveranciers en de artiesten verdeeld – zoals in de eerste instantie het idee was – dan had je dat bedrag over 20 partijen moeten verdelen. Een deuk in een pakje boter. Livestreams georganiseerd door individuele artiesten zouden misschien wel heil kunnen bieden, oppert hij, maar met zulke opbrengsten gaat een promoter er nooit de kosten mee kunnen dekken.

Het is niet de moeite, klinkt het. Anderen lijken te stellen dat deze situatie bij het ondernemerschap hoort. Ach, we hebben goed verdiend, nu is het even minder. Risico van het vak. Het klinkt gelaten, maar het gaat zelfs nog iets verder. Je wordt erop afgerekend als je wel geld probeert te verdienen. De afgelopen week waagde een handvol AAA-dj’s zoals Carl Cox en Nicole Moudaber het om een fundraiser aan te kondigen voor hun tourmanagers, Tour Managers Not Touring. Dat schoot nogal in het verkeerde keelgat: zijn dj’s met zulke diepe zakken als Carl Cox niet verantwoordelijk om zélf hun tourmanagers door te betalen? Carl Cox moest zich flink verdedigen (en deed dat ook). Ook de Amerikaanse boekingsagency Discwoman kreeg een paar flinke petsen op de neus van de scene. Discwoman is een idealistisch - nee: activistisch - underground bolwerk dat opkomt voor de kansen van vrouwen op de dansvloer. Ze waren er als de kippen bij om donaties in te zamelen voor hun voltallige roster. DJ-concullega’s keken smalend naar de oproep en beschuldigden Discwoman ervan dat ze een uitzonderingspositie aannamen, terwijl de hele scene in hetzelfde schuitje zit.

Dj's hebben jaren boven hun stand geleefd, is het heersende gevoel, ook onder dj's zelf. Ze hebben de hele wereld afgereisd, kregen goed betaald en hebben alle kansen van de wereld gehad om reserves op te bouwen. Barker, de altijd kritische Berghain resident, deed er zelfs nog een schepje bovenop. De Brit maakt zich ook voor de crisis al kwaad over de ongelijke betaling tussen dj's en livesets. Terwijl producers in hun livesets met bloed zweet en tranen gemaakte producties staan te spelen. Dit twitterde hij afgelopen week: 'Dj’en, dat is eigenlijk het luchtgitaar van de dancewereld. Enige verschil is dat een luchtgitaarspeler je tenminste altijd de track ID geeft. Misschien moeten we het luchtproduceren gaan noemen?' Au.

In de houdgreep van de gratis content

Maar is dat nou wel fair? Is het reëel om aan te nemen dat elke bekende dj zoveel gespaard heeft dat hij (of zij) het best een half jaar zonder inkomen kan uithouden? Zijn dj's niet de drijvende kracht achter het bruisende nachtleven? Zijn zij het niet waarvoor tienduizenden mensen een kaartje kopen? Nog zo'n moeilijke vraag: hoe beoordeel je de waarde van een dj-set, en waar zit die in? De selectie van de dj, jazeker. Maar blijkbaar is die waarde ook plaatsgebonden. Vergeet niet: online sets zijn de afgelopen jaren altijd gratis geweest, en dj's konden er flink van profiteren. Een goeie Boiler Room, en je agenda stroomde vol. Een podcast voor Dekmantel of Resident Advisor was goed voor je aanzien in de scene. Het vertegenwoordigt waarde, ook al staat er geen gage tegenover. Streaming inkomsten uit eigen producties zijn voor de meeste house of techno artiesten een schijntje bij hun gigs.

Daar komt nog een belangrijk knelpunt bovenop. Gratis livestreams zijn nog fun and games, maar wil je hier een verdienmodel aan verbinden, dan begeef je je in een juridisch mijnenveld, schrijft Shawn Reynaldo in dit stuk voor Pitchfork. Ook op een festival kunnen dj's namelijk niet 'zomaar' alles draaien en daar geld voor vangen. De rechthebbenden van die tracks zijn nog altijd de producers zelf. Normaal gesproken dragen clubs en festivals een percentage van de omzet af aan rechtenorganisaties. Die zorgen er op hun beurt weer voor dat dat geld terecht komt bij de rechthebbende producers. Maar als jij een Youtube of Facebookstream doet? Dan draag je dus geen rechten af. Producers komen er bekaaid af. Dat is problematisch als je er een alternatief verdienmodel wil bedenken, waarbij de promoter een prijsje op de livestream plakt. 

Toch zal daar iets op verzonnen moeten worden als deze situatie lang aanhoudt. En dat het lang kan gaan duren voor we weer met zijn allen in een festivaltent staan te zweten, dat mag inmiddels wel duidelijk zijn. Op zeker moment zal de ijzeren charity houdgreep waarin de dancescene zichzelf nu gevangen houdt toch doorbroken worden. Als over een paar maanden de laatste dubbeltjes uit de bank gevist zijn, moet er wel een alternatief zijn. De sleutel ligt waarschijnlijk niet bij de kijkers thuis, maar bij een slimme constructie achter de schermen. Schijngratis dus, betaald door een sponsor, waardoor iedereen - de artiest, de geluidsman, de promoter - er wat aan kan verdienen. Al is het maar een beetje.