‘Ik ben niet iemand die Domela maar meteen op een voetstuk plaatst. Odes of bewierokingen vind ik niet interessant. Hij was natuurlijk wel een geweldige man omdat hij enorm gedreven was, maar ik vind het net zo leuk om over Kees “Kesanova” de Vries of over De Jonge Boschfazant te schrijven.’ Aan het woord is muzikant en schrijver Meindert Talma (1968). Talma groeide op in het Friese Surhuisterveen. ‘Echt Domela-land,’ vertelt hij in de koffieruimte van het gezellige Domela Museum in Heerenveen, een plek waar hij de laatste tijd geregeld te vinden was. Nog even voor de duidelijkheid: Kesanova en De Jonge Boschfazant zijn figuranten uit het echte leven van de muzikant.
Talma verliet op een gegeven moment Friesland en woont tegenwoordig in het Groningse Noordhorn. Wie zich verder verdiept in zijn leven – dat kan bijvoorbeeld door Talma’s autobiografische roman-albumcyclus Nederlands onbekendste popster te lezen en te beluisteren – weet ook al dat hij eigenlijk historicus is. In het eerste deel, Kelderkoorts, vertelt hij daarover. Hoe zijn leven zich na zijn studie vulde met schaken, muziek maken en schrijven. Hij formeerde een band, The Negroes, en maakte naar eigen zeggen ‘bijna elk jaar een album met de beste liedjes van dat moment’, dat steevast een vervolg kreeg in popzaaltjes door het hele land.
Maar sinds Nu geloof ik wat er in de Bijbel staat (2006), een themaplaat met hertalingen van folksongs uit de legendarische Anthology of American Folk Music pakt Talma het allemaal anders aan. ‘Die verandering verliep eigenlijk ongemerkt organisch,’ zegt hij daar nu over. Hij doorbrak het min of meer verplichte patroon: eerst een album met veel liedjes uitbrengen, vervolgens een rondje clubcircuit. The Negroes werden ontbonden en Talma begon louter projectmatig te werken. Eerst maakte hij muziek voor een film, daarna volgde een samenwerking met kunstenares Tryntsje Nauta, een album over voetbal, de eerste twee boeken plus een album over zijn eigen leven en daarnaast verschenen biografische platen over damlegende Jannes van der Wal en de Groningse kunstenaar Hendrik Werkman.