Dit jaar is het honderd jaar geleden dat politicus Ferdinand Domela Nieuwenhuis – Domela in de volksmond – overleed. Muzikant en auteur Meindert Talma schreef een passie voor de eerste sociaal-anarchist van Nederland.

‘Ik ben niet iemand die Domela maar meteen op een voetstuk plaatst. Odes of bewierokingen vind ik niet interessant. Hij was natuurlijk wel een geweldige man omdat hij enorm gedreven was, maar ik vind het net zo leuk om over Kees “Kesanova” de Vries of over De Jonge Boschfazant te schrijven.’ Aan het woord is muzikant en schrijver Meindert Talma (1968). Talma groeide op in het Friese Surhuisterveen. ‘Echt Domela-land,’ vertelt hij in de koffieruimte van het gezellige Domela Museum in Heerenveen, een plek waar hij de laatste tijd geregeld te vinden was. Nog even voor de duidelijkheid: Kesanova en De Jonge Boschfazant zijn figuranten uit het echte leven van de muzikant.

Talma verliet op een gegeven moment Friesland en woont tegenwoordig in het Groningse Noordhorn. Wie zich verder verdiept in zijn leven – dat kan bijvoorbeeld door Talma’s autobiografische roman-albumcyclus Nederlands onbekendste popster te lezen en te beluisteren – weet ook al dat hij eigenlijk historicus is. In het eerste deel, Kelderkoorts, vertelt hij daarover. Hoe zijn leven zich na zijn studie vulde met schaken, muziek maken en schrijven. Hij formeerde een band, The Negroes, en maakte naar eigen zeggen ‘bijna elk jaar een album met de beste liedjes van dat moment’, dat steevast een vervolg kreeg in popzaaltjes door het hele land.

Maar sinds Nu geloof ik wat er in de Bijbel staat (2006), een themaplaat met hertalingen van folksongs uit de legendarische Anthology of American Folk Music pakt Talma het allemaal anders aan. ‘Die verandering verliep eigenlijk ongemerkt organisch,’ zegt hij daar nu over. Hij doorbrak het min of meer verplichte patroon: eerst een album met veel liedjes uitbrengen, vervolgens een rondje clubcircuit. The Negroes werden ontbonden en Talma begon louter projectmatig te werken. Eerst maakte hij muziek voor een film, daarna volgde een samenwerking met kunstenares Tryntsje Nauta, een album over voetbal, de eerste twee boeken plus een album over zijn eigen leven en daarnaast verschenen biografische platen over damlegende Jannes van der Wal en de Groningse kunstenaar Hendrik Werkman.

Meindert Talma

1968 geboren in Surhuisterveen

1996 Hondert Punten
1998 Ferhûddûker
1999 Dammen met Ome Hajo
2001 Leave stumper
2003 Kriebelvisje
2005 Meindert Talma & the Negroes
2006 Nu geloof ik wat er in de bijbel staat
2009 Tamango
2011 De Zee Roept
2012 Eenmaal Oranje
2013 Kelderkoorts
2015 WERKMAN
2016 Jannes van der Wal
2017 Je denkt dat het komt
2019 Balsturig
2019 De Domela Passie

 

Ús Ferlosser

‘Ik vind het mooi om met bijzondere onderwerpen iets speciaals te doen,’ licht Talma toe. En dat er hier en daar een potje is om de schrijver annex muzikant te steunen, is dan mooi meegenomen. ‘Jannes van der Wal was in 2016 twintig jaar geleden overleden, Werkman was in 2015 zeventig jaar dood. Soms word ik gevraagd voor zoiets, soms initieer ik zoiets zelf. Het is handig om voor dit soort zaken een speciale agenda bij te houden.’

In die agenda stond ook: ‘2019, Domela honderd jaar dood.’ Zo ontstond al jaren geleden het idee voor De Domela passie. Talma: ‘Als klein jongetje kende ik zijn naam al. Domela was een begrip hier in Friesland, en ik had voor school al een scriptie over hem geschreven. Hij werd Ús Ferlosser genoemd, of zelfs Vader. Ik kom zelf ook uit zo’n streek van heideontginning en plaggenhutten. Daar was hij een soort god. Het maakte een geweldige indruk dat zo’n deftige heer uit het westen het opnam voor arme sloebers en veen- arbeiders.’

Ik nam afscheid van de kerk maar nooit week ik af van Jezus. Jezus bleef mijn voorbeeld. Soberheid, belangeloosheid.

(uit ‘Jezus’ van Meindert Talma)

Het verbaast Talma dat er over het dramatische leven van Domela Nieuwenhuis nog niet eerder een film of tv-serie gemaakt was. ‘Ik dacht: dan doe ik het maar. Ik kan er liedjes over maken, dat is mijn metier.’ Hij zette zijn tanden in Domela Nieuwenhuis, de gedreven domineeszoon die aan de wieg stond van de socialistische beweging in Nederland. Uit de universiteitsbibliotheek in Groningen haalde hij alle boeken over Domela, waaronder zijn autobiografie, Van christen tot anarchist. Hij kwam er al gauw achter dat hij zich in een niche begaf. ‘Ik was de enige die deze boeken leende, dus dan kun je ze makkelijk twee jaar houden.’

Keuzes
Hij leerde veel. Dat Domela rondtrok met trein en hondenkar. En dat hij sliep in krotten, soms gewoon bij de mensen in bed. En dat terwijl Domela Nieuwenhuis zelf een welgesteld man was. Hij las over zijn vier vrouwen, die allemaal Johanna heetten en van wie de eerste drie op jonge leeftijd in het kraambed waren overleden. En dan begroef hij ook nog eens vier van zijn kinderen. Over het tijdschrift Recht voor allen, dat hij begon en grotendeels zelf volschreef. En over de tijd die hij – geheel ten onrechte – in gevangenschap doorbracht. In het tijdschrift was namelijk een stuk verschenen over koning ‘Gorilla’ Willem iii, die ‘zoo weinig werk van zijn baantje maakt’. Domela koos voor het martelaarschap en weigerde de naam van de echte schrijver te geven. Het bleek een enorme injectie voor zijn populariteit, want een jaar na zijn vrijlating werd Domela het eerste socialistische Tweede Kamerlid. Maar in Den Haag raakte hij geïsoleerd: andere Kamerleden spraken niet met hem. Industriëlen zagen hem als gevaar en in Rotterdam werd Domela bijna gelyncht.

Zo geliefd ik was bij mijn medestanders, zo gehaat werd ik door mijn vijanden. Werd voortdurend bedreigd in brieven. Heel veel mensen wensten mij dood.

(Uit ‘Meest gehate man van Nederland’ van Meindert Talma)

2019 is voor Talma een vruchtbaar jaar. In januari verscheen zijn tweede voetbal­album, Balsturig. Daarop staan onder meer de nummers ‘Abe Lenstra’, ‘Ik ben Louis van Gaal’ en ‘Stijn Vreven’. Talma koestert het idee dat aan iedereen minstens één goed verhaal kleeft. ‘Ik zie het als mijn taak op zoek te gaan naar dat ene bijzondere verhaal. Daar schrijf ik dan een liedje over.’ Andere mensen lenen zich prima voor een grootsere benadering. Dammer Jannes van der Wal bijvoorbeeld. ‘Jannes leefde kort, maar maakte veel mee.’ Ook Domela Nieuwenhuis had een rijk leven, dat volgens Talma niet in één liedje zou zijn te vangen. Sterker, er moesten keuzes gemaakt worden. ‘Ik wilde iets met het feit dat Domela als de Messias werd gezien. Terwijl hij juist zijn geloof in God verloren was, behield hij zijn fascinatie voor Jezus. Dat jaar gevangenschap zag hij zelf als een soort kruisiging. Domela zag Jezus ook als een socialist en anarchist.’

(Tekst gaat door onder de video.)

Rolmodel

Met het basale idee van Domela als een dominee van het socialisme begon Talma te schrijven. ‘Iemand die religie had verruild voor socialisme. Godsdienst richt zich op een hemel, Domela wilde een hemel op aarde.’ Aanvankelijk schreef Talma deze nummers alsof ze voor zijn band bedoeld waren, maar hij verbond ze met meer stichtelijke stukken voor piano, koor en strijkers. Die maakte hij later, toen het idee voor een passie meer begon te leven. Jan Pier Brands, ooit Negro en nog altijd muzikaal vertrouweling van Talma, opperde aanvankelijk het idee van een passie: de lijdensweg van Domela. Talma: ‘Het enige wat ik van een passie wist, was dat het met een koor en veel strijkers is. In de stukken die ik voor piano, koor en strijkers heb geschreven, vertel ik meer over het karakter van Domela.’

Dat was geen gemakkelijk karakter. Domela was wat afstandelijk, hij sprak rustig en was altijd kalm. Zo werkte hij bewust aan zijn imago van ‘vader voor het volk’, weet Talma. Hij was vegetariër en geheelonthouder, antimilitarist en tegen geweld. Hij was een prima rolmodel in een tijd dat veel arbeiders al hun centen verzopen. Maar voor zijn omgeving was hij een moeilijke man, die afhaakte als hij zich ergens niet helemaal goed bij voelde. Na zich lange tijd in zijn onderwerp te hebben verdiept, kan Talma niet anders dan concluderen dat Domela een bloedserieuze man was. ‘Hij heeft natuurlijk veel tegenslag in zijn leven gekend en was enorm gedreven, maar volslagen humorloos. Hij tilde zwaar aan het leven. Wel schijnt hij een aardige pianist geweest te zijn, maar hij speelde eigenlijk nooit.’

Vrouw
Talma herkent wel iets in de onmetelijke gedrevenheid van Domela Nieuwenhuis. ‘Ik heb dat ook wel, alleen niet in die mate. Ik maak altijd tijd voor mijn dochters. Domela niet, hij sloot zich op in zijn werkkamer. Of hij was op reis door het land.’ Ook het anarchistische van Domela is Talma niet vreemd. ‘Ik hecht aan vrijheid en wil mijn eigen gang gaan. Ik heb ooit een halfjaar een vaste baan gehad bij een kunstencentrum. Dat deed ik omdat het moest. Maar verder ben ik altijd eigen baas geweest. Ik houd van mensen die hun eigen gang gaan.’

Met het maken van biografische albums heeft Talma helemaal zijn draai gevonden. ‘Naast mijn autobiografische boeken plus platen wil ik Nederlandse historie levend maken. Ik heb de kennis om het archief in te duiken en het materiaal om te zetten in tekst en muziek. Ik houd van historische onderwerpen.’

Wie het volgende onderwerp is in de agenda van de Groningse muziekbiograaf wil Talma nog niet zeggen. ‘Ik heb wel een soort vijfjarenplan, maar dat ga ik natuurlijk niet verklappen.’ Met twee albums vol nummers over voetballers en drie platen met de levensverhalen van bijzondere mannen in de pocket wordt het misschien tijd dat Talma eens over een vrouw gaat zingen. ‘Dat is een teer punt. Als ik een onderwerp zoek dat dicht bij mij ligt, komen altijd mannen bovendrijven.’

De Domela Passie gaat op 23 november in première op het Leeuwarder festival Explore the North. Op 8 december is Meindert Talma te gast in VPRO Vrije geluiden.