Je zou het niet verwachten als je naar zijn gitzwarte trap à la $uicideboy$ luistert, maar eigenlijk is Deni Lahaye, alias $KEER & BOO$, best wel een lieve jongen. Op de dag van het interview staat hij op het station te wachten, is zijn begroeting een stevige knuffel en zorgt hij er onderweg naar huis voor dat er wat te drinken is tijdens het gesprek. Ondertussen praat hij over zijn aankomende shows, zijn eerste radio-optreden, én over zijn duistere sound. Hoe hij dan toch op al die hyper agressieve teksten komt? ‘Ik zeg die dingen ook gewoon random. Loop je gewoon ergens, iemand loopt voor je voeten, en dan denk je toch gewoon: ‘Ik wil een fucking baksteen in je gezicht gooien?’
Weinig rappers spreken zó tot de verbeelding als $KEER & BOO$. Alleen al met zijn naam windt hij er bepaald geen doekjes omheen, zijn teksten zitten vol met referenties naar steekpartijen en dan hebben we het nog niet eens gehad over de titel van zijn onlangs verschenen mixtape De Polo Op Mijn Body Zit Vol Bloed Van Stervelingen Terwijl Ik 8.6 Drink, Vol. 3. Volume drie, ja, want in slechts twee jaar tijd heeft $KEER & BOO$ als deel van hiphopcollectief Slenterprise – voluit Schroef Los Enterprise – een indrukwekkende discografie opgebouwd. Door zijn bloeddorstige flow en de producties van zijn producer Yung Umbro, vlijmscherpe trapbeats die klikken als geknakte knokkels op hyperspeed, heeft hij zich ontwikkeld tot één van de meest eigenzinnige namen van de Nederlandse underground. In zijn verses verandert het ogenschijnlijk burgerlijke landschap van het zuiden in de achtergrond van een bloedstollende crimescene, waarin hij zich ontfermt over zijn denkbeeldige tegenspelers alsof het boksballen zijn. $KEER & BOO$ is een ‘tool gripper’, een ‘bloed spiller’, een ‘zielenknijper’, een ‘bottenkraker’, én een ‘solomane’ – een einzelgänger – want de afgelopen jaren heeft hij dingen gezien die zijn kijk op de wereld hebben veranderd.
Lange tijd zat $KEER & BOO$ niet op het goede pad, heeft hij dingen gedaan waar hij zich nu afzijdig van probeert te houden. ‘Als je kijkt naar de criminele hoofdsteden van Nederland, dan zie je dat Zuid-Limburg domineert. Heerlen, Geleen, Sittard en Maastricht, dat zijn vuile plekken. Kijk, ik zeg niet dat hier om de haverklap iemand wordt neergestoken, of dat mensen guns trekken, maar ik weet wel dat het kan gebeuren en dat het ook zeker niet zeldzaam is.’