Singer-songwriter Tim Knol bracht afgelopen lente zijn eigen biertje op de markt. “Het idee ontstond toen ik mijn label Tender Records had. Daarmee breng ik vooral vinyl uit, maar ik wilde graag ook een biertje maken. Kennis van zaken had ik niet. Toen kwam ik vorig jaar in contact met Finnbar Wilbrink van Cinema Brewers.” Dat is een Amsterdams brouwerijtje, dat normaal IPA’s (Indian Pale Ale, red.) maakt met filmklassiekers als thema The Big Lebowski, Breathless, Doctor Zhivago). Voor Tim Knol maakte Cinema graag een uitstapje naar muziek met een biertje vernoemd naar Wiggle, een song op het album van Knols garagerockband The Miseries. “Ik wilde graag een IPA maken, en vroeg of ze me daarmee konden helpen. Een eerste testbrouwsel was meteen helemaal goed. Het enige wat nadien nog is aangepast is het soort hop, het eerste brouwsel had een bepaalde soort hop die niet meer te verkrijgen was.” Omdat het vrij licht is, is het ook een ideaal muzikantenbiertje volgens Knol. “Je kunt er makkelijk twee of drie van drinken zonder katjelam op het podium te staan.”
Knol was al langer fan van de Indian Pale Ale. Oorspronkelijk komt dit bittere bier uit Engeland. Door meer hop toe te voegen en het alcoholgehalte te verhogen, werd het bier langer houdbaar en kon het zo per schip naar de overzeese kolonies worden vervoerd. Vooral in de VS wordt de IPA tegenwoordig veel gedronken, Knol leerde het kennen toen hij er op reis was. “Nu pas is het aan het overwaaien naar Nederland. Tien jaar geleden was het er nog niet en miste ik het, maar nu kun je zelfs bij de Albert Heijn een prima IPA krijgen. Het gaat best hard. Brouwerij ’t IJ in Amsterdam was een van de eerste brouwerijen in Nederland die een goede IPA had, en bij cafés kun je tegenwoordig ook de Amerikaanse krijgen.” Met Wiggle gaat het goed, zegt Knol. “De eerste 5000 liter is nu weg, en ook de tweede lading loopt goed. Vooral in Utrecht en Amsterdam loopt het al, maar ook slijterijen in de rest van het land kunnen nu bestellen.”
Drank & Drank: muzikanten klussen bij als brouwer
“Een biertje is een soort compositie”
Muzikanten met hun eigen biertje, een trend? Met de opkomst van microbrouwerijen en de toenemende populariteit van bijzondere bieren, weten muzikanten als Elbow, Frank Turner, Hanson, Mastodon, Maxïmo Park en Status Quo wat het publiek wil: een speciale Indian Pale Ale bijvoorbeeld. In Nederland zijn onder meer Tim Knol, John Coffey, at the close of every day en label/brouwerij Katzwijm bezig bijzondere bieren te brouwen. Knol: “De eerste 5000 liter is al weg.”
Geintje
Er zijn nog veel meer muzikanten in Nederland met een eigen biertje. Van John Coffey is bekend dat ze goed zijn in bier vangen, maar minder mensen weten dat de band zijn naam verbond aan drie biertjes. Voor de Nederlandse punkers is het vooral een grap, zegt Alfred van Luttikhuizen. “We doen dat natuurlijk niet zelf, maar een vriend van ons heeft een brouwerijtje. Na onze tweede plaat Bright Companions wilden we graag iedereen die had meegewerkt een cadeau geven: van het label tot het boekingskantoor. Die vriend heeft toen een zwaar, blond biertje gemaakt van 9 procent, de Heldere Kompaan. Het was een geintje, hij was er ook pas net mee begonnen. We Het was trouwens net voor de hype, we hadden geen moment gedacht aan een IPA of zo. Al vind ik die van Tim wel erg lekker. Als we een show met The Miseries doen, neemt hij altijd wel een kratje mee.”
Toch smaakte het naar meer voor John Coffey: bij de release van de laatste plaat The Great News waren er twee nieuwe biertjes: “Weer een blonde en toch een IPA. Ze waren gebrouwen voor de pre-releaseshow in dB’s. Toen hadden we gewoon vier kratjes onder tafel staan, niet helemaal legaal. Maar goed, verder hebben we er geen ambitie in. We drinken wel graag bier en vinden het leuk om toffe nieuwe dingetjes te verzinnen: we hadden ook al eens een John Coffey-whiskyflacon en een John Coffey-voetbalsjaal.”
Biertje met downloadcode
Wat serieuzer in de analogie bierbrouwen-musiceren is Minco Eggersman van at the close of every day (atcoed), de winnaar van de allereerste 3voor12 Award voor het album The Silja Symphony. "We willen graag iets bijzonders doen met onze albums. We hadden al een keer een album als puzzeleditie uitgebracht en als liedboek. Dat was overigens al voor de malaise van de platenindustrie, tegenwoordig probeert iedereen manieren te bedenken om mensen een product te laten kopen.” Een latere plaat Darkness Travels Light werd in 2014 aangeboden als biertje met downloadcode. “Dit keer wilden we iets extra speciaals bedenken omdat er al zes jaar geen plaat was uitgekomen, om de fans te bedanken voor hun loyaliteit. En in de tussentijd waren we al langer bezig met ons eigen bierlabel, uiteindelijk omgedoopt tot Tongval.”
Tongval brouwt momenteel een drietal vaste bieren: lichte Tongval, Dubbele Tongval en Zware Tongval. Af en toe komt daar een speciaal, tijdelijk biertje bij: het ‘audiobier’ Darkness Travels Light bijvoorbeeld maar ook ‘Mozes de Donkere’: een biologisch bier gebaseerd op het verhaal van een van de Egyptische woestijnmonnik (dus niet de Bijbelse Mozes, red.). Op die manier komt er een hele serie woestijnvaderbieren, met ingrediënten (komijn, dadel) die destijds in de Sinaïwoestijn voorkwamen. Eggersman: “Die woestijnvaders inspireerden latere monniken die voor het eerst bier gingen brouwen. Dat verhaal kun je vertellen in een stuk tekst, maar ook in smaken. In oktober komt daarbij een boek uit met verhalen over alle woestijnvaders die wij als boek uitbrengen.”
Verhalen, dus. Eggersman ziet daarin parallellen tussen het album Darkness Travels Light en het gelijknamige biertje. “Onze muziek is melancholisch, maar we proberen ook altijd een sprankje leven of hoop erin te stoppen. Met die gedachte is het biertje gemaakt: het fruitige begin staat voor de hoop, de bittere afdronk voor de melancholie. Op dezelfde manier als dat je met een album eindeloos bezig bent met details, zoals of de tracklisting wel klopt, sleutel je bij een biertje aan de smaak. Het ontwerpen van het etiket is dan weer te vergelijken met de albumcover. Voor mij ligt het dus dicht bij elkaar: je zet een ambachtelijk product in de markt, waarvan de materie op zich al 200 jaar bestaat. Het is dus jouw interpretatie van wat er al is, dat probeer je op je eigen manier te uiten. En het zijn beide producten die leuk zijn om te delen.”
Bollenschuur
Op dezelfde manier kijkt Bart Schotman ertegenaan, gitarist bij de instrumentale mathrockband The Howl Ensemble en tegenwoordig ook ‘brouwmeester’ bij label/brouwerij Katzwijm. Samen met zijn onlangs overleden vriend Corno Zwetsloot (Space Siren) besloot hij om het helemaal DIY aan te gaan pakken. “Corno had al de studio Next To Jaap, en daarbij ook een groentetuin. Hij wilde graag zelfvoorzienend zijn. Bovendien vonden we bier lekker. Hij had al een keer wat aangeprutst met zo’n pakket dat je kan kopen, uiteindelijk zijn we gaan brouwen voor eigen gebruik, samen met Aico Turba - bassist van Space Siren - Sico, de broer van Corno en Sam, de neef van Corno. Het is nog steeds redelijk low key, een brouwerijtje in een bollenschuur.”
Schotman brouwt dus nog steeds vooral voor eigen gebruik. “Wel zijn we begonnen met open bierdagen, elke tweede zondag van de maand. Tegenwoordig doen we vooral Engelse bieren – stouts en IPA’s – en ook de Belgische – dubbels, tripels en quadrupels.” Al die bieren waren ook te proeven op de tweede editie van het Katwijmbierfestival, met bands gerelateerd aan het label – onder meer Blue Crime, Dead Neanderthals, The Sweeth Release of Death en Homemade Empire – en inmiddels 21 verschillende bieren. Aan het begin ging het allemaal nog niet zo florissant. “Het is wel eens ondrinkbaar geweest. Dat er wat chloor inzat omdat de beluchtingssteentjes niet goed nagespoeld waren en je daardoor je foute alcoholcellen krijgt, ‘pleisterbier’. Het kost veel tijd om het onder de knie te krijgen, maar dan is het resultaat ook heel leuk.”
Welke parallellen ziet Schotman tussen brouwen en muziek maken? “Het is allebei een soort combinatie tussen vakmanschap en creativiteit. Je moet weten wat je doet, je instrument beheersen en het vak doorkrijgen. Als dat lukt bedenk je je: wat wil ik eigenlijk maken? Een biertje is een soort compositie: welke hop wil ik, hoe hoppig moet hij precies worden? Als je Corno zijn muziek kent, dan weet je wel dat hij de extremen nogal opzoekt. Hij wilde een statement maken, dat deed hij in het brouwen ook. Een middle-of-the-road-biertje kun je ook wel in de supermarkt krijgen. Dus als hij vond dat er hop bij moest, gooide hij er ook meteen een flinke lading bij - zette hij het fuzzpedaal als het ware helemaal open.” Zonder Corno proberen Schotman, Turba en de twee Zwetsloots er het beste van te maken. “Het is lastig, hij was goed in de lijnen uitzetten. We waren het veel eens, maar ook veel oneens. ‘Nee, zo gaan we het doen!’ Dat missen we nu wel. Maar we willen het zeker voortzetten, het blijft leuk om te doen en als eerbetoon aan Corno.”
“Het gaat hand in hand met muziek”
Internationaal zijn er nog veel meer voorbeelden van bands die een eigen biertje of ander drankje maakten. The Guardian publiceerde vorig jaar een vermakelijke test, waarin verschillende biertjes aan bod komen. Elbow begon de hele trend met hun Build a Rocket Boys! bier en kwam later met de opvolger Charge. De band verklaarde "proud supporters of traditional British real ale” te zijn en los daarvan verklaarde frontman Guy Garvey - fervent pubbezoeker - al eens dat podium niet op te komen zonder alcohol: “We houden van drinken, het gaat hand in hand met de muziek. We hebben ooit één optreden gedaan zonder te drinken, het werkte niet. Iedereen in het publiek was gelukkig. Wij niet.”
Het donkerder en moutiger Charge-bier is vernoemd naar het gelijknamige nummer op de laatste Elbow-plaat, The Take Off And Landing Of Everything. Het hoofdpersonage is een oude man die al eeuwen op dezelfde plek in zijn pub zit. Elke dag is hij er getuige van hoe zijn stamkroeg wordt overgenomen door de jonge generatie, waarvoor hij maar een onzichtbare man op een barkruk is: “Glory be, these fuckers are ignoring me/ I’m from another century”. De man had het Charge-biertje kunnen waarderen, denkt Garvey. Tegen The Morning Advertiser zei hij: “Je smaak verandert als je ouder wordt. Het laatste biertje was een goede balans van waar we toen van hielden, maar sindsdien zijn we bittere drinkers geworden.” The Guardian was overigens niet enthousiast over Charge: “a boring brown bitter”, luidde het oordeel in de biertest.
Frank Turners Believe-biertje komt er al een stuk beter vanaf bij The Guardian: “Net zo verwarrend als zijn politieke opvattingen, maar in elk geval smakelijker.” Ook Mastodon, Maxïmo Park en Status Quo verbonden hun naam aan redelijke tot goede bieren, volgens de krant, maar Iron Maiden kan maar beter ophouden met hun The Trooper-bier. En daarmee zijn we er nog niet. Ook Kiss brouwde zijn eigen biertje (Destroyer), net als Enter Shikari (Sssnakepit), Motörhead (Bastards), Pearl Jam (Faithful Ale), Doe Maar, AC/DC, The Grateful Dead (American Beaty) en zelfs boyband Hanson bracht zijn eigen bier op de markt onder de naam, hou je vast, ‘MMMHop’ (naar aanleiding van The Hangover III, waar de bijna gelijknamige hit in zit).
Rock-‘n-roll?
Dat zijn aanzienlijk grote bands, maar het lijkt ze toch vooral om liefhebberij te gaan. Tim Knol zal intussen niet puissant rijk worden met zijn biertje, maar heeft er wel een bescheiden business model omheen ontwikkeld. Zo af en toe draait hij een dj-setje, en ook dat is tegenwoordig een goede gelegenheid om wat biertjes kwijt te raken. “Ik doe dat niet heel vaak, maar vanavond toevallig wel in Arnhem. In een goed café met veel vinyl, dus dan is het leuk. Het café slaat dan voor een wat langere periode Wiggle in, dat is de deal. Bij een standaard dorpscafé zal het misschien niet heel goed verkopen, maar bij een wat bijzonderder café wel. Een aantal restaurants slaat het ook in: het is speciaalbier dat je goed kan drinken bij je diner, toch anders dan pils. Klinkt vast niet heel rock-‘n-roll, dit.”