tUnE-yArDs: "Ik schrok van Arcade Fire's Reflektor"

Ook Merrill Garbus trok naar Haiti voor inspiratie

Atze de Vrieze ,

Toen Merrill Garbus het even niet meer wist, ging ze naar de bibliotheek en leende ze een boek: How To Write A Hit Song. Maar de inspiratie voor haar derde tUnE-yArDs album kwam uiteindelijk toch ergens anders vandaan: uit de kinderseries van haar jeugd, van het eiland Haiti en van de gewapende overvallen voor haar deur.

Voor tUnE-yArDs is de invloed van Haiti nieuw, maar wel volkomen logisch. De zangeres is altijd gefascineerd - zo niet geobsedeerd - geweest door muziek uit andere culturen. En haar songs zitten altijd vol met sociaal commentaar, over het kapitalisme, over racisme, en vooral over hoe die elementen met elkaar te maken hebben. Het brengt haar in een voortdurend conflict met zichzelf, en die spanning is precies wat haar muziek nodig heeft. Wat dat betreft is Haiti natuurlijk een splinterbom: een straatarm land, met een verleden als Franse slavenkolonie. En aan de andere kant een land met een rijke cultuur, waarin spiritualiteit (voodoo) en muziek hand in hand gaan.
 
Geheime toegangspoort tot de geesten
'Voor mij voelt het als een nieuwe vorm van kolonisatie, het domweg gebruiken van symbolen uit andere culturen', aldus Garbus, 'ik voel me daar opgelaten over. Ik kwam terug uit Haiti, en het eerste dat ik zag was het logo van Reflektor, het album van Arcade Fire. Ik schrok, omdat het een oude Haitiaanse zandtekening is, die ik even daarvoor nog bij een ritueel had gezien. Voor mij voelt dat dan als een heilig symbool, de geheime toegangspoort tot de geesten. Het voelde heel bijzonder om bij zo'n ceremonie aanwezig te zijn, als een voorrecht. Alsof er door de eeuwen heen iets bijzonders bewaard was gebleven. Ik heb er letterlijk bij staan janken. Tegelijk blijven de oude ritmes juist bewaard doordat ze een plek krijgen in bijvoorbeeld moderne Haitiaanse popmuziek.' 
 
Ze heeft het altijd gehad, die argwaan, of beter: het ontzag. En tegelijk zit haar muziek vol met verwijzingen naar andere culturen, met name Afrikaanse muziek. In veel nummers combineert ze punk en funk met spoken word, verschillende lagen zang, rap. Percussie is alleen maar belangrijker geworden. Garbus speelt zelf altijd drums op het podium, die ze live loopt, net als haar stem. De podiumversie van tUnE-yArDs bestaat nu uit Garbus en vriend/bassist Nate Brenner, plus een percussionist en twee zangers. De twee saxofonisten van haar vorige tour blijven thuis. In een artikel op de website The Talkhouse schrijft ze over haar reis naar Haiti en hoe niets haar zo inspireert als buiten haar eigen context te stappen. Het begon met een nieuwe hobby - Haitiaanse danslessen - het eindigde met een soort spirituele ontdekkingsreis. 
Sink-O = Stink-O
Ze vertelt er ook dat haar album oorspronkelijk Sink-O zou heten (nu alleen een track op het album). Een zelfverzonnen woord, afgeleid van 'syncopation', een technisch-muzikale term voor ritmes die niet samenvallen met de tel van de maat, maar juist ervoor of erna vallen. 'Onverwacht, vanuit westers perspectief, heel normaal in andere culturen. Het woord suggereert dat je je binnen de westerse traditie bevindt. Sink-O lijkt ook op 'sinkhole'. Ik weet nog dat toen ik het album schreef een nieuwsbericht langs kwam over een compleet huis dat in een gat verdween, alsof de aarde het verzwolgen had. De wraak van moeder natuur. "It literally ate him up!" Ik heb het album uiteindelijk toch niet zo genoemd, omdat ik de headlines al voor me zag: Sink-O is Stink-O.'
 
De aarde die wraak neemt op de mensheid, het is een thema dat vaker voorkomt. Je hoort Garbus met haar nerveuze, onrustige stem, en haar muziek vol prikkels, voortdurend dat soort statements maken. Soms heel expliciet, soms in beeldspraak. Wat te denken van die zwerver die haar een met bloed doordrenkte dollar geeft in Water Fountain? En hoe zit het met die overvaller in Stop That Man? Ze zingt: 'A city too wrecked to crack its own nuts, we'll have to be our own policemen.' 'De helft van de politiemacht in mijn stad Oakland is wegbezuinigd,' zegt Garbus. 'Het gevolg was een golf van criminaliteit in mijn buurt. Op zo'n moment voel ik me onderdeel van de cirkel van racisme. Vorig jaar was er veel aandacht voor een zaak rond de zwarte tiener Trayvon Martin, die doodgeschoten was door een man die onterecht dacht hem op een misdaad te betrappen. Ik zou graag een liberaal mens willen zijn, en zeggen dat het een racistische daad is. Maar ja, ook ik wil niet neergeschoten worden, ik ben ook maar een mens. De oplossing? Laten we eens beginnen het economische aspect van de sociale politiek los te koppelen. Het Amerikaanse gevangenissysteem verdient bakken geld aan voornamelijk jonge, zwarte mannen. En de kloof wordt alleen maar groter.'
 
Kinderen opeten
Nog zo'n sterk beeld: in Why Do We Dine On The Tots? treffen we een gezin aan tafel, dat zo hongerig is dat de optie besproken wordt om dan de kinderen maar op te eten. Een metafoor voor de manier waarop we door ons egoïstische gedrag de aarde uitwonen en de toekomst van de volgende generaties op het spel zetten. Het is niet echt een liedje, maar meer een soort sinister sprookje, al kun je de verschillende stemmetjes die door elkaar heen praten rustig als harmonieën opvatten, met een kinderlijke harpsichord als begeleiding. 'Het is geïnspireerd door een satirisch verhaal van Jonathan Swift dat ik lang geleden las. En door de verhalen van kinderschrijver Roald Dahl, waarin de ouders vaak afschrikwekkender waren dan de reuzen en heksen. Ik hield van dat soort verhalen, en ook van de tv-serie PeeWee's Playhouse, heel kleurrijk en vreemd, haast psychedelisch. Het was voor mij een ontsnapping toen ik een jaar of tien was. Ik herinner me dat ik me in die tijd altijd veertig voelde. Misschien kwam het doordat we zo vaak verhuisden. Of doordat ik het gevoel had dat ik voor mijn zusje moest zorgen. En misschien ook wel voor mijn ouders. Mijn moeder was vaak ziek, waardoor ik me al snel bewust werd van het feit ook zij zomaar dood zou kunnen gaan, in plaats van dat ze me altijd zou kunnen beschermen. Dankzij PeeWee voelde ik me jong.'
 
Door haar plaat Nikki Nack te noemen en voortdurend te verwijzen naar kinderliedjes, laat Garbus de balans uiteindelijk doorslaan naar haar speelse, vrolijke kant. Want laten we wel wezen, alle zware thema's ten spijt is de muziek van tUnE-yArDs ook altijd goed voor een glimlach en is het moeilijk om stil te staan. Ze is een originele, avontuurlijke en vooruitstrevende muziek, maar wel een die streeft naar toegankelijkheid. 'Ik wilde dolgraag een betere songwriter worden, maar ook alle gekkigheid blijven uithalen die bij tUnE-yArDs hoort.'