HET CONCERT
Magnus, Into The Great Wide Open, Fortweg, donderdag 4 september 2014
ITGWO14: Tom Barmans Magnus opent fantastisch nieuw Fortweg-podium
Langverwacht nieuw werk gedateerder dan het tien jaar oude
Een minuut of tien is het fietsen. Je kunt ook lopend door het bos voor de full experience. En die wil je natuurlijk. Met het nieuwe podium aan de Fortweg heeft Into The Great Wide Open zichzelf overtroffen. Het is een ruim opgezet gebied met een glijbaan (een glijbaan!) boven de geluidstafel, zeebaars en scheermesjes met zicht op het podium. Vroeger kon je op de eerste (bonus) dag van Great Wide Open hooguit een stel Mongoolse keelklankzangers zien, nu speelt de organisatie meteen een troef uit: Tom Barmans Magnus.
DE ACT
Drie jaar geleden speelde Tom Barman met ‘zijn’ dEUS op Into The Great Wide Open. Een keer op het hoofdpodium, op volle kracht, de hitshow. Veel dierbaarder herinneringen hebben we echter aan de onaangekondigde show in het bos. Nee, het was geen akoestische set, maar een selectie uit het meest kalme werk van dEUS, met songs als Serpentine, Little Arithmetics en Nothing Really Ends. Het was een verademing na jaren van ongemakkelijke macho-rock. Nu is Barman na tien jaar terug met zijn zijproject Magnus, een samenwerking met dance producer CJ Bolland.
HET NUMMER
Het duurde echt heel lang, voor de tweede Magnus het levenslicht zag. Zo lang dat we er absoluut niet meer op gerekend hadden. Deze week verscheen het album, en de set telt flink wat nieuwe songs. En toch is het oudje Summer’s Here - afsluiter van de set - dat boven alles uitsteekt. Het begint met een jazz-sample van Donald Byrd en behoudt de elegantie door Barman’s zachte zang, die wel doet denken aan zijn grote held JJ Cale. Het nummer krijgt een nieuw leven, met een boeiende seventies softpop gitaarsolo die steeds psychedelischer en meer funky wordt.
HET MOMENT
Barman heeft zijn invloeden altijd als erepenningen op zijn borst gespeld. Misschien wel het meest nadrukkelijk met de soundtrack van Any Way The Wind Blows, zijn film die ongeveer in dezelfde tijd verscheen als het Magnus-album. Twee nummers van het project kwamen prominent tussen zijn muzikale helden op deze soundtrack. En al die helden horen we weer terug in Magnus. We horen Barman vandaag rappen als old school rapper Young MC in Regulate, een song over de teloorgang van het wilde nachtleven. We zien hem rocken als Evil Superstars, we horen CJ Bolland achter de knoppen een poging tot Squarepusher doen. En ze proberen het met de synthpop van Yazoo op Singing Man. Jammer dat het zo’n ongelofelijk oubollig liedje is, met ook nog eens een hook die helemaal niet blijft hangen. Dit had HET moment moeten zijn in de nieuwe set, maar dat is het helaas niet.
Naast Bolland en Barman staat nog een Vlaamse rockcoryfee op het podium: Tim Vanhamel, de gitarist met de wilde haardos, niet bang de hals van zijn instrument met een wilde zwaai en een zwoele blik de lucht in te werpen. Hij zorgt ervoor dat de house-rock-crossover op het podium gestalte krijgt. Toch is Magnus vanavond een stuk minder ‘band’ dan we verwachtten: drummer en toetsenist zijn vanavond verhinderd. Daardoor hebben we vanavond toch een beetje Magnus Minus.
HET PUBLIEK
“Tom is wel een beetje een oude vent geworden”, zegt een man die er oud genoeg uitziet om op Suds & Soda gedanst te hebben. Een generatie alternatieve muziekliefhebbers is opgegroeid met de overtuiging dat de Belgen beter waren in popmuziek dan wij, en dat Tom Barman daar het beste bewijs van was. Hij is immers een goede, intelligente prater, een eigenzinnige liedjesschrijver, een smaakicoon, en niet te vergeten: sexy. De eerbied waarmee men in Nederland nog altijd spreekt over dEUS is fascinerend, zeker als je bedenkt dat de band de laatste tien jaar weinig nummers heeft geschreven die echt beklijven. Wat is het laatste echt memorabele liedje? The Architect? Toch alweer zes jaar oud, en nota bene gezongen door gitarist Mauro. Toch staat het hier vanavond voller dan ooit op de openingsdag.
HET OORDEEL
Het is treurig om te moeten constateren, maar het nieuwe werk klinkt gedateerder dan het tien jaar oude. Het duo ruikt aan van alles en nog wat, maar geen moment klinkt het fris of interessant. Ja, het klopt, Barman begint een oude man te worden, die zichzelf maar blijft uitdagen met macho rockgedrag en geforceerde hipheid. Hij is de eerste om de draak met zichzelf te steken en te wijzen op het feit dat twee veertigers hier ouwelullenmuziek staan te maken, maar het is zo zonde dat hij die zelfkennis niet gebruikt om er zijn kracht van te maken. Een ouwe lul ben je niet als je kalmere muziek gaat maken, een ouwe lul word je juist als je krampachtig een pak aan blijft trekken dat je niet meer past. Where Neon Goes To Die, heet die Magnus plaat, een fraai beeld voor het aanbreken van een nieuwe levensfase. Omarm hem, Tom, we wachten er op!