Joost van Bellen in Miami: ruzie, P. Diddy, siliconen en de grootsten der Aarde

Dagboek SXSW/New York/LA/Miami dag 11

Joost van Bellen ,

Joost van Bellen houdt een dagboek bij vanaf SXSW in Austin, een kort bezoek aan New York, op de koffie bij Junkie XL in LA en eindpunt Miami voor de Miami Music Week en het Ultra Festival. “Ik wilde weg. Michiel niet. Ik werd boos. Michiel niet. Ik heb een taxi gepakt. Michiel niet. Deze hele grap kostte me rond de honderdvijftig dollar en ik had ruzie met mijn beste maatje.”

DAG 11
WOENSDAG 22 MAART
MIAMI


Het is hier nu rond drie uur in de middag, mijn huisgenoten slapen nog. Ik geloof dat ze pas een paar uurtjes geleden zijn thuis gekomen uit de Space. Met wat geluk hoor ik straks hun verhalen. Er was iets met een hoop uiterlijk vertoon rond P. Diddy geloof ik.

Deze dagboekpost ga ik kort houden, er staat teveel op het programma voor vanmiddag en vanavond. Ik ben eigenlijk al tegen de late kant. De foto’s spreken ook boekdelen denk ik. Verder moet ik iets recht zetten: Valtifest was niet het eerste festival dat moombathon boekte, dat was Incubate. Excuses aan allen die daarmee te maken hadden en bij deze plant ik een reuzenpluim in jullie achterste.

Gisteren was het dag 2 van mijn Miami avonturen, maar het voelt als week 2. Ik ben natuurlijk al twee weken weg en als je de tijd erbij optelt die ik op Ibiza heb doorgebracht, ben ik nu bijna zes weken van huis. En dan ga je toch dingen missen. Vooral mijn man en de spinnende poes op de bank. Ik had het er gisteren moeilijk mee, heb zelfs een traantje laten lopen. En ik voel me nog steeds hetzelfde eigenlijk. Gisteren was ik fysiek ook niet helemaal het mannetje, hoofdpijn, buikpijn en veel hoesten. Het komt door de intensiteit van mijn avonturen hier en is een logisch gevolg van de verschillen in temperatuur die je hier ondergaat. Het is rond de dertig graden, maar in elk hotel, elke club en elk restaurant staat de airconditioning te loeien en ben je blij dat je een sweatshirt bij je hebt.

We zijn gaan eten bij Toni’s Sushi Bar in South Beach, het langwerpige eiland dat voor de kust ligt, waar de klassieke over-de-top hotels staan, waar de gekte is losgebroken sinds dinsdag. De lezers van mijn vorige dagboeken weten ondertussen wel hoe dat daar is; uitgebreid tentoonstellen van geld en mensenvlees, Ferrari’s, hooggehakte wichten met een paar kilo siliconen, mannen met rugspieren zo groot dat het rugzakjes lijken. En daar tegenover zwervers, bedelaars en verloedering. We hebben dit jaar voor het eerst een hotel downtown genomen. Hier zijn de meeste feesten waar we naar toe gaan. Maar downtown is groot, ik betaal een vermogen aan taxi’s.

Bij Toni’s Sushi Bar hebben we heerlijk gegeten met de ploeg van Stereosonic en Creamfields Australië. Wat een leuke mensen zijn dat toch, en wat een helden ook. Stereosonic reist met een min of meer zelfde line up door Australie. Ze doen er vijf steden aan. Het moet helemaal te gek zijn, ik heb beloofd dat ik snel een keertje mee ga.

Ik ben vroeg naar Grand Central gegaan voor deel twee van Hard. Ik hoorde er vele bekenden en nieuwe dj’s, zag misschien wel honderd man die ik kende. Afin, het was gezellig en goed. Ik heb het Junkie XL album aan de grootsten op aarde gegeven, ben heel benieuwd wat hun reactie is. Turbo records gaf me een cd met hun paradepaardjes voor dit jaar. Allemaal nog unreleased en ik mag het absoluut niet delen. Spannend!

Ik wilde nog naar Made For The Night van Jesse Rose maar de politie had de zaak gesloten las ik op twitter. Er was ook nog iets met Jake Shears en de vrouw van Boys Noize en een gaybar met mannen op de bar met penissen van een meter of drie, maar daar wilde niemand mee naar toe. En in mijn eentje daar belanden wordt op mijn leeftijd wat zielig. Toen het in Grand Central op zijn einde liep wilde ik naar ons hotel, maar maatje Michiel moest en zou naar South Beach om aan te haken bij mijn huisgenoten. Hij was niet van de wijs te brengen en ik ben maar gevolgd. Daar kreeg ik al snel spijt van.

Door de drukte buiten hebben we een taxi gedeeld met een paar douchebags uit Queens New York, maar die jongens moesten helemaal aan de andere kant van Miami Beach zijn. Dat kostte dus klauwen met geld. De club in het Shellbourne Hotel sloot net zijn deuren en het was geen fraai gezicht wat eruit kwam stromen. Ik wilde weg. Michiel niet. Ik werd boos. Michiel niet. Ik heb een taxi gepakt. Michiel niet. Deze hele grap kostte me rond de honderdvijftig dollar en ik had ruzie met mijn beste maatje. We vallen elkaar straks wel weer in de armen.

Ik spring zo onder de douche en ga naar de DJ Mehdi tribute en naar de eerste dag van het Ultra Festival voor Kraftwerk (!!!!), Skrillex en Nobody Beats the Drum. Daarna zien we wel verder.