Concert:
Tiny Ruins, Into The Great Wide Open, Naar Buiten, zaterdag 8 september 2012
Muziek:
De vrouw achter Tiny Ruins is de in Nieuw Zeeland opgevoedde Hollie Fulbrook. Voor haar Tiny Ruins-periode trad zij al regelmatig op tijdens livemuziek- en poëzieavonden. Ze schrijft traditionele folkliederen in de trant van Laura Marling, Fiona Apple en Jessica Lea Mayfield.
Plus:
Eenmaal opgekomen opent zij het optreden samen met haar drummer en charmante contrabasspeelster, niet veel later introduceert zij “two friends of us”, een trompettist en een steel lapgitarist. De trompettist en basspeelster vullen de liederen niet alleen aan met hun instrumenten, maar ook met hun harmonieuze ingetogen samenzang. Tijdens het optreden is het muisstil in het publiek, waardoor allerlei details zoals een zachte klap op een gong of het gerinkel met belletjes mooi naar voren komen. De doffe klanken van de contrabas geven de muziek een donker jazzsfeertje mee, terwijl de steel lapgitaar soms onidentificeerbaar meespeelt, om plotseling langzaam boven alles uit te stijgen. Tiny Ruins’ songmateriaal bestaat voornamelijk uit poëtische odes aan de natuur, wat nergens zo goed tot zijn recht komt als tussen de bomen.
Tussen de nummers in maakt Fulbrook graag een praatje. Zo zegt zij dat ze al een paar maanden tourt, maar dat Into The Great Wide Open haar favoriete festival is. Een uitspraak die je wel vaker hoort van artiesten, op welke plek je ook staat. Haar argumentatie wist iedereen echter te overtuigen: ”Everything is so beautiful, with the pines and the trees and everyone is listening so quietly and happy.”
Op een gegeven moment legt ze uit waar het nummer Running Through The Night over gaat, namelijk het nemen van de boot tussen het noorden en zuiden van Nieuw Zeeland. Ze vertelt dat de reis over deze wateren een stuk stormachtiger is dan op de veerboot naar Vlieland. Het is adembenemend om te horen hoe ze dit gevoel vertaalt naar de muziek. Zo klinkt de gedempte trompet als een misthoorn in de verte en komt de muziek in golven op het publiek af.
Min:
Na een half uur spelen verlaten de eerste bezoekers het terrein en lijkt de aandacht wat te gaan verslappen. Als de band net op het podium staat is er sowieso een licht passief sfeertje merkbaar. Na Fulbrooks eerste praatje hing er nog wat ongemakkelijkheid in de lucht, maar na een paar nummers groeien de band en het publiek steeds verder naar elkaar toe. Dat er af en toe tijdens het spelen een schoonheidsfoutje gemaakt wordt mag de pret ook niet drukken.
Conclusie:
Na een kalme en meeslepende set werkt afsluiter en nieuw nummer She’ll Be Coming Around plotseling toe naar een krachtige apotheose, zodat het kleine bospodium na afloop gevuld wordt door een langdurig applaus van opstaande mensen. Dit laatste nummer is precies wat de band nog nodig had om iedereen in het publiek te overtuigen. Voor een band als Tiny Ruins is zwijgen goud en, op een huilende baby na, kon je een speld horen vallen waardoor de subtiele schoonheid van hun muziek volledig door iedereen opgenomen kon worden.
Cijfer:
8