Het jongste Amsterdamse festival Pitch brengt in Cultuurpark Westergasfabriek de belangrijkste elektronische pioniers van morgen in één weekend samen. Met het accent op live acts een ambitieuze maar pittige ontdekkingstocht in de wereld van elektronisch gedreven muziek. Maurice Spijker en Bente Bollmann van Mojo leggen de ambities uit van deze nieuwkomer in het peloton van stedelijke festivals.
Letterlijk aan de vooravond van het festival zitten we met de heren van Pitch op het terras van de Westerliefde, ingeklemd tussen de Westerunie en het Transformatorhuis, die met de Gashouder de driehoek aan podia van het festival vormen. De sfeer is nogal ongewoon: chaotisch, zoals je van ieder festival in aanbouw verwacht, maar tegelijk gemoedelijk, door de omgeven mooie fabriekspanden die historie en cultuur uitademen.
Beide heren zijn blij met een locatie als Cultuurpark Westergasfabriek maar de muzikale afwegingen die voor deze eerste editie gemaakt zijn staan voorop. "We zijn vooral verheugd dat alle artiesten die wij belangrijk en actueel vinden hier in één weekend te bewonderen zijn", aldus programmeur Spijker. "We hebben een goede filter ontwikkeld om die ambitie waar te maken in de boekingen. Zo was het in mijn eerste jaren bij het programmeren van 5 Days Off en zo zie ik die missie ook bij Pitch". Bollmann, die naast dit elektronische muziekfestival ook het hele jaar rond de man achter de marketing en communicatie van Lowlands is, vult aan: "We hebben de kans gekregen en verzilverd om een publiek te bedienen met een festival dat zich erg compact richt op de meest vernieuwende stromingen in de elektronische muziek. Dat dit in Amsterdam en in het bijzonder dit park gebeurt is een mooie extra dimensie en maakt dit festival nog unieker voor onze doelgroep".
Daar waar de X-Ray-tent in Biddinghuizen en de grote podia Melkweg, Paradiso en TrouwAmsterdam doorgaans al een flinke duit in het zakje doen, brengt Pitch de meest prikkelende en toonaangevende namen in één weekend op de planken. "Een primeur in Nederland. Er is natuurlijk veel te kiezen en vooral in de zomer ligt festivalmoeheid op de loer. Wij richten ons echter op het experiment en zijn dan ook niet bezig een traditioneel festival te willen zijn met verschillende genres op elk stage. Daarnaast geven we ook gewoon toe dat we best gewaagde keuzes maken met veel crossovers, maar aangezien het hele festival is uitverkocht hebben we het al goed gedaan".
Pitch zet met bands als Crystal Fighters, Junior Boys, Chromeo en Kakkmaddafakka in een vaste bandsetting naast dj's als Apparat, Nicolas Jaar en Jamie Woon die hun set ter plekke uitkleden, duidelijk in op zo veel mogelijk live optredens. "De tijd van laptopsets ligt wat ons betreft achter ons en daarom is het blokkenschema een bonte verzameling geworden van alle acts die er op dit moment toe doen".
Pitch mag vooral een verfrissende ontdekkingstocht worden en daarbij kunnen het aanzienlijk aantal Nederlandse namen in de line up zeker niet over het hoofd gezien worden. Welke rol speelt deze scene in het internationale veld? Als we samen deze voor het gemak in geel gekleurde namen bekijken in het blokkenschema komt Jungle By Night als eerste ter sprake. "Zeer dansbaar en esthetisch en binnen zeer korte tijd een sterk imago opgebouwd, kortom een act die ons land op dit festival zeker op de kaart zet". In alle eerlijkheid komen Spijkers en Bollmann tot de slotsom dat de elektronische voorhoede voornamelijk gevormd wordt door overzeese namen. "Tom Trago en Pitto doen het goed op dit moment en ook Martyn en 2562, enkele Nederlanders die naar het buitenland zijn verhuisd en vanuit daar succesvol opereren, maar een uitgesproken en explosieve vernieuwende scene is er nog niet in Nederland".
Uitverkopen, veel positieve aandacht, artistieke vrijheid: waar durft het duo al over te dromen? Hoe ziet Pitch er uit bij een volgende editie? Hoe ga je je positie vinden tussen de bestaande festivals? "Ik ben wel geneigd om uit te breiden naar een extra podium want kennelijk loopt het publiek er al bij voorbaat warm voor". Bollmann is het daar mee eens maar is vooral blij als hij kan aantonen dat fijnproeven en grote festivals die steeds groter worden best naast elkaar kunnen bestaan.