Dio is terug: “Ik heb geleefd!”

“Eerlijkheid is mijn kracht”

Erik Zwennes ,

Dio is terug. Na twee jaar toeren en een jaar vrijaf brengt de Amsterdamse rapper de EP Computerliefde uit. “Ik wil niet over vijftien jaar mijn eigen muziek terugluisteren en beseffen dat ik hetzelfde deed als al die anderen. Ik wil iets nieuws proberen.”

“Eerlijkheid is mijn kracht”

Het eerste interview in tijden. Diorno “Dio” Braaf (23) moet nog even wennen aan het idee dat drie jaar na zijn debuut Rock & Roll eindelijk weer eens iets nieuws van hem uitkomt. Dat mensen weer van alles van hem willen weten. Deze week verschijnt de EP Computerliefde, begin 2012 gevolgd door het tweede album. De Amsterdamse rapper ziet er gezond en fris uit. “Ik ben gestopt met drinken en alles. Nu komen de nieuwe rondes, ik wil gewoon fit zijn.” Het babyvet maakte de afgelopen jaren plaats voor tourvet en inmiddels heeft Dio een afgetekende volwassen kop gekregen. In zijn fraai ingerichte huis in Amsterdam heeft Dio een kleine studio gebouwd. Aan zijn eettafel spreekt hij over de afgelopen jaren, de relatie met zijn moeder, vrienden en vriendin, over de EP en het aankomende album. “Natuurlijk voel ik druk om mijn debuut te overtreffen.”

Dio was nooit van plan pas drie jaar na Rock & Roll weer iets uit te brengen. “Ik had maar één droom: die plaat uitbrengen en daarna door blijven knallen,” hij herhaalt de laatste drie woorden tweemaal om daarna de tijd te nemen voor de volgende zin. “Ik had nooit gedacht dat het zo’n succes zou zijn en dat ik er echt twee jaar mee kon toeren. Ik ben amazed, maar baal wel dat het zo lang heeft moeten duren voordat er weer iets uitgebracht wordt.” Hij legt uit dat hij voor het nieuwe materiaal helemaal opnieuw moest beginnen. “Ik kwam destijds met lege handen aan bij Big2. Hij was mijn Dr. Dre, niet dat ik me maar een seconde Eminem durf te noemen hoor. Hij produceerde mijn plaat, hij hielp me met alles en leerde me alle kneepjes. Toen het album af was verdween Big2 en ging hij verder met The Opposites. Hij had zoiets van: ik geef je vleugels, nu is het tijd voor jou om te gaan vliegen. Maar ik had geen producer meer, geen studio, geen beats.”

Met de release van Rock & Roll begon voor Dio het leven. Na maanden aan die plaat gewerkt te hebben, begon nu de andere kant: doorbreken, spelen en een gevestigde naam worden. Sinds eind 2008 heeft hij ongeveer vierhonderd optredens gegeven. “Toen ik als eerste Het Is Je Boy met Voicst uitbracht, wist niemand wat het zou doen. Het ging in eerste instantie met die single ook heel langzaam. Ik maak geen standaard hiphop en doe wat ik tof vind. Tijdmachine was ook spannend, maar ging geleidelijk steeds harder.” Inmiddels is alleen de officiële video op het YouTube-kanaal van zijn label al bijna vijfenhalf miljoen keer bekeken. “Het overviel me. Ik was blij en euforisch, maar tegelijkertijd word je vanaf dat moment geleefd. De tour die ik in Spanje deed was belachelijk. Elke dag optreden, elke dag dronken, elke dag ziek zijn en daarna in Nederland gewoon weer door. Ik kan me een maand met dertig boekingen herinneren. Ik stond in een stad op te treden, maar wist echt niet welke stad het was. Dat is niet meer menselijk. Dan had ik doorgehaald en lag ik om zes uur ‘s ochtends in bed. Vervolgens stond mijn manager gewoon weer om acht uur voor mijn huis om me op te halen voor het programma Hints of zoiets. Na die twee jaar had ik dat jaartje rust echt nodig. Anders had ik het aankomende album nooit kunnen maken. Het heeft me drive en inspiratie gegeven om verder te gaan.”

“Ik heb geleefd man,” Dio lacht. “Ik heb gefeest, er zijn veel dingen gebeurd: ik ben volwassen geworden.” Op Computerliefde is Dio opnieuw openhartig over zijn privéleven. Over een pijnlijke breuk met zijn vriendin (‘we zijn trouwens weer bij elkaar, ze vindt het een mooi liedje’) en over zijn ‘technochick’ die snuift van sleutels en hem meevoert van afterparty naar afterparty. Is de rapper wel eens geschrokken van alle gekte, de feestjes, de vrouwen en dergelijke? “Aangezien ik nog steeds niet als een crackverslaafde tegenover je zit, denk ik dat ik het nog net op tijd goed kan aanvoelen. Ik was wel verdwaald in het nachtleven. Dan zie je jezelf op technofeestjes om negen uur ‘s ochtends met je vuist in de lucht slaan.” Dan ineens serieus: “Ik ben twee maanden geleden gestopt met drinken en alles.” Hij erkent dat hij alcoholist was. “Op een gegeven moment was ik zeker vier avonden per week dronken en wist ik de volgende dag niet meer hoe ik thuis was gekomen. Ik heb het ook van me af geschreven. Er ligt een track waarop ik alles er uit gooi. Het is echt niet alleen maar de blije en vrolijke Dio. Het is even klaar met die onzin. Er zijn mensen in mijn omgeving die zeggen dat je zoiets niet moet delen, maar volgens mij is dat mijn kracht: mijn eerlijkheid.”

Vrouwen staan voor de Amsterdammer in de rij. Iets waar hij mee om heeft leren gaan, maar wennen doet het nooit. “Ik geloof niet dat mannen dat zomaar kunnen. Ik was een jongen van de straat en ineens ben je op tv. Natuurlijk geniet ik van alle aandacht. Langzaam leer je het te relativeren. Voor de doorbraak hing ik al een jaar met The Opposites in de Jimmy Woo (Amsterdamse club, red.) en wilden de vrouwen niets van me weten. Je komt er vrij snel achter wie echt is. Dat geldt ook voor mannen trouwens. Als je dat niet ziet, ben je in dit wereldje snel verloren en omringd met de verkeerde mensen.” De roem zorgde er wel voor dat de relatie tussen Dio en zijn moeder onder druk kwam te staan. Een relatie die al niet heel makkelijk liep en een extra knauw kreeg toen ze partij koos voor een ex van haar zoon. “Ik vind het moeilijk dat ik haar en andere familieleden veel minder zie. Ze is super trots en zou nog steeds bij elke show vooraan staan als dat kon. Er is heel veel gebeurd. Ik heb haar lang niet gesproken, nu begint het contact weer een beetje te herstellen.”

Muzikaal zegt Dio gegroeid te zijn. Hij bemoeit zich nog meer met de liedjes in plaats van zich enkel te focussen op de teksten. “Ik ga niet voor het makkelijke kunstje. Het nieuwe album moet weer beter zijn dan de vorige. Ik heb de rol van Big2 op me genomen. Ik neem hier thuis op en luister na elke opname wat er beter had gekund en begin dan weer opnieuw.” Hij geeft toe dat hij het na al die tijd wel weer spannend vindt om iets uit te brengen. Gaat het wel weer opgepikt worden? “Natuurlijk ben ik bang, maar dat motiveert me. Toen ik bezig was met het debuut had ik niets, ik sorteerde pakketten bij TPG Post, ik was niemand en zo hongerig. De twee jaar toeren en op tv komen, brengen je in een comfort zone. Je denkt dat het allemaal wel goed komt. Nu voel ik weer dat ik moet concurreren, dat ik hard moet komen.” Een onlangs gelekte freestyle bewijst die honger nog maar eens. Op Jonko klinkt Dio gretig en rapt hij technisch en met veel flair.

De nieuwe EP Computerliefde maakte Dio met producer Reverse. Het concept is bij toeval ontstaan. “Ik was langs bij Reverse om beats te shoppen. Het album krijgt echt een livesound met live instrumenten, maar bij Reverse bleef ik die computerbeats horen. Tegelijkertijd zijn ze zo goed en kon ik het maar niet loslaten. Ik hoorde de beat van wat nu Robot is geworden en kon niets anders dan het robotconcept uitwerken. De track Computerliefde volgde en toen leek het me een leuk idee om op door te werken. De EP is los van het album en staat volgens mij heel goed op zichzelf.” Voor zijn album, dat begin 2012 moet volgen, zocht en vond hij iemand anders. Joris “SirOJ” Titawano, die met onder meer Jiggy Djé, Winne en Zwart Licht werkte en een jaar geleden een eigen producersalbum uitbracht. Dio: “Ik zocht een producer die niet bang was om iets nieuws te proberen, om iets raars te doen; iemand die veelzijdig is. Hij snapt het gewoon. Ik geef hem een ideetje, hij neemt het in zich op en ik krijg het idee drie keer zo sterk terug. Ik denk dat hij een van de grootste producers van Nederland gaat worden. Zo niet, van de wereld.”

Ondanks het feit dat acts als De Jeugd van Tegenwoordig en The Opposites al flink flirtten met popmuziek is Dio voor veel mensen in de Nederlandse hiphopscene het gezicht geworden van de cross-over tussen hiphop en popmuziek. Het leverde hem veel succes op, maar zorgde ook voor veel kritiek. “Het is aan het groeien. We zijn niet meer aan het hangen op het zelfde boombap hiphoptrucje dat we kennen uit 1996. Steeds meer mensen beginnen het te accepteren en zien dat het muzikaal goed in elkaar zit. Het is voor hiphop in Nederland veel beter dat niet iedereen krampachtig vasthoudt aan het oude ding en dat het haten op vernieuwing afneemt.” En haat is er. “Ik durf mezelf niet eens meer als rapper neer te zetten, omdat er zoveel gezeik bij komt kijken. Ik heb inmiddels een olifantenhuid gekregen. Een opmerking blijft steken. Of het nu op straat is, online of een middelvinger tijdens een optreden. Maar tegelijkertijd besef ik dat ik zoveel nieuwe scenes betreed en verbind. Ik kan wat betekenen voor de toekomst en dat vind ik het belangrijkste. Ik wil niet over vijftien jaar mijn eigen muziek terugluisteren en beseffen dat ik hetzelfde deed als al die anderen. Ik wil iets nieuws proberen. Ik word liever gehaat voor wie ik ben, dan bemind voor wie ik niet ben.”


Beluister Computerliefde nu op de Luisterpaal.