De eerste twee Arctic Monkeys-albums hadden iets onvermijdelijks. Alsof er niet over nagedacht was. Alsof die vier jongens uit het grauwe Sheffield op een dag gitaar, drums en bas opgepakt hadden en het eerste speelden wat in ze opkwam. Toevallig een plaat vol geweldige popliedjes. Moeiteloos, lichtvoetig, maar ook vernuftig. Hoe anders was het project The Last Shadow Puppets, dat frontman Alex Turner daarna deed met Miles Kane van The Rascals: een rijk gearrangeerde retroplaat met verwijzingen naar Scott Walker en filmmuziek uit de jaren zestig. Het derde Monkeys-album is geen kopie van dat project, maar volgt wel de lijn die ermee ingeslagen is: Humbug is een plaat die barst van de ideeën.
Om die ideeën te stroomlijnen, ging de band in zee met Queens Of The Stone Age-frontman Josh Homme. Zijn studio in de woestijn bij L.A. werd de broedplaats voor zeven van de tien songs. James Ford, die het hele tweede album voor zijn rekening nam, produceerde in Brooklyn de overige drie nummers, maar de cactussen heeft duidelijk meer indruk gemaakt. Dat is het duidelijkst te horen in Potion Approaching, een staccato gitaarsong met QOTSA-riffs, backing vocals en een psychedelisch middenstuk, waarin Turner bijna als Jim Morrison klinkt.
Dat psychedelische middenstuk staat niet op zichzelf. Humbug staat vol met tempowisselingen en nieuwe geluiden. Het geweldige Secret Door bijvoorbeeld is een song met twee gezichten. Het begint kalm, in een nachtelijke stad (Turner en zijn modellenmeisje achtervolgd door paparazzi?), verandert even een ouderwetse hectische popsong, om vervolgens weer terug te keren bij het zijn tagline: “Fools on parade, cavort and carry on for waiting eyes”.
De single Crying Lighting doet iets soortgelijks. Het begint spannend en ingetogen met een scherp brommende bas, een sterke gitaarhook en ingehouden zang. Langzaam maar zeker bloeit de song steeds verder open, met een marcherend slot als climax. De details in Turners zang zijn nog verder geperfectioneerd. Er zijn weinig zangers met zo’n uitgesproken dictie als hij. Zijn teksten zijn nog altijd heel gedetailleerd, maar wel abstracter dan voorheen. Toch is Crying Lightning typisch zo’n song die laat zien dat Arctic Monkeys meer is dan Turners backing band.
Ook de gouden liefdesballade Cornerstone is een klassieker in de dop. Daar staat tegenover dat Humbug iets meer missers kent dan we van Arctic Monkeys gewend zijn. Afgelopen zondag speelde de band op Lowlands bijna het hele nieuwe album. Drie songs stonden niet op de setlist. Niet toevallig zijn het de zwakste songs van het album: Dance Little Liar is een langzame track die de sprankeling van Cornerstone mist. Fire And The Thud is een mid-tempo woestijnrocker waarin de briljante hook ontbreekt. Het zes minuten durende slotstuk The Jeweller’s Hands lijkt op een afgekeurde Last Shadow Puppets liedje, ontdaan van strijkers.
Maar het belangrijkste is dat Alex Turner en de zijnen niet net als de Kaiser Chiefs bij album nummer drie door hun inspiratie heen zijn. In tegendeel: Humbug is niet eens een overgangsplaat, maar gewoon een gedurfde nieuwe stap. Dat lange haar voor het gezicht van drie bandleden wees er al op dat de band een introverte fase in ging. Humbug is geen donker album, maar heeft een ingehouden en minder direct geluid dan de eerste twee. Dat kost misschien iets meer moeite, maar beloningen zijn er meer dan genoeg.
Humbug van Arctic Monkeys verschijnt op Domino/Munich. Bekijk nu tijdelijk drie nummers (Crying Lightning, Secret Door en 505) van Arctic Monkeys live op Lowlands op 3VOOR12TV. Hier lees je wat 3VOOR12 van het Lowlands-optreden vond.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (35): Arctic Monkeys
Humbug is een ingetogen album dat barst van de ideeën
Het zat erin na het avontuur dat Alex Turner aanging met The Last Shadow Puppets: Humbug is een ingetogen, gedetailleerd album, dat behoorlijk afwijkt van de eerste twee. Rijk aan ideeën en vol sterke songs. Humbug is Album van de Week.