Gemeente: ‘Urban Podium zal niet concurreren met bestaande podia Rotterdam’

“De Maassilo is inderdaad wat te groot”

Het Rotterdamse Urban Podium zal niet concurreren met de bestaande zalen in de stad. Dat belooft de verantwoordelijke wethouder Grashoff. Wel erkent hij dat de gekozen locatie, de oude Maassilo, groter is dan nodig.

“De Maassilo is inderdaad wat te groot”

“Het Urban Podium in de Rotterdamse Maassilo zal absoluut niet concurreren met de programmering van bestaande zalen in de stad.” Dit belooft de verantwoordelijke wethouder Grashoff, bij monde van zijn woordvoerder Ineke Barendregt, tegenover 3VOOR12. “De bestaande zalen zullen juist worden uitgenodigd om de programmering  in de toekomst op elkaar af te stemmen. Ook kunnen zij vanuit het Urban Podium geld krijgen om hun programma te verbreden.”

Verschillende Rotterdamse popzalen hebben zich tegen de komst van het Urban Podium gekeerd. Zij vrezen voor hun toekomst door oneerlijke concurrentie van het nieuwe podium. Het budget voor het nieuwe podium zou vele malen hoger worden dan de eigen begroting. Het nieuwe podium WATT dreigt zelfs met sluiting wanneer de plannen van de gemeente Rotterdam doorgang vinden. Wethouder Grashoff hoopt vóór de stemming, tegenstanders van het voorstel te overtuigen van zijn plan. Hij heeft daarom een uitnodiging voor een publiek debat in De Unie aangenomen. 28 oktober zal dit debat plaatsvinden. 5 november komt de raadscommissie Jeugd, Onderwijs en Cultuur (JOC) bijeen om het Urban Podium voorstel te bespreken. Voor de stemming over het voorstel in de Rotterdamse Raad is nog geen definitieve datum vastgesteld.

Volgens woordvoerder Barendregt blijkt uit een aantal kritieken nog veel onduidelijkheid over de plannen. Zo benadrukt zij dat het veelgenoemde bedrag van 6 miljoen euro, verdeeld over vier jaar, niet enkel bedoeld is voor de programmering van het podium. Dit bedrag is voorgenomen als exploitatiebudget en hier moet bijvoorbeeld ook het onderhoud van de Maassilo mee worden bekostigd. Tevens is een deel van dit bedrag ook bedoeld voor specifieke programma’s in de bestaande zalen in de stad. Volgens Barendregt zijn enkele details in het raadsvoorstel over het podium ongelukkig geformuleerd. Zo rept het voorstel over het programmeren van ‘de grotere acts op het gebied van hiphop, R&B, techno, pop, etc.’ Barendregt herhaalt dat er geen concurrentie zal ontstaan met het huidige muziekaanbod in de stad. Ook de wens om ‘overloop vanuit programmering van andere poppodia (zoals Waterfront)’ mogelijk te maken, moet niet worden opgevat als ondermijning van WATT, maar in samenspraak met alle zalen vorm krijgen.

Een recent onderzoek in opdracht van de Jongerentak van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (JRKKC,) getiteld ‘What’s the 411 in Rotterdam?’, concludeert dat de capaciteit van een Urban Podium rond de 250 man moet zijn. Barendregt erkent dat de geplande podia in de Maassilo - met een capaciteit van 2000 en  500 man – te groot zijn. Dat lijkt een behoorlijk understatement? “De wethouder ziet de Maassilo als een ideale locatie voor de ontwikkeling van creativiteit. Feit is dat de ruimte erg groot is.” De woordvoerder benadrukt dat de ruimte in de huidige plannen maar 80 dagen per jaar voor livemuziek zal worden gebruikt. Daarnaast moet voor de invulling worden gedacht aan alternatieve podiumkunsten en tentoonstellingen.

Een tweede onderzoek, vanuit het Economic Development Board Rotterdam (EDBR), bekeek recent de economische potentie van de muziekindustrie in Rotterdam. Het EDBR concludeert dat Rotterdam te klein is voor een tweede podium tot 2000 man. De gemeente Rotterdam zegt hierover dat het nadrukkelijk niet de bedoeling is om het huidige aantal bezoekers van poppodia te spreiden over meer locaties. “Met het Urban Podium en de programmatische samenwerking met bestaande zalen, moet een nieuw publiek worden aangesproken.”

Blijft de Maassilo dan niet veel te groot voor deze nieuwe groep bezoekers? “Het is aan de op te richten onafhankelijke stichting, verantwoordelijk voor de programmering, om een nieuw publiek aan te spreken. Een team van urban experts zal onderbelichte kunsten en uitingen een plek bieden.” Barendregt erkent dat de definitie van ‘Urban’ essentieel is in de discussie. Dit blijkt nog een lastig vraagstuk op te leveren. “Housemuziek wordt bijvoorbeeld door sommigen ook onder de Urban-stroming gerekend. Tevens is gebleken dat types die niet Urban willen zijn, het vaak zijn.”