Wat kun je verwachten als een ketterse fanfare een heilig huis van God betreedt? Boze blikken? Relletjes? Mensen die weglopen tijdens het optreden? Nee, nee, het publiek weet waar het voor gekomen is. André Manuel is een taalvirtuoos, iemand met een sterke mening aangaande het geloof en – vandaag niet onbelangrijk – een sluwe cabaretier.
Al voor het concert goed en wel begint, is duidelijk waar de avond om gaat draaien: muziek met veel ruimte voor humor tussendoor. En als de leadzanger tijdens het eerste nummer zijn vuist omhoog houdt en zijn pink en wijsvinger strekt, weet ook St. Steven het: zoiets anarchistisch zal er nooit meer zo openlijk in zijn kerk gebeuren.
Het publiek geniet gedwee van de Nederlandstalige kritische kwaliteitspop met scherpe teksten, maar meer nog van de grappen en grollen die de tijd tussen de nummers opvullen. De heren op het podium zouden graag harder en ruiger willen, maar in een galmbak van deze omvang werkt dat niet. Manuel blijft daarop terugkomen, maar ondertussen komen de onversterkte gitaarsolo’s wel goed aan bij het muisstille publiek. Hij en zijn fanfare zetten een degelijke set neer, waar méér in zit. Toch verdient de hele show meer dan het predikaat degelijk; het publiek kreeg waar het voor kwam.
Na afloop loopt het storm bij de cd- en T-shirtverkoop, iets waar St. Steven dan maar trots op moet zijn. Misschien is er zelfs een deel van de opbrengst in de collectezak verdwenen?
Vierdaagsefeesten 2008 - André Manuel en de Ketterse fanfare spelen heilig boontje
Toetsenist had liever op het kerkorgel gespeeld
André Manuel staat niet bekend als de meest vrome muzikant. Voeg daar een ketterse fanfare aan toe en de St. Stevenskerk blijft geheid leeg. Of toch niet? Zo vroom blijkt Nijmegen niet te zijn.