De onafhankelijke Belgische platenmaatschappijen Bang! en PIAS gaan samenwerken. Vanaf 1 september zal PIAS de distributie van Bang! op zich nemen. PIAS neemt een financieel belang in Bang!, maar het bedrijf blijft wel volledig onafhankelijk funtioneren op vlak van promo, tekenen van artiesten, distributie van labels en uitbouw van de eigen labels. Samen hebben de twee maatschappijen een aanzienlijk deel van de lokale Belgische markt in handen. Bang! richt zich daarbij vooral op acts uit Wallonië en Frankrijk, PIAS is sterk op anderstalig gebied. De beide maatschappijen hopen zo een sterker blok te vormen in de veranderende muziekindustrie, vertelt marketingverantwoordelijke Filip de Groote van Bang! “Op deze manier bereiden we ons voor op de toekomst.”

De samenwerking heeft alles te maken met de terugloop van de fysieke verkoop. Door de logistiek uit te besteden hoopt Bang! een efficiencyvoordeel te behalen. “Het is heel simpel: nu gaan er twee dozen naar een winkel, straks nog maar één.” De verkoop van digitale muziek stijgt wel, en juist op dat gebied hoopt Bang! een goede partner gevonden te hebben in PIAS.

Sommige ketens werken ook het liefst met grote distributeurs. “In Nederland mag niet iedere onafhankelijke platenmaatschappij leveren aan Media Markt”, vertelt hij. “Zij zien liever één vertegenwoordiger van meerdere kleine maatschappijen komen, die in een keer de hoogtepunten uit de verschillende catalogi kan laten zien. Dat bespaart hen tijd. In België is dat nog niet zo, maar het zou me niet verbazen als dat in de toekomst verandert.”

Wat betreft het tekenen van artiesten en de promotie ervan blijft Bang! onafhankelijk. Bang! wil zich ook sterker concentreren op publishing, het uitbaten van de rechten van muziek. “Publishing zal de komende jaren steeds belangrijker worden”, zegt De Groote. “We willen graag meer mensen vrij maken om daar op een creatieve manier mee aan de slag te gaan.” De samenwerking zal niet leiden tot ontslagen. Bang! hoopt met het verschuiven van functies alle gaten te kunnen dichten. Dat door natuurlijk verloop het personeelsbestand uiteindelijk wel zal krimpen, ligt wel voor de hand.