De Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) ziet in haar jaarverslag 2006 geen opzienbarende ontwikkelingen. “Er is eigenlijk niet zoveel gebeurd”, aldus directeur Berend Schans.

Toch wekt een aantal cijfers de indruk dat er wel degelijk grote veranderingen in de concert- en evenementsector gaande zijn. De meest opzienbarende cijfers in het jaarrapport betreffen die over de ticketprijzen. Deze zijn in 2006 ten opzichte van 2004 met een kwart gestegen. In verhouding tot 2005 is een stijging van 14% geconstateerd. Dit terwijl de inflatie in 2006 volgens het CBS ‘historisch laag’ was met 1.1%. Schans is ook niet blij met deze ontwikkeling en probeert een lans te breken voor bescheiden ticketprijzen: “maar dit is een zaak van de individuele podia en een optelsom van diverse kosten.”

Volgens Schans zullen de ticketprijzen nog flink stijgen: “Je kunt er niet om heen dat artiesten tegenwoordig met optredens hun geld moeten verdienen. In verhouding tot het buitenland zijn de kaartjes goedkoop, dit zal meer gelijk gaan trekken.”

2006 kende een daling van het aantal popconcerten, het aantal danceavonden daalde zelfs met 13,5%. “Wij krijgen het idee dat de zalen simpelweg efficiënter zijn gaan werken. Het aantal bezoekers in namelijk wel gelijk gebleven.” Schans denkt niet dat deze efficiëntie een minder scherpe programmering inhoud: “Als je bijvoorbeeld kijkt naar het programma van de Melkweg of Paradiso, is dit toch niet minder dan voorheen.”

In 2006 is er gemiddeld 10% meer subsidie ontvangen door de verschillende podia. De totale gemeentelijke subsidie bedroeg in 2006 19,7 miljoen euro (17% meer) De overige subsidies namen af met 12%. “Dit gaat natuurlijk om een gemiddelde dus echt veel zegt dit niet. Er zijn gemeentes die goed begrijpen wat het belang van een podium is, andere gemeentes draaien na 30 jaar een podium vrolijk de nek om.”, zegt Schans.

Oud en nieuw 2006/2007 eindigde voor de helft van de podia toch in een behoorlijke kater. 49% van de zalen sloot af met een tekort, waarvan 13 podia met een tekort van meer dan 5%. De VNPF vindt dit ook erg veel, maar volgens Schans gaat het niet om schrikbarende bedragen. Wél wijst hij op de verschillen tussen poppodia en bijvoorbeeld theatergezelschappen: “Er gaat nog steeds erg weinig geld naar de podia. Zo kunnen er nooit reserves worden opgebouwd en zullen kleine tekorten blijven voorkomen.”