Noord-Amerika wint trans-Atlantische battle of the laptops op Voltt

Techno avond in Paradiso in het teken van debuterende live-acts

Afgelopen weekend vond er in Amsterdam weer een nieuwe editie van ‘Voltt’ plaats. Stond de laatste editie nog in het teken van de gearriveerde minimalisten Luciano, Hawtin en Villalobos, deze keer was er op zaterdagavond ruimte gemaakt voor vier debutanten. Een strikte geografische scheiding werd gehandhaafd: Noord-Amerika in de kleine zaal, Duitsland in de grote zaal en Amsterdam (Banne!) in de kelder.

Techno avond in Paradiso in het teken van debuterende live-acts

Twee van de drie premières vonden plaats in de kleine zaal: Pheek uit Montreal en Heartthrob aka Vivianne Project uit New York. Beide acts werden in- en uitgeleid door Troy Pierce (Indiana) met de grote gemene deler dat allen tot het m_nus label behoren. Troy Pierce woont tegenwoordig in Berlijn (wie niet) en behoort tot de Hawtin-hofhouding. Het mixen met final-scratch gaat strak, de techno is soepel en Pierce krijgt de zaal al fatsoenlijk aan het dansen. Pheek (Jean-Patrice Rémilliard) is dertig en heeft de afgelopen jaren gestaag naam gemaakt met zijn label Archipel en de samenwerking met het media kollektief Epsilon Lab. Ook stond hij reeds op het Mutek festival. Zijn set is iets hoekiger en droger dan die van Pierce, maar de voldoende aanwezige drive met veranderlijke synths maken dat de set –hoewel in één tempo- niet saai wordt. De joelende voorste rij zorgt daar ook voor en zelfs Heartthrob gromt op vol volume van genot. Beneden in de kelder tussen de ballonnen en de bling mag de Amsterdamse crew van Die Jugend van Tegenwoordig zijn ding doen. 6 uur lang gaat het van Willie Wartaals scratch-skills naar Robert Owens naar de Neger des Heils naar Ross & Iba naar MC Vieze Fur naar Micheal Jackson naar Jawat en naar die moddervette Superpitcher remix van Hells ‘Je regrette’. Je weet toch !? April 2004: een mysterieuze spierwitte plaat van ene Sleeparchive duikt op in de platentassen van een paar van de grote technonamen. Zodra bij ‘Elephant Island’ de naald in de groef zakt, slaat deze in als een bom. Dat de plaat door het Berlijnse Hardwax werd gedistribueerd, werd bij het horen meteen duidelijk: in de geest van de revolutionare minimale sounds van begin jaren ‘90 bood Sleeparchive een (weer) kakelverse blik op (minimale) techno. Een helder, hypnotiserend en ultra-diep titatengevecht tussen analoog en digitaal. De vergelijkingen met het oude werk van Dan Bell, Jeff Mills en Plastikman waren niet van de lucht en het gerucht ging ook dat Richie Hawtin er zelf achter zat. Internet-database Discogs plaatste de plaat ook daadwerkelijk in Hawtin’s discografie. Knetterende echo’s over pulserende warme bassen: waanzinnig op de koptelefoon, waanzinnig in de club. In oktober 2004 volgde ‘Recycle EP’, wat de hype alleen maar deed groeien: Intergalactische sirenes, donkere ideeën en een mespunt acid. Het vinyl vloog uit de winkels en eindigde in alle jaarlijsten. De ontmaskering was even verrassend als begrijpelijk. Sleeparchive bleek gewoon een jongen van 27 -genaamd Stephan Metzger- en opgegroeid met Aphex, Kraftwerk, Autechre, Joy Division en.....Hardwax. Hij heeft ooit 45 minuten plaatjes staan draaien in Utrecht maar vanavond voor het eerst in Nederland met zijn eigen muziek. Bart Skils heeft het gas bijna on-Voltt-iaans hard ingetrapt in de grote zaal, maar dat vinden Hollanders niet erg. Sterker nog: gejuich klinkt en Metzger krijgt de zaal op een presenteerblaadje. Het wordt een ambivalent optreden. De muziek is weergaloos: Track 4 (recycled) grijpt ons in de kraag en gooit ons van links naar rechts. Plus het geluid staat goed afgesteld. Maar Metzger beweegt maar twee dingen gedurende het uur: zijn rechter wijsvinger en zijn linker arm met sigaret. Hoewel in de eerste minuten de subtiele verschuivingen in de muziek door het publiek met reactie worden begroet slaat daarna langzaam de sfeer in de zaal een beetje dood. De laatste 5 minuten worden de beats iets scherper en schrikt de zaal weer wakker. Nederland krijgt een herkansing in december als hij in de graansilo in Rotterdam staat. De Wighnomy Brothers lijken plotseling ook uit hun goede doen. Dit reeds ingeburgerde feest-duo uit Jena is ongebruikelijk mat en weet in de twee uur na Sleeparchive weinig energie uit de dj-booth te sturen. Het verkeerde merk vodka? Boven staat de zaal op zijn kop en doet Jesse Siminski –voor het eerst in Europa-danspasjes achter zijn powerbook. Links, aansluiten, rechts, aansluiten. Vanwege zijn onschuldige uiterlijk werd hij door Dj Magda ooit ‘Heartthrob’ (liefje) genoemd. Siminski heeft lang in het centrum van de minimale techno scene in NYC gestaan en inmiddels materiaal uitgebracht op de labels Contexterrior en Textone en recentelijk het fragiele maar funky ‘Time for Ensor’ op M_nus. Maar vanavond gaat er een vet sausje over het geheel, zodat het publiek de muziek krijgt die hoort bij dit tijdstip. Dikke pompende minimal, die duidelijk laat horen dat zowel Prince als Hawtin inspiratiebronnen zijn geweest. Siminski wordt tijdens de breaks toegejuicht, zijn handen gaan in het haar, zwaaien naar de mensen, rechts aansluiten en...de...beat...komt...terug. Feestje.