Op 15 maart is ie er dan: het nieuwe album Battle Mode. Driekwart jaar werkten Cee Major, Gumshoe en D.J. S-Dub er in totaal aan. Cee-Major: “Het leek soms wel een kantoorbaan. In het begin komt het vooral aan op schrijven en producers bellen die voor ons de beats maken. We zijn namelijk nog niet zo begaafd dat we dat zelf kunnen. Dat is echt monnikenwerk. Maar we hebben zeker de ambitie om het te leren.” Voor Battle Mode kreeg The Proov beats van vijf producers. “Dat moet je zien als een schets. De basis van zo’n producer is de tekening, met tekst en scratches kleuren wij hem in en maken er ons ding van. Hier een break, daar een bas, noem maar op.” Met de populariteit van Ali B en Lange Frans en Baas B is hiphop massaal geaccepteerd in Nederland. Dat merkt ook The Proov: “Steeds meer mensen luisteren naar hiphop, dat werkt ook in ons voordeel. Maar aan de andere kant doen we echt iets anders dan bijvoorbeeld Ali B. We zingen om te beginnen in het Engels, onze teksten zijn minder maatschappijkritisch. Er zijn genoeg mensen die dat al gedaan hebben, daar heb ik weinig aan toe te voegen. Ik doe liever mijn eigen ding. Ook is onze muziek minder top 40 geluid.” Na de release gaat The Proov ook weer toeren, zij het zonder band. “Helaas wilden de meeste podia hier niet zoveel geld aan uitgeven. Dit album hebben we net als Transitions (2000) op ons eigen label uitgebracht en dat kost ook een hoop geld. Dan moet je keuzes maken.” De band heeft voor dit album wel geshopt bij grote labels, maar geen beet gehad. Cee-Major: “Als artiest wil je natuurlijk wel bij een groter label, dat veel dingen voor je regelt en achter je staat. Er was ook wel interesse, maar het blijkt toch erg moeilijk om aan de bak te komen.” Wel heeft The Proov een internationale distributeur. “V2 verzorgt de Benelux, Rush Hour de rest van de wereld. Ook hebben we aanbiedingen om te spelen in het buitenland. Dat is het hoofddoel: internationaal iets bereiken.”