I Am Kloot: over het scheppen van ruimte binnen de muziek

De drie Mancunians laten liever weg dan dat ze toevoegen. Met invloeden varierend van The King tot aan The Pixies zou je dat niet zo snel zeggen maar missschien zal het wel liggen aan hun eerste repetitierruimte. Die was "nogal gehorig dus in het begin konden we gewoon niet hard spelen of gekke dingen doen, ik denk dat dat een beetje bij ons is blijven
hangen."

WIE, WANNEER WAAR I Am Kloot: zanger John Bramwell, bassist Pete Jobson en drummer Andy Hargreaves. London Calling, Paradiso Amsterdam, 14-4-2001. MUZIEK: Exponenten van de zgn. New Acoustic Movement. Gitaarpop met rake teksten voor bij de open haard. WAT ZIJN JULLIE BELANGRIJKSTE MUZIKALE INVLOEDEN EN WAT MAAKT DIE ARTIESTEN ZO GOED? Pete: Allereerst hebben we gewoon erg veel aan elkaar, maar zelf kick ik erg op Elvis en de Pistols.Waaarom? Omdat je daar wilde sex op kan hebben! Andy: Keith Moon, Mitch Mitchell, Ginger Baker. Toen ik ze als klein jongetje voor het eerst zag ik zoiets had van: "Hee, dat wil ik ook kunnen!". John: Vroeger toen ik klein was draaiden we thuis van alles, van Frank Sinatra en Neil Sedaka tot aan T-Rex en de musical ‘Caroussel’. Later kwamen daar de Sex Pistols en de Pixies bij. Ik denk dat al die verschillende dingen indruk op ons hebben gemaakt omdat ze bij die eerste luisterbeurt iets magisch hadden. Mijn stijl van liedjes schrijven heb ik overigens van heel ergens anders. Het is iets eigens, waarschijnlijk doordat het gewoon verzinsels van mij zijn. WAT IS JULLIE STERKE KANT? John: Het scheppen van ruimte in onze muziek, dingen eruit laten waar andere bands alleen maar toevoegen. Pete: Het feit dat we goede vrienden zijn helpt ook. Andy: John is van huis uit een singer-songwriter en Pete en ik proberen daaraan toe te voegen wat nodig is. Niet meer, niet minder. Onze eerste repeteerruimte was nogal gehorig dus in het begin konden we gewoon niet hard spelen of gekke dingen doen, ik denk dat dat een beetje bij ons is blijven hangen. WAT IS JULLIE ZWAKKE KANT? Andy: Onze sex-appeal. John: Dat we zo lelijk zijn! Nee, eigenlijk is het gewoon lastig dat we tegenwoordig nooit genoeg tijd hebben. Als we die wel hadden dan konden we meer repeteren en nieuwe liedjes afmaken. Pete: Onze ogenschijnlijke nuchterheid op het podium… John: Jaaa, het dramatische zit ‘m meer in de liedjes zelf. WAT ZIJN JULLIE DOELEN EN HOE GROOT SCHAT JE DE KAN IN DAT JE DIE HAALT? John: Voor meer publiek gaan spelen, als het zo voort gaat als nu, lukt dat wel. Het gaat ons vooral om het heden; we leven van concert tot concert en werken keihard voor elk optreden. Wat morgen gebeurt kun je toch niet plannen.