Club Lek plat voor Racoon. Plus: Rollercoaster 23 en Vive la Fête.

Een beetje een duffe Club Lek met lichtpunten in de vorm van een vlekkeloze ongeplugde set van Racoon en de navel van Els Pynoo.

CLUB LEK 9 februari 2000 Door Jaap Boots ROLLERCOASTER 23 Heeft dan weliswaar een hele leuke cd gemaakt ("The trick is to keep breathing") maar de vlieger ging live niet helemaal op, want de sferische lome trippop van de plaat maakte plaats voor een -eigenlijk- gewone doorsnee rockband met wel erg veel jaren tachtig onder- en boventonen, die mij niet echt mochten boeien. Muzikaal vakmanschap te over, maar passie, bezieling? Vrij ver te zoeken. Jammer. RACOON Heeft dan weliswaar een hele leuke cd gemaakt ("Till Monkeys Fly"), het was nog even afwachten wat deze van oorsprong Zeeuwse band er akoestisch van zou bakken. Want hun cd staat bol van de onbezorgde, vrij glad geproduceerde, elektrische powerpop. Het interview met zanger Bart gaf al veel hoop. Hij hield van Motorpsycho en Chet Baker, heeft in een hardcore band gespeeld en gooide er al de beuk in voor de vraag was gesteld. Een ster in de maak! Ondergetekende bespeurde gelijk het Heilig Rock 'n Roll Vuur brandend in 's mans borst. Dat dat een flink vuurtje kon worden bewees Racoon met een vlekkeloze ongeplugde set, die de aanwezigen ademloos beluisterden. Stormachtig applaus voor Racoon, dat wij van Club Lek zo goed vonden, dat we ze binnenkort nog een keer terugvragen, maar dan geplugd. VIVE LA FÊTE Heeft dan weliswaar een hele leuke cd gemaakt ("Attaque Surprise"), maar of wij nuchtere Hollanders van Club Lek net zo snel plat zouden gaan voor de kirrende Franstalige synthipop van Els Pynoo en haar vriend Danny Mommens [ja van dEUS]) als de Belgen bleef nog even de vraag. Gezellig was het in ieder geval al wel tijdens het interview, en dat werd het ook wel tijdens het optreden, met Els in haar strakke plastic broek en hoge hakken in kort Iggy Pop t-shirt, dat voluit zicht gaf op haar navel en twee duidelijk zichtbare tepels, een heerlijk fout knorrende toetsenman en een zo zenuwachtige Danny Mommens dat hij halverwege de gitaar maar aan zijn broer (?) gaf. Muzikaal hoogstaand was het allemaal niet (fouten te over), maar onderhoudend was het volgens de meeste aanwezigen wel. Persoonlijk had ik het na drie nummers wel gezien/gehoord. Maar ja, ik ben dan ook een ouwe knorrepot die nodig aan de Viagra moet. Tot volgende week Jaap Boots