Willem Ardui strooit snoepjes voor de oren in ondergrondse mijngang
Werkelijk beeldschone liedjes op een unieke locatie
Wie het mijnverleden van Genk wil beleven, moet bij cultureel centrum C-mine zijn. Al vanop afstand vallen de twee imposante schachtbokken op, prachtig opgenomen in de omgeving. Binnen ademt de inkomhal pure geschiedenis en diep onder de grond wacht zelfs een echte mijngang. Precies daar trapt Willem Ardui vanavond samen met zijn broer de concertreeks ‘Sotto Terra’ af – een adembenemende, symbolische setting.
Willem Ardui dus. Geliefd producer, begenadigd liedjesschrijver én samen met Jean Valery de motor achter hiphopformatie blackwave., waarmee hij intussen zowat elk groot Belgisch podium heeft platgespeeld. Vorig jaar leverde hij met Oevers zijn eerste soloalbum af – een plaat waar hij acht jaar aan heeft gesleuteld. En hij zit niet stil: onlangs volgde de bloedmooie ep Overal, Nergens. Bloedmooi, dat woord dekt eigenlijk ook wel de lading voor zo goed als al zijn songs. Tijdens opener 'Meander' kruipt Ardui in de rol van een soort Vlaamse James Blake: elektronische texturen, een likje gitaar en een zijdezachte stem – voor je het weet, ben je compleet aan het wegdrijven.
Elke song voelt als een kleurplaat die de broers Ardui zorgvuldig inkleuren. Henri zit achter de toetsen, blaast af en toe een mopje bugel en tovert uit zijn knoppenkast de mooiste klanken tevoorschijn. Eén van de hoogtepunten is ‘Morse’, dat richting het einde zelfs een vleug postrock meekrijgt. Een werkelijk prachtige song, waarop Willem zijn schrijftalent etaleert: “Voor ik dook / In de branding van je hart / Voor ik verdronk / In de golven van je haar” – het is maar een fractie van de poëtische snoepjes die hij aan onze oren voert. Het fijne is dat de songs zorgvuldig, maar nergens te braaf klinken. Zo krijgt ‘Schaduw’ een creatieve beat mee, terwijl er ook volop ruimte is voor ambient-intro’s, soundscapes en natuurgeluiden. De manier van componeren is buitengewoon verfrissend.
Van zijn nieuwe EP Overal, Nergens speelt Ardui gitaartokkelliedjes als ‘Overal’ en ‘Nergens’. Akoestischer en minimalistischer dan de tracks van zijn debuut, voelen ze des te melancholischer aan. ‘Overal’ gaat over het missen van iemand – en die persoon vervolgens overal tegenkomen, in alles en iedereen herkennen. ‘Nergens’ draait om loslaten en vormt het slotstuk van de avond. Willem vertelt dat het een vertaalde versie is, een cover dus: de oorspronkelijke artiest (Adrianne Lenker, van Big Thief) wist er niets van, en sindsdien is het nummer nergens meer te vinden, behalve op vinyl. Geen wonder dat die na de show vliegensvlug over de toonbank gaat. Op elke plaat schrijft hij “Merci, Willem”. En dat is precies wat wij willen zeggen: Merci, Willem.