Cosmic Crooner: ‘We zijn allemaal een beetje hypocriet’

Flamboyante retropop van een Amsterdamse filmfanaat

Hij durft het bijna niet te zeggen. ‘The … Velvet Underground? Dat vond ik niet meteen goed hoor, hoewel het nu een van mijn favoriete bands is. Het is eigenlijk heel lelijk, totdat je erachter komt dat het niet zo is. Net zoals olijven, die vind je ook niet meteen lekker. Ik niet tenminste. Ja, ik vind Lou Reed wel echt een olijf.’ 

De vraag was of hij zelf wel eens hypocriet is. Want Cosmic Crooner (Joep Meyer voor familie) noemt zijn debuutplaat niet voor niets The Perks of Being a Hypocrite. ‘We zijn allemaal wel een beetje hypocriet, ik zeker ook. Maar dat hoeft dus niet erg te zijn. Het gaat erom dat je van mening kunt veranderen, dat je kunt groeien als mens en als artiest’.  

De Amsterdammer zingt precies zoals hij eruit ziet: ergens halverwege Father John Misty en Alex Turner (in zijn hotel-op-de-maan-fase). In januari stond hij op Noorderslag met zijn verhalende retro-pop, waarin Ziggy Stardust en het oude Hollywood nooit ver weg zijn. En met een voorliefde voor de ruimte, architectuur, en vooral voor film: ‘Ik haal daar ZOVEEL inspiratie uit. Zo’n ijzig totaalshot van Michelangelo Antonioni en het gevoel van spanning dat dat creëert. Dat probeer ik dan in muziek na te bootsen, met een onverwachts akkoord ofzo. Kijk, sorry…’

Hij verontschuldigt zich, niet voor de eerste keer in ons gesprek. ‘Ik zeg heel vaak ‘kijk’, dat klinkt belerend…’ Valt wel mee, hoor. Maar het zit nou eenmaal in zijn karakter om beschouwende en reflexief te zijn. ‘Ik zeg ook vaak ‘sorry’ in mijn muziek. Op ‘Late Night Obsession’ probeerde ik bijvoorbeeld een liefdesliedje te schrijven, maar plotseling vroeg ik me af of daar wel iemand op zit te wachten. En die vraag wordt dan deel van het liedje. Dat soort dingen vind ik grappig. Het meta-aspect als een overkoepelend thema.’ 

Ooit, nog niet zo lang geleden, studeerde de Crooner sociale geografie en planologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ik kan niet tekenen of rekenen, maar hou wel van stedelijke ontwikkeling en gebouwen.’ Die liefde voor architectuur sijpelt door in de videoclip van Reflexopolis, die trouwens genomineerd werd voor ‘beste muziekvideo’ op het Nederlands Film Festival. Het is een mega-esthetische clip waarin hij zich – ‘als echte francofiel’ – laat filmen bij allerlei modernistische gebouwen in de omgeving van Parijs. ‘Ik wilde de plekken laten zien die me inspireren, zoals de architectuur van Ricardo Bofill en Le Corbusier. Het zijn gebouwen die worden gezien als een mislukking, omdat niemand erin wilde wonen. Maar als je ze ziet als een kunstobject zijn ze prachtig gemaakt.’

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12