DTRH19: Ólafur Arnalds weet niet hoe je een festivaltent bespeelt

Of zijn muziek hoort hier gewoon niet thuis

Ólafur Arnalds is een componist in een wit T-shirt en een zwarte skinny. Het type dat de laatste jaren goed valt bij het poppubliek. En toch zagen we hem tot nu toe niet zo vaak opduiken op festivals als Down The Rabbit Hole, anders dan bijvoorbeeld Nils Frahm, Hauschka of onze eigen Joep Beving, die allemaal een no rustiek moment wisten te creëren in de hectiek van zo'n driedaagse mierenhoop. 

Je mag Arnalds gerust de godfather noemen van de hele neoklassieke trend van de laatste jaren. Hij brak een jaar of tien geleden door met verstilde composities, waarin hij eenvoudige pianomelodieën combineert met elektronica en strijkers. Niet gek dat het juist een IJslander was die dit pionierde, want zijn composities klinken als uitgeklede liedjes van Sigur Rós, inclusief de filmische erupties.

En toch werkt het vanavond totaal niet wat Arnalds doet. Het is allemaal veel te breekbaar en te zacht om zo'n grote tent te bespelen. Als je op een derde van de tent staat ben je hem al kwijt. De stille passages in zijn stukken zijn zo stil dat je zijn vingers over de toetsen hoort glijden en zijn pianokruk hoort piepen, maar je hoort helaas ook het kraken van tientallen plastic bekertjes en het gelul van de duizenden mensen achterin de tent bij wie het geluid absoluut niet overkomt. Waarom al die respectloze aso's niet gewoon lekker gaan knutselen op het Fuzzy Field? Omdat dat zojuist zeiknat geregend is. Dubbel pech voor Arnalds: hij kampt de hele tijd met uitvallende apparatuur.

HET MOMENT
Forget it, er komt geen moment vandaag. Volgende keer gewoon weer in Carré, of in een mooie intieme kerk vol devote luisteraars.

#news
Laatste nieuws en artikelen van 3voor12