Ggu:ll dompelt zich onder in het Niets op Dwaling
Tilburgs doomkwartet brengt debuut uit via Ván Records
Enorme snelheidsmaniakken kun je de mannen van Ggu:ll niet noemen: noch wat muziek betreft (maar wat wil je bij een doomformatie), noch qua tempo van componeren. Na zeven jaar van rijping als band ziet nu dan toch het eerste echte album 'Dwaling' het licht op het Duitse undergroundlabel Ván Records, waarbij onder meer al plaatwerk van illustere provinciegenoten The Devil's Blood en Urfaust verscheen. Zoals de liveshows van de afgelopen jaren reeds deden vermoeden, is het het lange wachten zonder meer waard geweest.
Zes uitgesponnen nummers tref je aan op deze auditieve reis naar het einde van de nacht, te beginnen met 'Hoon', dat meteen de toon zet met een geweldige bak ruis die door een lege ruimte lijkt te spoken – een woest gerommel dat in wisselende gedaanten doorheen het hele album op de achtergrond waarneembaar blijft en de indruk van een peilloze diepte wekt. De liederen die over dit oergeweld worden opgetrokken, zijn bijzonder elementair van opzet: titelstuk 'Dwaling (Gehirn Und Abgrund)' is bijvoorbeeld gebaseerd op een handvol noten, dat eindeloos met groot hypnotisch effect wordt herhaald. In het daaropvolgende 'Het Smerige Kleed Van De Ziel' wordt het gegrom van frontman William van der Voort aangevuld met de indringende heldere vocalen van Farida Lemouchi (de stem van wijlen The Devil's Blood) in een indrukwekkend apocalyptisch spektakel.
De tweede plaatkant zet de onheilspellende sfeer voorbeeldig voort met het voor Ggu:ll-begrippen vrij rappe en compacte 'Waan' (dat 'slechts' een zestal minuten in beslag neemt), om vervolgens weer onherroepelijk in de chaotische dionysische ondergrond van het bestaan te verzinken tijdens 'Het Masker Vande Wereldt Afgetrocken'. De met wanhopige gitaarklanken gelardeerde afsluiter 'March 28 1941, Drowning' – de datum waarop de door waanzin geteisterde schrijfster Virginia Woolf zich van het leven benam door haar jaszakken met stenen te vullen en in de rivier de Ouse te verdwijnen – vormt het schrijnende slotakkoord van een album dat simpelweg verplichte kost is voor iedere liefhebber van doom, drones en duistere klanken in het algemeen. De band kan met recht trots zijn op deze uitstekend geconcipieerde en uitgevoerde inktzwarte parel.