PP22: My Baby opent met bloedhete notenporno
Cato van Dijck zet voorzichtige stapjes op de catwalk
Gaan we er de komende uren aan wennen? Of wordt het gewoon een hele lange dag van snakken naar de zonsondergang? Voorlopig bevinden we ons op het heetst van de dag en is de eer aan My Baby om voor het eerst in drie jaar tijd dit iconische podium te bespelen. ‘Feeling hot!,’ schreeuwt Cato van Dijck, en ze is niet de enige. Talloze bierbuiken in het voorvak worden al schaamteloos ontbloot, een jongen probeert al schaduw te vangen met een witte handdoek op zijn hoofd. Cato moet de eerste paar minuten van haar show nog even door: ze draagt een flamboyant broekpak in twee delen (deels spijker deels Ibiza wit) met een nekstuk dat er nogal heet uitziet. Dat gaat zo natuurlijk uit, maar voor nu is het even alles voor de show.
My Baby opent met een paar nummers van hun laatste album Sake Sake Sake, de meest geslaagde van hun langzaam uitdijende discografie. Ze begonnen een paar jaar geleden met een flinterdunne IKEA-versie van psychedelische rock, maar met het album werd hun muziek steeds een beetje cooler. Anno 2022 zijn het vooral de visuals die nog op het niveau screensaver MacBook Pro blijven hangen, zo sterk dat je elk moment een plaatje van El Capitan verwacht. Muzikaal heeft My Baby intussen gelukkig meer eigenheid.
Naast Cato van Dijck bestaat de band uit haar drummende broer Joost en gitarist Daniel Johnston. Die gitarist is zowel de kracht als de achilleshiel van My Baby. Zijn kracht is dat ie vingervlug blues- en funkgrooves kan spelen. Zijn valkuil is dat dat soms uitmondt in notenporno, een haast lachwekkend gitaargejodel. Dat klinkt misschien gek om te zeggen op een dag die afgesloten wordt door sologitarist Kirk Hammett, die ook uitblinkt door uitbundig de toonladders op en af te razen. Toch is My Baby op zijn best als het compact blijft spelen en minutenlang in dezelfde groove gaat hangen. Dat doet het halverwege met ‘In The Club’ en direct daar achteraan het stoere ‘Stupid’.
Even spreekt de band zich uit tegen alle shit in de wereld - het militair-industrieel complex, de ecologische ramp die ons te wachten staat, hallo! - maar dan gaan ze terug naar de basis. In de lange afsluiter ‘Seeing Red’ laat drummer Joost zijn four to the floor kick invallen als de drop in een danceplaat.
HET MOMENT:
Het is natuurlijk verleidelijk, die catwalk van Metallica. Zou het al kunnen? Fuck it, denkt Cato, let’s go. Ze krijgt met enig aandringen zelfs de eerste sit down van het festival voor elkaar, al zijn de knieën van Pinkpop nog een beetje stram.