DTRH25: Nothing But Thieves verzacht de keelpijn
…maar kan het gemis van Sam Fender niet helemaal opvangen
Wat is het meest zenuwslopende dat je als festival kan overkomen? Een headliner die last minute cancelt moet hoog in dat nachtmerrie-lijstje staan. Dus wat moet Down The Rabbit Hole in de stress hebben gezeten toen Sam Fender vrijdag een hele rits shows cancelde: stemproblemen, alweer. Uiteindelijk tovert het festival hier de Britse rockband Nothing But Thieves uit de hoge hoed. Die hadden nog een paar weken vrij, zanger Conor Mason zat in de kroeg toen hij het appje zag binnenkomen. ‘In 12 uur heeft onze crew dit rond gekregen!’, zegt hij trots.
Technisch gezien is het een upgrade (waar Down The Rabbit Hole ongetwijfeld wat geld op heeft moeten toeleggen): Sam Fender deed afgelopen tour ‘slechts’ AFAS, Nothing But Thieves is van het formaatje Ziggo Dome, maar wij moesten wel een een traantje wegpinken: Sam Fender’s laatste plaat staat hier op repeat. Mason ziet er gelukkig uit alsof-ie nergens liever had willen zijn. ‘We were not supposed to be here. What the actual fuck!’, grinnikt hij. ‘We hadden nu thuis op de bank moeten zitten, maar we kunnen niet om jullie heen! Of eigenlijk andersom.’ Eén hele blije NBT-überfan heeft een lief kartonnen bordje gemaakt dat ze nu vrolijk omhoog houdt: 'So, no break?'
Ze hebben geen megaproductie bij zich (duh) en de overgangetjes zijn soms wat rommelig (duh) maar dit is een prima show. Sterk begin met het ongetwijfeld door The Weeknd geïnspireerde ‘Welcome to the DCC’ (muzikaal een uitstapje voor de band). Vaker is het stevig rocken (na een enkel intro kun je je zelfs voorstellen dat Josh Homme zou invallen) en ballads vol emotionele ontlading. Bij ‘Real Love Song’ klimt een hele groep meiden op de schouders, om vanaf daar een hartje te vormen met hun armen. Vooral het drieluik aan het slot is bonafide headliner-materiaal: tranentrekker ‘Impossible’, het explosieve ‘Amsterdam’ en ‘Overcome’, een anthem met een snufje Springsteen. Na een krappe 65 minuten is het alweer voorbij. We missen Sam Fender nog steeds, maar we mogen best dankbaar zijn dat deze boys hun Britse billetjes van de bank hebben gesleurd om hier nu in Beuningen te rocken.