PP25: Mackenzy Mackay raakt de voorste rijen
Maar daarachter lijkt het niemand wat te doen
‘Het is niet zo dat we dit jaar expres een rafelrandje hebben opgezocht, omdat daar vorig jaar misschien minder sprake van was,’ zei Pinkpop-boeker Jarn van Strijen onlangs in een interview. Op Pinkpop valt dit jaar gelukkig genoeg moois te rapen: het festival heeft z’n best gedaan om onderaan de affiche wat meer tanden te zetten voor de alternatieve muziekliefhebber. Dat er tegelijkertijd nog altijd ruim baan wordt gemaakt voor radiovriendelijke pop, is logisch. In die categorie valt de in Yorkshire geboren singer-songwriter Mackenzy Mackay. Qua sound bungelt hij ergens tussen Kid Laroi en Ed Sheeran in, maar dan zonder de hitgevoelige pen waar zij allebei over beschikken. Dat helpt natuurlijk niet echt en dan mag Mackenzy ook nog eens opdraven voor een aanvankelijk matig gevuld veld. Nou, dan moet je wel met iéts meer komen dan wat refreintjes waarvan je het idee krijgt dat je ze minimaal al drie keer eerder gehoord hebt dit weekend.
Overigens moesten Mackenzy en band vanochtend om vijf uur hun nest uit om hier op tijd te zijn. Een pittige tocht, zeker in deze hitte. Hij noemt het zelf ook ‘best een reisje’, maar aan z’n stem is niks te merken. Hij haalt z’n noten met gemak en zingt met een warme, aangename klank. De voorste rijen waarderen dat ook hoorbaar, maar daarachter kabbelt de aandacht helaas al snel weg. Misschien omdat Mackenzy nét iets te vaak leunt op een wel erg behulpzame backingtrack.
HET MOMENT:
Zijn nieuwe liefdesliedje is erg mooi, maar het gros van het publiek lijkt niet heel nauw te luisteren: links staat een groepje meiden elkaar koel te blazen met een waterverstuivend miniventilatortje. Grote kans dat dat lauwe water alsnog wat verfrissender op ze neerdaalt dan de set van Mackenzy Mackay...