Weer een prachtig rafelige indierocksong van Personal Trainer
Amsterdamse collectief gaat tegelijk in Paradiso én Melkweg optreden
Precies halverwege, na het eerste refrein, klinkt een bijzonder maf geluidje in ‘Muscle Memory’. Stopte Willem Smit van het Amsterdamse collectief Personal Trainer nou een melodica in dit prachtige rafelige indierocknummer? Is het een verkouden trompet? Het kruipt hoppakee via je oorschelp je brein in, om zich daar stevig te verankeren tussen de dissonante, hakkelende gitaarlijn, neurotische drumroffeltjes en bijna lamlendige zang. Een betoverend geluid! ‘Ha, wat leuk dat het je opvalt!’, grinnikt Smit. ‘Ik probeer soms geluiden te maken in de hoop dat mijn vriendin [Pip Blom] ze heel goed vindt. Dit is zo’n geluidje, het is een orgeltje van haar dat ik heb geleend, een type orgel dat Daniel Johnston ook veel gebruikte. Hij klinkt hartstikke vals, dus ik haalde het door een pitch-correctie-plugin, en zo hoor je hoe hij af en toe naar de goede toon glijdt. En inderdaad, ze vond het een heel mooi geluidje!’
Net als eerdere tracks van de band verschijnt ook deze weer op het label van de coole Britse band Sports Team. Op 5 februari brengen ze er een 10” uit, met ook ‘Muscle Memory’. Het nummer gaat over een soort repetitieve sleur, het is een opsomming van dingen waar Smit weemoedig van kan worden. ‘Moeilijk uit te leggen, hoor, maar soms voel je hoe er afstand ontstaat tussen jezelf en de echte wereld. Er gebeuren dingen om me heen waar ik echt emotioneel van kan worden. Een hond achterin een auto op de snelweg. Hele grote uien. Tanden poetsen. Ik kan niet aanwijzen waar hem dat in zit. Echt niet.’
Als het meezit mag Personal Trainer de komende periode weer de hort op: volgende week spelen ze op het digitale showcasefestival van Eurosonic Noorderslag, daarna volgt een tourtje door Nederland én de band zal als kers op de taart op 4 februari TEGELIJKERTIJD in de Melkweg en Paradiso optreden. Hoe dan?! ‘Personal Trainer ontstond als mijn ding, en ik speel steeds met wisselende bandleden. Dat werden steeds meer muzikanten, maar ik vond het arrogant om iedereen te wisselen behalve mijzelf. Ik wilde eens kijken hoe ik níét het middelpunt hoefde te zijn in de band. Daarom doen we twee optredens tegelijk. Maar ik heb toch een manier gevonden om op twee plekken tegelijk te zijn. Shit, nu heb ik eigenlijk al teveel verklapt.’