LGW14: Onverbiddelijk Swans hamert twee uur op Le Guess Who? in

Savages vs. Bo Ningen gaat in 40 minuten even intens en duisterder

Tekst Ingmar Griffioen, foto's Roy Wolters en Rob Sneltjes ,

De Ronda is zaterdagavond het exclusieve domein van Michael Gira. De tweede curator van Le Guess Who? is bij uitstek iemand die zo'n rol niet licht opvat. Drie dagen zijn er uitgetrokken voor de bepaald niet licht verteerbare keuzes van de Amerikaan. Na de start in De Helling op donderdag en vrijdag, heeft Gira vandaag ruim zes uur ingeruimd in de grootste zaal van het festival. De borst mag nat voor oer-post-punkers Wire, de Amerikaans-Zeeuwse Baby Dee, Savages vs. Bo Ningen (voor het eerst buiten de UK uitgevoerd) en liefst twee uur van het eigen Swans-orkest.

De opener is een opvallende. Swans tourde al eens met Baby Dee in het voorprogramma en het contrast met de extraverte, klassiek geschoolde harpiste en componiste is blijkbaar bevallen. Baby Dee is een Amerikaanse grande dame, die in een vorig leven onder meer straatmuzikant en man was en bovendreef in de New Yorkse artscene rond Antony Hegarty. Nu woont de eigenzinnige 61-jarige multi-instrumentaliste in Zeeland en start ze Mouth To Mouth dag 2 vanachter de piano in een roze soepjurk met luipaardprint hesje en oranje pruik. Baby Dee is in alles vrij bizar: "Now I'm gonna sing a song about a murderer that I really love: 'Fly away little bird cause I will kill you'." Haar zangstem is - zoals ze zelf vaak verkondigt - eigenlijk niet te doen, maar ze haalt er het maximale uit. In nummers als I Am A Stick (And I Am Happy) weet ze te boeien met interessante, dwarse improrock met een klassiek tintje. En ze heeft humor: "Are they making faces at me? Maybe I've outstayed my welcome. No? Ok, I just gave them a chance to get rid of me and they missed it." Na een serieus mooi liedje over Zeeland eindigt ze met een soort van Griekse muziek op een brassritme. Typerend.

De samenwerking tussen Savages en Bo Ningen komt evenmin uit de lucht vallen. De Franse zangeres Camille Berthomier (Jehnny Beth van eerst John & Jehn en nu Savages) deed al vaker mee met het Japanse Bo Ningen, die ze kent uit de Londense scene. De Britse post-punkers en de Aziatische noiserockers brachten samen het experimentele album Words To The Blind uit. De bijbehorende performance voeren ze voor het eerst buiten Londen uit en geldt als een 'sonisch simultaan gedicht', beïnvloed door dadaïsme. Live krijgen improvisatie, poëzie en vooral noise alle ruimte. Er zijn in de Ronda twee catwalks verrezen, voor iedere band eentje, waardoor het concert ook oogt als een duel tussen vier Aziatische mannen met lang haar en vier Europese, kortgekapte vrouwen. Wapens zijn drie gitaren, dubbele bas en drum en tweetalige zang.

Berthomier en bassist Taigen Kawabe openen fluisterend in Frans en Japans. Na een kwartier gaat de noise echt schuren en verdringt het de basgroove, soundscapes waaien door de Ronda, flarden noise gelanceerd door de met haren en gitaarhals slaande Japanners. De Française rukt aan de microfoonstandaard, huilend en bezwerend, langzaam neemt met de distortion de beklemmende sfeer af en krijgt de groove weer de overhand. De drummers leiden nu, en ze voeren ons naar geregelde, beestachtige erupties die de monden doen openvallen. De spelers bewegen uitdagend, de slagwerkers gaan om en om richting speedmetaltempo en de bands gaan daarop het duel aan, op weg naar een nieuw post-noisepunk kapittel. Na een half uur komen we even in meer Savages sferen terecht, maar dan vallen de Japanners in met bakken avant-garde noise. Savages vs. Bo Ningen sleurt je mee de diepte in voor een verbijsterend intense trip, die live nog veel beter werkt dan op plaat.

Meer Britse post-punk nu, maar dan uit een tijdperk dat vier decennia terug aanving. Voor Wire is de Ronda bijna helemaal vol. De band rond Colin Newman speelt redelijk staccato snelle post-punk, met Mark E. Smith-achtige, soms felle maar vooral slome declamaties. De bas van Graham Lewis staat alleen idioot hard, waardoor delen van de zaal meetrillen en een diepe toon rondzingt. Ook de zang verdrinkt soms in deze mix. De Ronda loopt langzaam een beetje leger en dat is te begrijpen: de band speelt nog best strak, maar oogt niet alsof ze er zin in hebben. Vooral de zang, waarvoor Newman zich van een iPad op een lessenaar bedient, is matig. Tegen het einde hebben de Britten wel een goede groove te pakken in een langer, stuwend nummer dat noisy eindigt. Wire anno 2014? Ja het kan, maar hoeft niet en er zijn genoeg redenen om het niet te doen.

Hoe anders is de beleving bij de band van de curator. Swans is vanaf de eerste minuut op en top geconcentreerd en hoewel veel nummers een lange opbouw kennen, is het onmogelijk om niet aan de grond genageld op te gaan in de geluidsmuur. De band laat eerst 15 minuten drone over het publiek rollen met hoofdrollen voor bekken- en gongroffels en vliegt er dan pas in. Met mate, want we zitten nog steeds in de opbouwfase, hoewel je dat aan de noise en het razende ritme plus glockenspiel niet zou zeggen. In een dik half uur komt dit nieuwe nummer Frankie M tot hevige ontlading. Voor A Little God In My Hands pakt ruig behaarde percussiegod Thor Harris de trombone erbij. Na een hamerend begin wordt de noise al gauw repetitief en bijzonder gewelddadig. Gira stoot eerst wat kreten uit, wappert zweverig met de handen en gaat voor de finale met open mond de strijd aan met freakende lapsteeler Christoph Hahn.

Gira, gitarist van het eerste uur Norman Westberg en Hahn spelen al sinds de jaren '80 samen, drummer Phil Puleo kwam er in 1995 bij, maar de rest (Harris en bassist Christopher Pravdica) is pas sinds de hereniging in 2010 present. Toch gaan ze al lang genoeg mee om in dit loeistrakke harnas te passen. Want reken maar dat Gira hoge eisen stelt aan zijn mannen. De setlist (op 1 nummer na volledig anders dan die op Best Kept Secret 2013) wordt er avond na avond ingeramd en toch dirigeert de frontman nog volop. Met een streek van de hand langs de keel geeft hij aan dat het nummer klaar is en maant Thor dan om de loop van de volgende song te starten. Zelf zorgt hij voor de mantra-achtige zang en fel gitaarwerk. De set is al uitermate vernietigend, maar wordt toch alsmaar heftiger en meer noisy. Dan, na zes composities in een krappe twee uur, laat de band de strotten van de aanwezigen los. Een uitzinnig publiek bedankt de zes hoofdrolspelers. Gira, normaal wars van enige opsmuk, is zo in zijn nopjes dat hij de aanwezigen 'Love' laat scanderen. En daarna organisator Bob van Heur en Le Guess Who? bedankt.

Swans mocht Le Guess Who? in 2010, net na de reünie, al eens openen in De Helling. Dat leek een gewaagde boeking, maar sindsdien hebben we ze via Roadburn 2011 en Best Kept Secret 2013 leren kennen als een bijzonder intrigerende, altijd het maximale gevende band. En toch voelde deze show weer heftiger en intenser aan. Swans, geleid door de toch al 60-jarige Gira, is 32 jaar na oprichting springlevend. De setlist met louter materiaal van de laatste jaren is exemplarisch: twee nieuwe nummers, drie van de dit jaar verschenen dubbelaar To Be Kind, plus The Apostate van het even monumentale The Seer uit 2012. Nadeel: hoewel - ook de eerste dagen - niet alles op Mouth To Mouth goud was, leggen de shows van Savages x Bo Ningen en Swans de lat wel heel hoog voor Le Guess Who? 2015 en een eventuele volgende curator.

Setlist
Frankie M
A Little God In My Hands
The Apostate
Just A Little Boy (For Chester Burnett)
Don't Go
Bring The Sun / Black Hole Man